Blaue Blume :: ”’Wie voert hier het hoogste woord’: dat is voor ons elke keer de belangrijkste vraag”

Klinkt ‘Arty Farty’ bij ons als scheldwoord, in Denemarken moet het in het grote complimentenboek staan. Zo enthousiast omarmt Blaue Blume die l’art pour l’art-benadering, zo gewild gezocht kronkelen de zanglijnen van Jonas Smith dat het zijn bandleden zijn die zich eromheen moeten plooien. Op de nieuwe Sobs-EP trekt het viertal alle registers open met zijn beste songs tot nu toe. “We wilden eens zien wat er gebeurde als we onszelf een grote popproductie aanmaten.”

Het is al twee jaar geleden dat Blaue Blume zich met debuut Syzygy liet opmerken. Ergens tussen Jeff Buckley, Antony en zelfs een flard Seal in stond daar plots een kwartet Denen, met een frontman die zich een weg naar de sterren zong. Geen idee hoe hard hij zijn broek voor een optreden opspant, maar Smiths falset haalde voor een man onredelijke hoogten, waar hij blufferig nog een paar buitelingen extra maakte vooraleer een duikvlucht hem in de kelder van zijn bereik deed belanden. Wat het helemaal te gek maakte, was dat ook de songs niet achterbleven. Op Sobs valt alles nog meer op zijn plek, beseft Smith dat hij soms ook gewoon mag zingen, en de melodie van de muziek laten uitblinken. Is dit nu de voorbode van een volgende langspeler, vraag ik de frontman aan de telefoon tussen twee conservatoriumlessen door.

Smith: “Het is iets tussenin geworden. We zijn eraan begonnen als aan een brug tussen Syzygy en de nieuwe langspeler die er in 2018 moet aankomen, en gaandeweg kreeg het een eigen identiteit. We hebben altijd al geprobeerd om popmuziek te maken, waar we dan een draai aan gaven wat betreft vorm of aanpak, en op deze EP zijn de puzzelstukjes helemaal in de plooi gevallen. De songs zijn héél poppy, maar dagen die benadering tegelijk uit. Ik denk dat we nu verder weg zullen gaan van pop, en nog meer zullen spelen met vorm en structuur. Want dat is het eeuwige gevecht dat we voeren: popsongs schrijven die op de radio kunnen, maar toch avant-garde zijn. Je zou opkijken van waar wij naar luisteren als we naar het werk of naar school fietsen.”
“Eigenlijk wilden we vooral ontdekken hoe onze muziek klonk als we er een grote popproductie van maakten, als we durfden om zo glad te gaan als kon. We vroegen ons af hoe ‘groot’ we konden klinken, en inderdaad, het stadiongevoel zit er in.” (lacht)

enola: Dat je desondanks niet voor het gemakkelijke geluid gaat, bewijst die vreemde break in “Macabre”, waarin je het nummer plots lijkt stil te leggen om iets anders te gaan doen.
Smith: “Dat soort dingen vinden we leuk. Eerst iets presenteren dat bijna easy listening is, en de luisteraar daar vervolgens helemaal uitrukken, maar het gevoel van wat vooraf ging wel intact laten. Die break is overigens het eerste dat ik in het Deens schreef. Het vloeide er zo uit, want ik voelde dat de hele switch van klanken en instrumentatie op dat moment ook ondersteund moest worden door de zang in een andere taal te plaatsen.”

enola: Waar gaat het nummer eigenlijk over?
Smith: “Het is een nogal deprimerend nummer, om eerlijk te zijn. Ik zat niet goed in mijn vel toen ik dat schreef. Mijn leven zat niet helemaal in de haak, en daar schreef ik over: over bang zijn voor het leven, je alleen voelen … Dingen die je niet met vrienden en je vriendin kunt bespreken, want die zouden vinden dat je je zo niet mág voelen. Het gaat om dat vreselijk neurotische gevoel dat je kunt hebben als je een kater hebt. Alsof er meer is dat op breken staat dan gewoon dat hoofd dat er niet meer bij is. Ergens heb ik gezegd dat het een vrolijk nummer over angst voor de dood is. Vind ik nog altijd een goeie, want ik wilde dat donkere gevoel counteren door er die extraverte muziek en die vlotte melodie onder te zetten.”
“Het komt allemaal samen in dat Deense stuk, waarin ik hetzelfde probeer te zeggen als in die nogal eenvoudige Engelse zinnen vooraf. Het is moeilijk uit te leggen. Wat ik kan zeggen is dat ik heb gezwoegd op dat Engelse stuk, want daar wilde ik dat gevoel een ironische afstand meegeven opdat het nummer toch niet helemaal in goedkoop sentiment zou verzuipen, maar in het Deens kreeg ik het veel eerlijker gezegd. Ik ga dat meer doen, want ik heb ontdekt dat ik zo veel beter uitgedrukt krijg wat ik wil zeggen. Er is geen barrière tussen het gevoel en mijn taal, waar ik doorgaans mijn eigen gevoelens moet gaan vertalen. En dat laatste kan ook werken, zodat het niet té wordt, bijvoorbeeld. Maar ik wil meer schrijven in het Deens, zien wat dat met mijn teksten doet. Op onze volgende plaat zal dus een volledig in het Deens gezongen nummer staan.”

enola: Maar dus: de opvolger van Syzygy komt eraan?
Smith: “Die is bijna klaar, ze wordt binnenkort gemixt. Het is een heel snel proces geweest, waardoor we nauwelijks hebben kunnen nadenken over conventies of onze ideeën, we creëerden muziek, en deden wat juist voelde zonder te soebatten. Dat deed flink veel deugd. In het verleden zijn we nogal anaal geweest over wat we maakten, nu hadden we gewoon het gevoel dat we het beest in ons wilden loslaten, zonder ons zorgen over te maken over de kwaliteit van het geluid. Zolang het maar dynamiek heeft, en expressiviteit en gevoel. Ik kijk er echt naar uit om die songs live te gaan brengen.”

enola: Veel bij Blaue Blume draait natuurlijk om die stem van je. Weet je nog wanneer je dat bijzondere instrument ontdekte?
Smith: “Ik kan me niet herinneren dat ik die stem ooit ontdekt heb. Ik was altijd aan het zingen, net als mijn vader. Het was een deel van mijn opgroeien, en in mijn tienerjaren ben ik me erop gaan toeleggen, wilde ik ontdekken wat ik met dat gekke instrument, dat soms zomaar prijsgeeft of het een goeie of slechte dag is, kon uitdrukken. Ik kan er nog altijd niemand mee bedotten, en dat vind ik erg interessant. Ik luister veel naar expressieve zangers, zelfs al is het tegenwoordig bijna verdacht om jezelf zanger te noemen. Ja, je hebt Antony en Björk, allebei fenomenale stemmen, maar in kleine indiebandjes als dat van ons is het niet per se populair of geaccepteerd dat je zegt: ik ben een fucking zanger, en daar ga ik alles uithalen.”
“En toch is het dat wat ik wil doen. Ik wil mezelf met die stem uitdrukken, en uitvinden hoever ik daarin kan gaan. Maar het is moeilijk, want zo’n zangstijl kan ook een barrière zijn voor de luisteraar, omdat ze het te emotioneel of te groots vinden. Dan bereikt je net het tegendeel. Ach, ik ben nog altijd aan het ontdekken wat ik kan, en beter niet doe, en dat is oké. Ik weet niet eens of we al de juiste context voor die rare stem hebben gevonden. En dat is ook geen probleem. Er zit een charmante naïviteit in gewoon proberen. Want het vraagt zoeken. Dit soort zang heeft aandacht nodig, en dat wil zeggen dat je er ook ruimte voor moet scheppen door andere instrumenten te schrappen. Zelfs al zijn we alle vier extravagante muzikanten, die willen dat er naar hen geluisterd wordt, we moeten doen wat de song nodig heeft. Dat is voor ons de grote vraag, elke keer: ‘wie voert hier het hoogste woord?’ Dat uitvinden, daar worden we nu pas beter in. We producen onszelf tegenwoordig, en dat helpt: langzamerhand wordt het helder.”

enola: Ik vond het wat gek dat jullie met The New Romantics als referentie voor Blaue Blume afkwamen. Jullie waren begin jaren tachtig nog niet eens geboren.
Smith: “Klopt, maar het is altijd zo’n vervelende vraag als mensen vragen hoe wij klinken. In die bands uit de eighties herkennen we minstens een paar gelijkaardige geluiden, of een soort ‘bandmentaliteit’. Talk Talk is een van mijn favoriete groepen, al was het maar om de verscheidenheid in hun discografie. Van hun debuut naar Spirit Of Eden, tot Mark Hollis’ soloplaat en zijn verdwijning in de wildernis; dat spreekt me enorm aan. (lachje) Ik vind het geweldig hoe die groep popmuziek zo ernstig durfde te nemen, het waagde na te denken wat ze met ermee konden doen.”
“Roxy Music was nog zo’n band; een klassieke rockband, met pakweg twee gitaristen, die toch iets anders wilde proberen: elektronisch klinken, zichzelf ontdekken, meer doen. Daar kan ik me volstrekt in vinden. Die bewuste break in “Macabre”, bijvoorbeeld, is helemaal niet elektronisch, dat is Robert (Jensen Buhl, mvs) die een arpeggiator bespeelt. Dat is niet eens zo out there, qua benadering, maar wel een origineel rockgroepjesgegeven waar we iets meer proberen uit te halen. Dat soort dingen is begonnen in de eighties, vraag maar aan Brian Eno. Grappig dus om te zien hoe die muziek die ik in mijn jeugd nog zo verachtte, nu mijn bestaan binnensluipt.”

Universal

recent

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Woods jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...

Roncha :: Fleecedekentje Thuglife

Berichtje aan alle rappers van België: goed bezig. Onze...

The Gentlemen – Seizoen 1

De serie The Gentlemen was een paar jaar geleden...

verwant

Blaue Blume :: Bell Of Wool

Net als je het niet meer verwachtte, vond het...

Blaue Blume :: Sobs EP

Meer drama. Meer melodie. Wie dacht dat Blaue Blume...

Blaue Blume :: Macabre

Even leek Blaue Blume van de aardbodem verdwenen. Zelfs...

Blaue Blume :: Syzygy

Neen, Blaue Blume doet niet aan barok. Wat dit...

43 Bijkomende acts voor Eurosonic Noorderslag

Eurosonic Noorderslag breidt de line-up uit met 43 nieuwe...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in