Belgica

En ondanks alle moeite die ze er in hebben gestoken, wilde Belgica voor de duvel maar geen hype worden. Ongeveer vijf seconden nadat de persvisie afgelopen was, postte men op Cinevox – de promo-website voor de Vlaamse film – een goed van hoofdletters, superlatieven en uitroeptekens voorziene rave waarin beweerd werd dat dit DE BESTE VLAAMSE FILM OOIT!!!!! was. De eerder matig positieve reacties op het Sundance Filmfestival werden voor vaderlandse consumptie voorgesteld als mateloos enthousiasme. De regieprijs die Felix Van Groeningen er in ontvangst mocht nemen, was een ultiem bewijs dat Belgica écht wel iets bijzonders was. De regisseur en acteurs zaten in elk radio- en tv-programma in het land om hun film aan te prijzen. Gratis tickets kon je scoren bij De Standaard, gratis Belgica-bier bij Humo.

En toch vertikten de mensen het koppig om mee te gaan in de hype – terwijl de Vlaming doorgaans nochtans vrij braaf gaat kijken naar hetgeen de marketing hem oplegt, of hoe verklaar je anders het succes van het grootste deel van die films? De verf pakte niet. Het is niet dat Belgica een flop is geworden – zeker in Gent, waar hij zich afspeelt, draait hij behoorlijk en hij zal sowieso ver boven de 100.000 kijkers eindigen, maar de resultaten zijn ver beneden de verwachtingen en niet in proportie met de moeite die er in de promocampagne werd gestoken. Mocht dit Allez Eddy zijn geweest, dan zou men staan te jubelen. Maar voor de opvolger van het Oscargenomineerde, 465.000 man lokkende Broken Circle Breakdown, is dat een tegenvaller.

En de film zelf? Die gaat wat verloren in het gedrang – als het niet genoeg geld in het laatje brengt naar ieders zin, worden de kwaliteiten van het product zelf vaak vergeten. Punt is dat Belgica, nuchter bekeken, inderdaad Van Groeningens zwakste film tot op heden is, die goed scoort op vlak van camerawerk en montage, maar die inhoudelijk zodanig magertjes is dat je er na een uur genoeg van begint te krijgen.

De plot draait rond twee broers, Jo (Stef Aerts) en Frank (Tom Vermeir), die samen het Gentse café Belgica overnemen en uitbouwen tot een hippe feesttempel waar iedereen welkom is. Dat gaat een tijdlang goed, tot (vooral) Frank zichzelf begint te verliezen in de drank en de coke – veel meer dan een uitbater, wordt hij op den duur eerder een niet-betalende klant in zijn eigen café. En dan nog een lastige, potentieel gewelddadige klant ook. Jo, die zichzelf veel beter onder controle heeft, probeert zijn broer terug te trekken van de rand van de afgrond.

En dat is het dan.Dat Belgica een extreem conventioneel verhaaltje vertelt over een broedertwist is in principe niet zo erg – alleen zijn die twee broers als personages niet bijster goed uitgewerkt en wordt hun verhaal op een zodanig episodische manier verteld dat het neigt naar de totale incoherentie. Frank is verreweg het beste uitgewerkt als personage: een volwassen puber die het gevoel heeft dat hij te snel is vastgeroest in een saai leven met zijn vrouw (Charlotte Vandermeersch) en kind. Hij smijt zichzelf in het nachtleven om de realiteit en verantwoordelijkheden te ontvluchten. Oké, fair enough. Maar die conclusie trekken we als kijker dus al na een half uur, waarna de filmmakers zijn personage ter plaatse laten trappelen tot ongeveer vijf minuten voor het einde.

Aan Jo zit nog veel minder vlees. Hij is de rationele van de twee, de verantwoordelijke die euh… nuja, die een tegengewicht moet vormen voor zijn broer. En dat is het wel zo ongeveer. Vroeg in de film wordt de moeizame relatie met hun vader aangehaald, maar daar wordt uiteindelijk niets mee gedaan – ze gaan, tegen hun zin, naar zijn begrafenis, waar Frank een sigaret opsteekt. Einde scène. De nevenpersonages lijken dan weer van het schap te komen: Charlotte Vandermeersch speelt de vrouw van Frank, die regelmatig haar bezopen vent mag uitkafferen maar voor de rest niet veel te doen krijgt. Waarom ze in de loop van de film nog een tweede kind met hem maakt en ondanks alles toch bij hem blijft, wordt nooit op een geloofwaardige manier duidelijk gemaakt.

Dat wil dus zeggen dat Belgica een film is die overeind wordt gehouden door de befabelde feestscènes waarover iedereen de mond vol heeft. En het is een feit: de schoudercamera wordt perfect gehanteerd, met shots die zo soepel en fluïde zijn dat je bijna een dronken gevoel krijgt. Je ruikt de sigarettenrook en het bier bijna. Het siert Van Groeningen trouwens dat hij deze scènes (naar Vlaamse normen dan toch) vrij brutaal in beeld durft te brengen – Achter de Wolken this is not – en dan is er uiteraard de muziek, voorzien door Soulwax, die de film, zeker in zijn eerste helft, voorziet van een krachtige energie.

Vormelijk zit het dus wel goed – alleen jammer dat er op dat decadent feest dat Belgica is, niet meer interessante mensen rondlopen. Mensen met wie je twee uur zou willen doorbrengen. In zekere zin is Belgica Van Groeningens meest persoonlijke film tot op heden, gebaseerd op zijn eigen herinneringen aan de Charlatan in Gent, wat het eens zo vreemd maakt dat de personages zo oppervlakkig blijven. Bovendien heeft de regisseur altijd al de neiging gehad om dramatisch conflict tussen zijn personages te definiëren als “mensen die ruzie hebben, beginnen te roepen en met servies smijten”. Die tendens is hier sterker dan ooit: wanneer de personages niet staan te dansen en zuipen, zijn ze aan het roepen, tieren, vloeken en vechten. Misschien komt het wel omdat ze tinnitus hebben van al die luide muziek, wie weet?

Tom Vermeir, als muzikant bekend van A Brand en als acteur van Eigen Kweek, heeft verreweg de beste rol en speelt die met een gepaste benevelde arrogantie. Stef Aerts lijkt aanvankelijk wat onwennig met zijn West-Vlaamse accent, maar groeit in zijn rol. Voor zover de personages in staat zijn om halfweg boeiend te blijven tot het einde, is dat volledig hun verdienste.

Belgica lijkt uiteindelijk te veel op een grote montage van een feestje waarop je jezelf niet thuisvoelt, omdat er geen vrienden van je zijn. Het is van moment tot moment misschien indrukwekkend om mee te maken, maar na een uur heb je het wel gezien en wil je ergens anders naartoe.

5
Met:
Tom Vermeir, Stef Aerts, Stefaan De Winter, Charlotte Vandermeersch, Hélène De Vos, Dominique Van Malder
Regie:
Felix Van Groeningen
Duur:
126 min.
2016
België
Scenario:
Felix Van Groeningen, Arne Sierens

verwant

Wil

Als een van de weinige Vlaamse oorlogsfilms, maakt Wil een...

De Acht Bergen (Le Otto Montagne)

De Acht Bergen brengt ons een verhelderende blik op...

Albatros

“Veel van wat ik eet is op aanraden van...

Blog: Breedbeeld Kortfilmfestival

Kortfilm is de filmvorm waarmee cineasten hun eerste stappen...

Beautiful Boy

Vier jaar nadat Felix van Groeningen menig christen tegen...

aanraders

The Iron Claw

Regisseur Sean Durkin is een kei in het evoceren...

Drive-Away Dolls

Nadat ze decennialang als tandem de filmwereld verrijkten met...

Dream Scenario

‘Nicolas Cage is de enige acteur sinds Marlon Brando...

Evil Does Not Exist (Aku wa sonzai shinai)

Films zijn doorgaans gebaseerd op een sterk verhaal, of...

La Chimera

De in Toscane geboren scenariste/regisseuse Alice Rohrwacher vestigde op...

recent

Julian Lage Trio

14 april 2024De Roma, Borgerhout

Girl In Red :: I’M DOING IT AGAIN BABY!

Somberte verkoopt, zo ook de sad girl aesthetic waar...

Tommy Wieringa :: Nirwana

Joe Speedboot, Caesarion, Dit zijn de namen en De...

Bad Nerves

31 maart 2024Paaspop, Schijndel

Chase & Status

31 maart 2024Paaspop, Schijndel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in