” Hope” staat er steevast te lezen bij het begin van een concert van Godspeed You! Black Emperor. “Jaja, zal wel”, peinst een weldenkend mens twee uur later dan, na het ervaren van alweer een apocalyptische doortocht van het collectief.
Donkere wolken pakten zich woensdag samen boven hartje Brussel, waar de Canadese postrockformatie nu écht definitief liet zien dat ze terug zijn en de vuistjes nog wel even in de lucht geheven zullen blijven. Wie kwam voor een nostalgische retrotournee, moet maar naar de Rolling Stones gaan kijken, en was er dan ook aan voor de moeite. Dat betekende dus niets uit Lift Your Skinny Fists Like Antennas To Heaven, geen “Moya” en geen “Sad Mafioso”. In plaats daarvan kreeg het publiek een weerbarstige dwarsdoorsnede van uitsluitend recenter of nieuw werk, waaraan, het moet gezegd worden, soms nog wel wat geschaafd moet worden. En noem ons nostalgische mierenneukers, maar dan mag zo’n ouwe klasbak nog wel eens van stal gehaald worden. Het concert leek dan ook een beetje op Asunder, Sweet and Other Distress, de laatste plaat van de groep: goed (tot zeer goed), maar uiteindelijk ook geen vermorzellende mokerslag.
De onheilspellend zoemende openingsdrone van “The Dead Flag Blues” legde langzaam maar zeker een geladen waas over de zaal, waarna de sinistere viool van Sophie Trudeau de “Hope Drone” op gang trok, tot er langzaam en gebulder ontstond dat door merg en been ging. Daarna stortte de groep zich meteen in een nieuwe compositie, die echter nog niet geheel op punt stond en op enkele krachtige momenten na, nooit helemaal van de grond kwam. Ondertussen ontbraken natuurlijk ook de indrukwekkende visuals niet, altijd een vast sfeerbrengend element tijdens een concert van Godspeed You! Black Emperor. Vooral tijdens een bulderend “Mladic” schoten flitsen van politiedossiers, protestacties, graffiti en beursstatistieken voorbij. De boodschap: vertrouw niets of niemand, ” The government is corrupt” en uiteindelijk zijn we allemaal ” Trapped in the belly of this horrible machine”. “Mladic”, furieus uitgevoerd en voortdurend inhakkend op elk deel van lichaam en geest, trok het concert uiteindelijk finaal op gang. Het pulseerde en broeide met zijn Oosterse motieven, en na afloop van deze dreunende kopstoot kon je alleen murw geslagen achterover leunen.
Gelukkig haalde de groep daarna een prachtige, gevoelige elegie boven waar de nadruk op emotie lag in plaats van het kopstooteffect, en waarop het even uitblazen was. Een viool en natuurbeelden wisselde elkaar mooi af, en alles leek even vredig in het Godspeed-universum. Op het einde mochten de gitaren uiteraard nog eens triomferend uithalen. Deze nieuwe compositie bekoorde dan ook meer dan de eerste. Daarna was het tijd om die nieuwe plaat Asunder, Sweet And Other Distress van stal te halen, waarbij de groep moeiteloos doorheen haar laatste werkstuk walste. Na het eerste, opzwepende deel volgde een toendra van ruis, waar elke spatje hoop uit weggezogen was. Dit was dan ook echt de soundtrack bij “The Road”. Ondertussen knisperende en flitste het verlaten gebouw van de hoes van Allelujah! Don’t Bend! Ascend! op de achtergrond. Een laatste oplawaai deed het Koninklijk Circus finaal op zijn grondvesten daveren, waarna de leden onder begeleiding van de overblijvende, diepe noise het podium verlaten. En het publiek: dat verdween weer in de betonnen jungle van de grootstad, terug opgenomen in de metalen radertjes van de grote machine.