Peter Houben hangt graag de flauwe plezante uit. Zo vindt hij het bijvoorbeeld leuk om via Facebook geïmproviseerde, valse recensies in de naam van magazines als Focus Knack of De Morgen de wereld in te sturen, waarin zijn muziek keer op keer de grond wordt ingeboord. Wat een ironie, want laat Go Out And Love The People nu net de meest muzikale Benny Zen-plaat tot nog toe zijn.
Met reeds een vierde plaat op de teller mag Benny Zen & The Syphilis Madmen intussen in ieder geval wel tot een vaste waarde in het Belgische indierocklandschap gerekend worden. Hoewel Houben zelf dat natuurlijk al heel lang is, want Benny Zen & The Syphilis Madmen is eigenlijk gewoon een volwassen versie van Nemo, het bandje waarmee Houben in het begin van de jaren negentig nog potjes mocht breken. Het was weliswaar een tijdperk waarin België nog geen echte wildgroei aan alternatieve bandjes kende en het dus nog net iets minder moeilijk was om op te vallen met je muziek, maar met Mitsoobishy Jacson (een indiegroep met Pascal Deweze, Guy Van Nueten en Mauro Pawlowski) verlegde Houben de lat nog maar eens, waardoor hij echt voorgoed in het muzikale geheugen gegrift zou blijven.
Dat het met Go Out And Love The People weer goed zit, voel je van bij opener “Drunk At Home”. Het nummer heeft een instant meefluitbaar openingsriffje en kondigt hiermee een muzikaal album aan. Al zal dat gevoel ongetwijfeld wel een beetje gecreëerd worden door het feit dat voorganger Tony The Hindu And The Advocates Of Science & Culture vooral een conceptplaat was en muzikaal iets minder kon bekoren. Bij dat plaatje was het idee om lachwekkende nummers over bekende figuren te brengen en dat maar liefst tweeëntwintig liedjes lang, met het gevolg dat sommige ervan al eens een vergezochte indruk maakten.
Dat is allesbehalve het geval met Go Out And Love The People, dat weer als een lekker potje ongeregeld klinkt. Zo is “Why Is My Baby So Pale?” een lekker onzinnummer dat echt nergens over gaat, maar dat je niettemin meteen wil meezingen. Nauwelijks ben je ervan bekomen of Houben laat met “Gonna Be Fixed” een lekker gitaarnummer op je los, dat een mens veel goesting doet krijgen om zijn oude Pavement-platen vanonder het stof te halen. Of luistert u liever naar een ouderwets verhaaltje over een vriendelijke robot? Ook dat behoort tot de mogelijkheden met “Go Out And Love The People” terwijl u het nostalgische indierocksfeertje van de jaren negentig echt nooit hoeft te missen.
Tot het muzikale hoogtepunt komt Go Out And Love The People echter pas met “Listen To The Noise”. Het is een nummer dat met het lekkere gezoem op de achtergrond niet nog meer indie had kunnen zijn, terwijl het lekker voortkabbelend gitaartje en Houben’s ludieke teksten je naar een goeie ouwe vredespijp doen verlangen. Nog meer van dat lekkers schuilt er in “Moses, Man I’m Hit!”, een nummer waarin zelfs de kerk een deel mag uitmaken van Houben’s pacifistisch imperium. Of wat dacht u van het plezante “Planet Yoyo”, een nummer waarin hij duidelijk maakt dat er tussen de globale financiële crisis en zijn bloeddruk geen enkel oorzakelijk verband bestaat?
Dat het Limburgs indierockarchief er met Go Out And Love The People weer een heuse klepper bij heeft, is na afloop van het plaatje bijgevolg wel duidelijk. Het plaatje is onderhoudend, geestig en dat zonder dat het entertainmentgehalte het muzikale aspect ooit hoeft aan te tasten. Wie bijvoorbeeld maar even aan The Bloodhound Gang of Danko Jones denkt, weet dat het heel anders kan. Niet voor Houben die zijn eigen niche als geen ander meester is.