Twee jaar nadat hun debuut Reverb Kisses positief werd onthaald, zijn de vijf mannen van You Raskal You terug met een meer volwassen plaat. De songs zijn nog sterker en meeslepender, dat is al duidelijk na de eerste luisterbeurt.
Al van bij de opener “Golden Arrow” hoor je dat You Raskal You niet het hipste genre speelt, maar wel bestaat uit ijzersterke muzikanten die weten wat ze willen spelen: warme, intieme en relaxte muziek. Geen wonder dat het merendeel van de nummers werd geschreven in een tuin in putje zomer. De sfeervolle gitaren, zachtaardige vocals en spaarzame toetsen vormen de ideale binnentrekker in het universum van You Raskal You. Het is alsof de band zich als Cupido komt aanmelden en een pijl in het muzikale hart plant. En zo volgen er nog negen stuks.
De sympathieke groep werd in 2005 opgericht onder de naam The Money door vijf vrienden uit Hoogstraten met een gezamenlijke liefde voor goede songs, een warm geluid en een nostalgisch gevoel. Twee jaar later herdoopte de band zich tot You Raskal You. En de muzikale bagage van de band is groot: er wordt uitgepakt met zowel dixieland, bluegrass, afrobeat als Malinese blues.
Afwisseling troef dus op It Takes A Whole Lot… Met het prachtige “Machine And Man” laat de band ons kennismaken met oude blues, al is de associatie met Fleet Foxes ook gauw gemaakt door de heerlijke harmonische stemmen en gitaren die gezamenlijk een warme sfeer scheppen. Ook met “The Bucket And The Rag” gaat het richting zuiden van de Verenigde Staten, maar dan naar het New Orleans aan het begin van de vorige eeuw. Spits vooral uw oren bij de weergaloze bijdrage van de Marckriver Jazzband op het einde van het nummer.
“Blue Alps” is rustgevend en intrigerend tegelijk dankzij dat ene pakkende melodietje. “Leaves Of Love” is iets rauwer qua stem, maar staat vooral voor akoestische pracht. Ook “Lover” is zo’n nummer om je geliefde een dikke knuffel bij te geven. You Raskal You brengt dan wel een ode aan het liefdesspel, zijn nummers worden nooit overdreven melig. Dit is eerlijke muziek in al zijn pracht.
Heel af en toe wordt de distortionknop eens opengedraaid. “The Plow” neigt meer naar rauwe bluesrock. En het aanvankelijke rustige “It’s Gone” mondt uit in een bijna rockende solo. Iets minder het onthouden waard, maar daarom niet minder mooi, zijn “My Love” en “Taken By Surprise”. Het eerste nummer ligt meer in de lijn van zeemzoete, warme pop. “Taken By Surprise” is dan weer bijna een slaapliedje, en dat is vooral positief bedoeld. De ideale afsluiter dus.
De albumtitel is behoorlijk lang, maar It Takes A Whole Lot… is gelukkig niet langdradig. Het is een verborgen parel die met het aantal luisterbeurten steeds meer gaat blinken. Het is geen schijf die binnen zoveel jaar niet meer beluisterbaar zou zijn omdat het genre geen hype meer is. Een tijdloos document dus. Doel bereikt? En of.