Met Let Your Hands Be My Guide maakte de Nederlandse Belg Chantal Acda een plaat die haar bevrijdde, op verschillende manieren. We ontmoeten haar in Leuven, waar ze vanavond haar tweede van vier opeenvolgende concerten met Nils Frahm speelt, in wiens thuisstudio in Berlijn het album op tien dagen tijd werd opgenomen en gemixt. Hij zorgde er samen met Peter Broderick, Gyda Valtysdottir en Shazhad Ismaily voor dat de groep muzikanten een sluitend geheel vormden, die geen woorden nodig hadden om te weten wat er ging gebeuren.
enola: Je frustratie vóór Let Your Hands Be My Guide was dat je altijd dingen voor anderen deed.
Chantal Acda: Het is niet zozeer dat ik iets voor een ander deed, maar dat het echt een samenwerking was. Craig Ward heeft bijvoorbeeld net zoveel input in True Bypass als ik en het is een complexe figuur om mee samen te werken. Ik heb me daar altijd naast gezet. Het is eigenlijk voor het eerst dat een samenwerking niet persé een compromis hoeft te zijn. Maar dat was ook het hele idee. Gyda Valtysdottir zag dat echt toen we aan het spelen waren: “Je zit vast, ik voel dat ook”. Toen heb ik daar met Nils Frahm heel veel gesprekken over gehad. Tot ik besefte dat ik alles van me af moest schudden en vrij moest zijn, dat het echt mijn ding moest worden.
enola: Kan iemand anders dan voelen of weten hoe het moet zijn? Is dan echt alles alleen doen niet de enige manier om invloed van anderen uit te sluiten?
Acda: Wat er naar mijn gevoel is gebeurd, op die plaats (in de studio in Berlijn, jp) en met die mensen, is iets dat volgens mij nooit meer terug gaat komen, toch niet in die mate. Ik kon zelfs bijna niet meer met Isbells spelen toen ik terugkwam van de opnames, terwijl ik dat doodgraag doe. Er is daar iets gebeurd, wat ik nog nooit had meegemaakt: niet in vriendschappen, niet in contacten, niet in muziek. Maar wel iets waar ik altijd naar zocht. Ik heb mensen rond mij gevonden die verder kijken dan het normale leven. Dat klinkt raar en het zijn misschien dingen waar je tegenwoordig niet meer over mag praten, maar het was echt iets spiritueel. Ik ben niet bezig met aura’s of wat dan ook, maar ik voelde me zo veilig terwijl ik zong en dat zagen zij. Het werd dus niet beïnvloed, maar omarmd door hen. Wat ik deed werd als het ware veilig gesteld: “daar blijven we af”.
enola: Maar dan zonder woorden.
Acda: Dat bleef onuitgesproken, ja. Het was gewoon een blik, we hebben bijna niet gepraat. Het was eigenlijk een breekpunt toen Shazhad Ismaily binnenkwam. Het zijn allemaal fantastische muzikanten in hun eigen ding en bij elk interview wordt vooral gevraagd naar Nils, wat ik ook snap. Hij heeft een hele grote en mooie rol gehad in dit verhaal. Maar het is eigenlijk Shazhad die Nils echt heeft opgepakt en neergezet: “hier, dit is het”, maar dan zonder iets te zeggen. Het werd opeens heel duidelijk voor iedereen, dat heeft geen seconde geduurd. Heel mooi voor mij. Ik snapte toen dat iedereen die in die ruimte zat, wist wat er ging gebeuren. Niemand met wie ik normaal muziek maak, kent dat stuk van mij, want dat is het stuk dat ik altijd heb afgeschermd. Het meest kwetsbare verdwijnstuk, waarbij ik er niet meer ben en me veilig genoeg voel om bij andere mensen te zijn en ze op dat moment aan te kijken.
enola: Vertel eens iets meer over Shazhad?
Acda: Shazhad is een muzikant zoals je er echt maar één hebt rondlopen. Dat gaat boven alles wat ik ken. Hij is echt zo ongelooflijk gevoelig en krachtig, creatief en vrij. Shazhad zat in een andere kamer en was aan het mixen, hij had op dat moment nog niks te maken met die plaat. Ik voelde wel zijn energie, hij had me een blik gegeven die me bijna tegen de muur duwde. Het is een heel ander mens dan ik ken, er zit iets in dat ik al zo lang zoek bij mensen. We hebben eigenlijk bijna niet gepraat, gewoon een hand gegeven, want hij was zelf druk bezig. Nadat we een eerste nummer hadden opgenomen liep iedereen even naar buiten en begon ik in mijn eentje al aan het volgende nummer, “Backdrops”. Ik was alleen dus ik liet me even gaan. Toen merkte ik dat Shazhad aan de deur stond te luisteren. Hij zei me: “je hebt geen idee wat je hier hebt”. Toen kwam hij binnen en nam een gitaar op. Ik zag Nils voorbij rennen en op de knoppen duwen om het op te nemen.
enola: Dat is ook het nummer waar alles samenkomt.
Acda: Inderdaad. Daarna ben ik ook keihard in janken uitgebarsten. Ik kon het echt niet meer houden, ik voelde me zo vrij en begrepen.
enola: Was het makkelijker om die verborgen kant te laten zien aan een vreemde, zoals Shazhad op dat moment?
Acda: Dat is het vreemde. Ik lijk heel open en heb hele fijne vrienden, maar zoals ik al zeg, dat stuk ziet zelfs mijn lief niet van mij. Dat is altijd alleen van mij geweest. Shazhad en eigenlijk ook Peter, nog meer dan Nils, waren voor mij mensen met wie ik dat echt kon delen en van wie ik ook het gevoel had dat we elkaar al jaren kenden. Dan heb je helemaal geen woorden en zelfs geen geschiedenis meer nodig. Ik heb heel veel dingen niet gezegd. Tegen niemand van hen. Heel veel dingen niet uitgesproken. Maar wel dingen die ik nog nooit verteld had.
enola: Geloof je op dat moment in toeval?
Acda: Nee, want ik was er klaar voor en ernaar op zoek ook. Ik zag die plaat echt als een project om mezelf vrijer te voelen en met mensen te werken waarvan ik wist dat ze me daar tot op een bepaalde hoogte mee konden helpen. Maar tot op dié hoogte … dat had ik nooit gedacht. Iets anders wat ik wou bereiken was het doorbreken van patronen. Nils wilde niet dat ik met afgewerkte nummers in zijn studio kwam zitten. Ik had dus aanvankelijk vrij weinig verwachtingen, ik had ook geen idee hoe die nummers moesten gaan klinken. Als Shazhad er niet was, dan hadden we misschien op een andere manier gewerkt en opgenomen, in oude radiostations of tunnels of zo. Maar de andere mensen heb ik wel heel zorgvuldig uitgekozen. Niet zomaar mensen die mijn pad kruisten en waar ik fan van ben. Het was echt jaren lang volgen en kijken, naar concerten gaan … dààr ben ik lang mee bezig geweest, niet hoe het moest klinken of wie welk instrument ging spelen. Nils ging aanvankelijk alleen maar producen maar hij heeft uiteindelijk heel de plaat vol gespeeld. Die kon zich niet inhouden, dat was zo schattig (lacht).
enola: Toch heb ik de indruk dat er een bepaalde rolverdeling was.
Acda: Naar mijn gevoel waren ze allemaal een schakel in het geheel. Er was een onbesproken rolverdeling en die werkte heel goed. Daar heb ik over nagedacht. Nils is echt een Duitser, heel geaard, ook heel bevlogen, dus die kan ook zo enthousiast worden dat hij mij meetrekt. Zijn manier van met klank om te gaan ook, dat analoge, is echt iets heel anders dan ik kende. En Gyda heeft de eerste twee opnamedagen alleen maar met haar rug tegen mij gezeten. Daarna is ze mee gaan spelen, maar ze heeft me eerst op mijn gemak gesteld. Peter Broderick is ook een bom, die stem van hem alleen al … hij wakkert ook iets aan bij Nils en omgekeerd. Ik wist dus dat we een goede dynamiek zouden krijgen. Waar ik echt geen zin in had waren mensen die hun liedje inspelen terwijl de rest zit te wachten, dat er steeds iemand anders binnen komt om een overdub te spelen. Ik wilde echt samenspel. Er samen in gaan, dus niet zoals het nu zo vaak gebeurt.
enola: Hoe zie je de toekomst nu?
Acda: Ik ben nog echt aan het genieten. De belangrijkste uitdaging ligt er nu in om het gevoel dat ik in de studio heb gehad, uit te dragen naar de live groep. Dat is een hele grote stap. Ik ga moeten leren om dat gevoel uit te spreken en te sturen, dat ga ik niet op twee maanden voor elkaar hebben. Maar ik ga ook niet heel lang wachten met een volgende plaat. Ik zit nu nog zo in deze, dat ik nog niet helemaal weet hoe die zal zijn. Ik ben ook heel intuïtief.
enola: Is daar met deze groep mensen over gepraat?
Acda: Nee. Maar ik denk dat als ik dezelfde groep terug wil, dat geen groot probleem gaat zijn. Met Nils werkte het super in de studio. Hij zei ook dat het de makkelijkste plaat is die hij gemaakt heeft. Opnames kunnen soms echt frustrerend zijn, ook voor een producer die zijn keuzes moet verdedigen, maar dit was echt fijn. Ik kan me niet voorstellen dat ik daar niet weer zou voor gaan.
enola: “Arms Up High” gaat over je vader. Heb je het gevoel dat je meer kunt of durft sinds zijn overlijden?
Acda: Ja. Dat heeft mij totaal veranderd, mij compleet wakker geschud. Toen hij ging sterven, wilde ik er echt niet bij zijn. Toen zei m’n vader tegen mij dat zijn vader — mijn opa dus — hem door erbij te zijn het grootste cadeau heeft gegeven dat hij ooit heeft gekregen. Er was een stervensbegeleidster bij, die had al een paar dagen eerder gezegd: “jij bent de enige die hem loslaat, dus hij gaat als jij erbij bent en niet als je moeder er is”. Ik was echt heel bang, maar dat moment heeft mij compleet veranderd.
enola: Je geeft in dat nummer veel van jezelf prijs, maar niet alleen van jezelf.
Acda: Ja … ik vond het een hele mooie dag, heel indrukwekkend. En mooi om dat moment te kunnen eren. Het heeft ook mijn moeder heel erg goed gedaan. Ik was een beetje bang om haar het nummer te laten horen omdat het zo confronterend is. Zij heeft alleen zijn strijd gezien en net daarom heeft het haar deugd gedaan.
enola: Het laatste nummer, “We Must Hold On”, is ook een favoriet. Het past ook zo goed aan het eind.
Acda: (krijgt de slappe lach). Als je dat Nils zou vertellen zou hij ook zo reageren. We hadden het nummer oorspronkelijk opgenomen op gitaar. Maar die gitaar moest weg van mij. Hij keek mij eerst onbegrijpend aan, tot hij een klik maakte en in een klein jongetje veranderde dat naar de andere hoek van de studio rende, naar de synthesizer. Er is nooit zo hard gelachen als toen. Dat deed echt zo’n deugd. Het was een risico, maar dat hoorde ook bij het hele proces. Dat is belangrijker dan de verkoopcijfers. Het was wel duidelijk dat dit nummer erop moest, want er zijn er uiteindelijk twee andere gesneuveld. Het moest echt (lacht).
enola: Vind je het niet jammer dat je niet kunt touren met de mensen met wie je deze plaat hebt opgenomen?
Acda: In het begin vond ik dat héél erg. Ik ga wel een paar shows doen met een deel van hen. Peter Broderick is net na de opnames verhuisd, terug naar Amerika. De bedoeling is wel dat, als ik in Amerika ga spelen — wat het plan is –,hij meespeelt. Nils Frahm zal heel regelmatig meespelen. Als we een Duitse tournee hebben, ga ik zeker Shazhad en Gyda laten komen. Dat wil ik écht écht graag.
enola: Aan het tourschema wordt nu nog gewerkt?
Acda: Ja, nu is het booken echt bezig. Ik heb nu een hele fijne booker die heel goed oplet wat hij doet: goed kijken wat de muziek precies nodig heeft en niet gewoon overal maar op alles ingaan. Dus ik voel me eigenlijk wel veilig bij hem.
enola: Duitsland is wel mee.
Acda: Interdaad, iTunes is ook op de kar gesprongen, dus dat gaat wel goed komen denk ik. Het is een fijn land om te spelen, dus ik kijk er wel naar uit. Beleefde maar toch enthousiaste mensen en alles is er goed geregeld. En zo’n toffe zaaltjes! Niet allemaal nieuwe zalen die er allemaal hetzelfde uitzien, maar echt nog van die old school zaaltjes, fantastisch. Ik kom niet alleen in het popciruit terecht, maar ook bij mensen die uit een andere hoek komen, dat had ik ook expliciet gevraagd.
enola: Dus geen ‘Later with Jools Holland’ voor jou?
Acda: Dat zou ik wel zien zitten (lacht), daar zie ik de humor nog van in. Zoals met Isbells bij ‘De Wereld Draait Door’ in Nederland, daar heb ik me kapot gelachen. Dan kom je nog eens mensen tegen … zoals in De Zevende Dag: Filip Dewinter en Bart De Wever. Ik was toen echt heel kwaad op hen en ik heb ze dat ook kunnen zeggen: “ik vind je een sukkel!”. Dat doet echt zo goed ’s ochtends om tien uur (lacht).
enola: Is het nu makkelijker om terug in Nederland te komen en te spelen?
Acda: Voor mij zal dat nooit makkelijk zijn. Ik kijk er wel naar uit want er zijn wel fijne plaatsen en fijne mensen … maar het is ook een land en een cultuur waar ik me eigenlijk los van gemaakt heb. Het is een hele rare tweestrijd die nog in mijn systeem zit, maar ik voel me er tegelijkertijd ver van verwijderd. Als ik daar nu terug ben zijn er vaak confrontaties met dingen waarom ik ben weggegaan. Vaak doelloze confrontaties ook, dan zit je bijvoorbeeld een boekje te lezen in de bushalte en komt er iemand naast je zitten die zegt: “Jezus, wat heb jij lelijke schoenen aan”. Ik wil dat niet, ik ben daar te gevoelig voor. Het is echt een compleet ander land dan je misschien zou denken. Van buiten lijkt het een goed land, maar ze zijn op veel zaken achteruit gegaan, sociale zekerheid bijvoorbeeld. Sommige dingen zijn uiteraard wel goed: fietspaden, de Waddeneilanden, de mensen in het zuiden, Brabant en zo, vind ik heel fijn …
enola: Je wordt ook iedere goed onthaalde plaat wat meer Belgisch.
Acda: Ik ben er stiekem wel blij om, dat is ook mijn doel om me zo binnen te wringen in jullie cultuur. Nog twee plaatjes en ik ben er! (lacht)
enola: Onlangs deed je het project ‘Nu Nog Even Niet’. Ik had je nog nooit in het Nederlands horen zingen.
Acda: Dat was inderdaad de eerste keer en niet eens met voorbedachte rade. Uiteindelijk is het een project geworden dat ik een warm hart toedraag en een stuk van mij geworden is. Het ging echt als een trein, in één nacht opgenomen, klaar. Niets meer aan doen, niets afgemixen, gewoon zo naar buiten. Lotte Dodion, die de gedichten schreef die als tekst dienden, die had me na een optreden haar gedichten gegeven. Ik speelde toen op een poëzieavond en ben toen zelf op haar toegestapt omdat ik geraakt was door wat ze deed. Toen ben ik naar huis gegaan en om 5 uur ’s ochtends had ik een EP opgenomen. Zij werd dus wakker de volgende dag en vond die in haar mailbox. Dat vond ze wel … interessant (lacht). Toen is dat project een eigen leven gaan leiden. Maar ik heb wel het gevoel dat het te kostbaar en kwetsbaar is om zomaar overal te gaan spelen, al heb ik er nu wel een fijn livegroepje rond met Gaëtan Vandewoude (Isbells), Inne Eysermans (Amatorski) en Eric Thielemans (EARR en tevens partner van Chantal).
enola: Ik weet niet of ik je stem zou herkennen als ik niet wist dat jij het was.
Acda: Ja, die is anders he? Ik snap ook niet hoe dat kan … taal doet zo veel. Maar zelfs bij “My Night”, waar Toby Litt de tekst voor schreef, heb ik dat ook. Puur omdat het mijn woorden niet zijn die uit mijn mond komen. Dat is eigenlijk wel mooi, als ik erover nadenk.
enola: Ga je dat nog doen, in het Nederlands zingen?
Acda: Ik denk het wel … maar dan zou ik ook weer willen dat iemand anders de teksten schrijft, want ik vind dat in het Nederlands echt niet makkelijk. Onder eigen naam? Da’s een goeie vraag … waar ik goed ga over nadenken, tot de volgende plaat uitkomt. Maar als het zo is, dan krijg jij credits voor dat idee (lacht).
Chantal Acda deelt op 1 december de affiche van Autumn Falls in de AB met onder andere Teho Teardo & Blixa Bargeld. Op 25 januari staat ze in de N9 in Eeklo.