In de metalunderground wordt hun naam al langer hardop en met een zeker respect gefluisterd, zowel om hun Bengaalse afkomst als om de puurheid van hun duistere deathmetal. We luisterden zo onbevangen mogelijk naar hun eerste plaat voor Relapse Records en kunnen besluiten dat het respect geheel en al terecht is.
Vetis Monarch is het pseudoniem van de man achter Weapon. Hij werd geboren in Bangladesh, maar verkaste naar Canada om van deze duistere band een succes te kunnen maken. We kunnen begrijpen dat dit soort satanische en opruiende muziek niet goed gedijt in een derdewereldland. Doorheen heel deze plaat hoor je wel de verbetenheid van een rebelse pionier. Deze man heeft een missie en daar zal hij niet van worden afgebracht.
Embers And Revelations is eigenlijk niet meer dan een erg klassiek deathmetalalbum, maar het is zeker ook niet minder. Dat Relapse Records het opportuun vond om een weinig bekende band te tekenen met een stijl die toch veel doet denken aan het Poolse instituut Vader of aan de Mexicaanse obscure occultisten van The Chasm, illustreert hoe weinig degelijke nieuwe deathmetalbands er nog zijn.
Weapon (en dus ook die twee andere bands) spelen overwegend snelle deathmetal, die niet overgeproducet is, met gevoel voor sfeer en gebracht met vakmanschap. Dat sluit toevallig ook heel erg goed aan bij onze voorkeuren. Toch zult u ons niet horen beweren dat Embers and Revelations een onmisbaar album is. Daarvoor is het allemaal net iets té veel afgeleid van de gevestigde waarden uit het genre.
Standvastigheid en een zeker mate van voorspelbaarheid zijn voor veel muziekfans (en zeker ook metalheads) positieve waarden, dus is het begrijpelijk dat Weapon ook zijn schare headbangers aantrekt. Dat is overigens ook terecht, want openingstrack “The First Witnesses Of Lucifer” en de daarop volgende twee nummers zijn woeste stukken duivelsaanbidding, die liefhebbers van alle soorten death- of blackmetal wel zullen bevallen.
Verder op het album, op nummers als “Liber Lillith” of “Disavowing Each In Aum”, horen we ook wat meer sfeervolle elementen. Sitars en klankschalen worden gemeden, maar toch klinkt er bij momenten wel iets oosters door in het melodieuzere gitaarwerk. Zonder echt vernieuwend of progressief te zijn, wordt er wel inventief omgesprongen met solo’s, sfeerstukjes en zo meer, en dat geeft het album een aangename flow. In het begin woest en duister, naar het einde toe nog steeds niet erg vrolijk maar wel iets bedachtzamer: dit alles geeft de indruk dat het album één verhaal wil vertellen.
Het slotnummer, “Shahenshah”, heeft nog een donkere psychedelische toets in zijn doomy death, en dan is het gedaan. Na achtendertig minuten, een treffende totaalduur voor een extreme metalplaat. In die tijd maakt Weapon de beloftes die de undergroundhype en het Relapse-logo inhouden grotendeels waar, maar zonder zichzelf ook meteen in de bovenste echelons van het genre te spelen. Die blijven niet alleen stevig bezet door de eerder genoemde bands, maar ook door acts als Immolation. Ga Weapon zeker checken als u liefhebber bent van dit soort muziek, in alle andere gevallen heeft dat echter weinig zin.