“America” was een hit, dus hij kon songs schrijven. Funny Looking Angels van Smith & Burrows werd zowat overal geprezen als het beste kerstalbum in tijden, dus had hij Razorlight duidelijk niet nodig om ergens te geraken. Conclusie: hij zou het wel alleen kunnen. Met Company kroont Andy Burrows zich tot een fijne singer-songwriter met een oor voor warme wintertunes.
Al is het niet de eerste keer dat Burrows solo de neus aan het venster steekt. Al tijdens zijn opzegperiode als drummer bij Razorlight was er het mini-album (al telt het meer tracks dan dit officiële debuut) Colour Of My Dreams voor een goed doel. En in 2010 werd hij plots I Am Arrows en was er een plaat vol aanstekelijke electropop. Geen dekmantels meer nu: Andy Burrows is na het kerstavontuur met Tom Smith van Editors definitief zijn eigen man geworden, klaar om de wereld met open vizier tegemoet te treden. En dat gebeurt overtuigend met Company, geen grootse plaat, maar een warm kleinnood.
“Klein is goed”; dat is het devies dat waarschijnlijk op de studiomuur stond gekalkt tijdens de opnamesessies. Meer dan piano en akoestische gitaar heeft Burrows vaak niet van doen, of het zou een voorzichtige drum moeten zijn. Zo is er bijvoorbeeld “Somebody Calls Your Name”, een countrydeuntje zonder gimmicks. Ook de titelsong is zo’n binnentrippelend nummer met aangename harmonieën als een warme deken.
Af en toe wordt er toch breed uitgepakt, en dat is vooral in het geval van “Hometown” een schot in de roos. Het is het enige moment op Company dat je denkt “mja, dit had hij nog aan Johnny Borrell verpatst gekregen”; een dramatisch trage piano barst open in een armwuivend refrein, een zwerm strijkers wordt losgelaten. Het stof waar anthems van worden gemaakt.
“Because I Know That I Can” is popmuziek, die met wat extra bliepjes zo op die I Am Arrowsplaat had gekund: zomerser dan dit wordt Company niet, wat garandeert dat Burrows ook rond april nog altijd van pas zal komen. En ondertussen is er nog het door Mark Ronson meegeschreven “Keep On Moving On”, dat het gat opvult dat de zon aan het begin van de winter achterlaat, met alweer een erg aanstekelijke uptempomelodie en de mooiste “oohs” die we dit jaar al hoorden.
Het beste komt echter al halverwege in de vorm van een smachtend “indestructable” in “Maybe you”. Het is de culminatie van een prachtmelodie die Company in een notendopje samenvat: neen, het is niets opzienbarends, noch levenveranderend, maar het is zó schoon dat het deze killer wordende dagen net dat tikje draaglijker maakt. Het is niet zo veel, maar het is meer dan genoeg om Burrows in de armen te sluiten.