En plots waren ze daar, de Antwerpse Hamsters, met hun overwinning op de Motives For Jazz Contest in 2007 en het Dinant Jazz Nights Festival in 2008. Zowel de titelloze demo als de erop volgende concerten werden doorgaans erg enthousiast onthaald, waardoor de lat voor hun officiële debuut meteen al erg hoog werd gelegd. Er kan echter op twee oren geslapen worden: het resultaat was het wachten meer dan waard.
Je hebt hier, ondanks die geruchten over jonge wolven die een revolutie bekokstoven, natuurlijk ook niet te maken met muzikanten die vanuit het niets verschijnen. Alle vijf spelen deze knapen al jaren in talloze bezettingen, wisten ze zich in de kijker te spelen en hebben ze zich op korte tijd opgewerkt tot een nieuwe generatie van de Belgische jazz. En als er dan toch opgelijst moet worden, dan is tenorsaxofonist Andrew Claes waarschijnlijk meest bekend van BRZZVLL, Weijters van Dez Mona en zijn recent verschenen CD met Chad McCullough en Frederik Meulyzer van Stray Dogs. Erg uiteenlopende projecten, waardoor je meteen al weet dat je geen klassieke jazz hoeft te verwachten. Maar je kan net zo goed stellen dat bassist Janos Bruneel en altsaxofonist Lander Van den Noortgate ook essentieel zijn voor het groepsgeluid.
Vooral die laatste, zo’n beetje het gezicht van de band, drukt een erg belangrijke stempel door vijf composities aan te voeren die even divers als boeiend zijn. Het zijn stukken die vrij zijn van formuledenken, gebracht worden met de nodige branie, voor een uitdaging willen zorgen zonder daar al te ver in te willen gaan en bovendien een platform bieden voor elk van de medemuzikanten. Die naam dekt de lading dan ook vrij goed: hier hoor je geen leider die omringd wordt door ondersteuners. Hoewel hier niet wordt gespeeld met klassieke rock-’n-rollstructuren, heeft het wel een groot bandgevoel, wat ongetwijfeld te maken heeft met hun gecontroleerde kracht en onderhuidse baldadigheid, die constant lijkt te willen ontsporen.
Het openingstrio dat Van den Noortgate schreef, bestrijkt meteen een imposant spectrum van stijlen en geluiden. Een liefhebber van traditionele jazz schrik je er niet mee af, maar je kan wel nog volk over de streep trekken dat nog steeds gelooft dat deze muziek duf moet zijn. "There’s No Such Thing As…" is de ideale opener, die vanuit een polsende intro (met meteen al een prachtige sound; let vooral op de donkere basklank van Bruneel) opbouwt naar een eerste scharniermoment dat er komt na goed anderhalve minuut. Troeven: de mooi aanvullende manier waarop alt en tenor aan hetzelfde zeel trekken en die staccato uithalen, die het geheel naar het New York van The Lounge Lizards lijken te willen voeren, met een vaag filmisch sfeertje en spy novel cool.
De dierentuin van stemmen en instrumentengeprul die het titelnummer op gang brengt, herhaalt nog meer eens het gebrek aan afremmende ernst dat hier tentoongespreid wordt. Grappig hoe er vanuit die overstuurde jungle vol apengekrijs en toekangeklop wordt gemusiceerd naar een soulvol thema dat later nog een paar keer de kop opduikt. Mooi ook, hoe bij geen van deze muzikanten de behoefte lijkt te bestaan om al die composities meteen vol te stouwen met overdaad. Soms wordt een omweg gemaakt, bewust niet gekozen voor een effect waarmee gescoord zou kunnen worden, en dat strekt hen tot eer. En het is bovendien ook eens fijn om een roedel muzikanten aan het werk te horen die zonder enige gêne elementen uit de popcultuur haalt (het korte "Fix And Finish" lijkt haast geplukt uit een Steely Dan-sessie), maar die perfect weet te verwerken in zijn jazz.
Dat Van den Noortgate geen postmodernist is die alles tussen haakjes plaatst en voorziet van de nodige ironie, wordt dan weer bewezen door het verrassend integer klinkende "New Balance", dat teert op frêle lyriek en melodische vindingrijkheid (let ook, opnieuw, op de bassolo). Zijn springerige "Ring’s Worm" is dan weer van een heel andere orde: een nerveus brokje free dat racet van Coleman naar Ayler en terug en het soort materiaal is waarmee je het dak van een kleine club eraf blaast.
In vergelijking daarmee zijn de vier composities van pianist Weijters iets minder excentriek en divers, al is ook zijn wereld een samensmelting van schijnbare onverenigbaarheden: luister eens hoe in "What’s Wrong?" het statige begin leidt tot een bombastisch thema en het nummers vervolgens enkele gedaanteverwisselingen ondergaat, waarbij vooral Weijters’ kletterende pianospel tegen een achtergrond van rommelende drums opvalt. Of "War For Peace" en "What Did You Say?": moderne stukken jazz met minder uitgesproken thema’s die misschien iets meer concentratie en beluisteringen vergen dan van den Noortgate’s stukken, maar best inventief zijn op een geniepiger manier.
De verwachtingen waren hooggespannen, maar ze worden dus overtuigend ingelost. Hamster Axis Of The One-Click Panther heeft met z’n debuut misschien nog niet meteen getekend voor een klassieker, maar het overtuigende talent van deze nieuwkomer aan het Belgische jazzfirmament kan niemand ontgaan. Dit is een kwintet dat speelsheid koppelt aan diepgang, zowel vorm als proces in vraag stelt en je met Small Zoo een straf visitekaartje in de handen duwt. Het is dus toegeven: Antwerpen leidt met 1-0. Wie is klaar voor de uitdaging?