Soms moet je durven toegeven aan oerinstincten. Als luisteraar, maar ook als band. Well Hunger is zo’n instinctproduct: versterkers op maximum, een brok adrenaline achter de drumkit en doodsverachting als basisprincipe.
Kapitan Korsakov — soms heel subtiel afgekort als KKK — klinkt als de chef van een nucleaire onderzeeër die het sinds het verdwijnen van de Muur allemaal niet meer zo goed weet en dan maar zijn prioriteiten opzoekt in een fles wodka. Al leert een rondje googelen dat er zoiets bestaat als het syndroom van Korsakov, een aandoening genoemd naar een gelijknamige Russische psychiater. Patiënten die last hebben van het syndroom kampen met geheugenproblemen veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik. Of er een link is met Kapitan Korsakov is niet duidelijk, maar gezien de woeste rock-’n-roll die de band serveert, zijn dergelijke connotaties best leuk. En geef toe: Kapitan Korsakov, dat bekt toch gewoon lekker.
Al gaat het natuurlijk in de eerste plaats om de kwaliteit van de muziek en niet om de naam waaronder ze uitgebracht wordt. Muzikaal zit het gelukkig best snor bij Kapitan Korsakov. De band grossiert in, wat ze zelf noemen, alternatieve noise-rock, een omschrijving die lijkt aan te geven dat de band best wel wil meesurfen op de golf van 90’s-nostalgie, zij het op een ietwat andere manier dan de Pat Krimsons van deze wereld.
Opener "When We Were Hookers" doet bijvoorbeeld denken aan wat Melvins deed ten tijde van Stag. "Sylvie" lijkt dan weer op een opgedreven versie van Mudhoney terwijl in "Wild Smile" subtiele elektronica en moddervette gitaarrifs vermengd worden zoals Millionaire dat ooit deed. Maar ook recenter werk valt te traceren in deze debuutplaat: "Fugu" had zonder problemen op het debuut van The Germans kunnen staan.
Van het grote vierkant dat door die vier bands afgebakend wordt, heeft Kapitan Korsakov zijn speeltuin gemaakt. Het is een beetje een verloederde speeltuin, waar al eens junks rondhangen en een gestoorde gek de scherven van een flesje discountpils beneden aan de schuifaf in het zand gooit, maar het is best spannend toeven in die bewuste speeltuin, en dat valt ook te horen op Well Hunger.
Razernij lijkt op die plaat meer dan eens aan de macht, en dan hebben we het niet alleen over de tornado die "Fuck You" is, of over de oerschreeuw in "Wild Smile", maar over de algehele atmosfeer die de plaat uitademt. Het voelt zelfs bijna onwennig aan wanneer zich plots, in de vorm van "Untitled" een broze en akoestische afsluiter aandient. Hoewel: nadien volgt nog "Sheep Dip", een nummer dat voor Kapitan Korsakov zo’n beetje is wat "The Diamond Sea" is voor Sonic Youth.
Hoewel Well Hunger niet bijster origineel is, is de invulling die aan de muziek gegeven wordt dat wel. Kapitan Korsakov kickt op zijn eersteling als geen ander en dat valt alleen maar toe te juichen. Als dit het debuut is, wat zal dat dan geven eens de band gerodeerd is?