Nuclear Blast, 2009
Behemoth is al meer dan vijftien jaar het vehikel waarmee Nergal en
zijn band niet alleen filosofische contemplaties over deze en
andere werelden met ons delen, maar waarmee ze zich ook compleet
uitleven in extreem heftige en complexe muziek. Jammer genoeg stond
de boog al die jaren niet altijd even gespannen. Dat was er ook
duidelijk aan te horen op de vorige twee albums: ‘The Apostasy‘ en
‘Demigod’ waren nog steeds heftig en complex, maar ook te klinisch
en te voorspelbaar. Zo probeerden ze vooral te hard om nog steeds
te klinken als diepzinnige en boosaardige sjamanen, terwijl ze
eigenlijk al lang een geroutineerde hardrockband waren.
Daar had het succes van de albums ‘Satanica’, ‘Thelema.6’ en ‘Zos
Kia Cultus’ voor gezorgd: drie superklassiekers in het mengselgenre
van death en black metal. Eender welke metalband
die erin slaagt om drie tijdloze albums op rij uit te brengen,
verdient zonder twijfel ons respect, ongeacht de foute keuzes die
later gemaakt worden. De luistersessies voor ‘Evangelion’ begon ik
bijgevolg met gemengde gevoelens: zou het een derde (relatieve)
stinker op rij worden, of wist Nergal zijn band eindelijk op te
zwepen naar een nieuw hoogtepunt?
Als je de cd opzet, word je onmiddellijk bij de keel gegrepen door
‘Daimonos’. Je hoort dat ze hun neiging tot overproductie hebben
losgelaten en zich meer concentreerden op de sfeer van de nummers.
Het nummer kent een typisch bombastisch, chaotisch verloop met
snellere en tragere gedeelten, met daar overheen Nergals
overdonderende oergrom. Die stem wordt gelukkig niet meer digitaal
buiten proportie opgeblazen.
Het album gaat verder met het veel fellere ‘Shemhamforash’. Hierin
horen we ook hoe de groep bij momenten neigt naar de oosterse
mystiek. Qua spirituele inspiratiebronnen is dit album trouwens
minder rechtlijnig dan sommige van hun voorgaande. Zowel Perzische,
Griekse als Indische mythologie wordt geïncorporeerd, en het
laatste nummer heet heel gewoon ‘Lucifer’. Het nummer zelf is
trouwens niet zo gewoon. Het is een doom/death track, die
zich ruim acht minuten voortsleept in een beklemmende, duistere
ambient sfeer. Iets nieuws voor Behemoth, maar best
geslaagd.
De lengte van de andere nummers werd meer ingeperkt; als geheel
klokt het album af onder de 45 minuten waardoor het daadkracht en
zelfzekerheid uitstraalt. Ik zit er alleszins niets mee in om het
twee keer na elkaar op te leggen.
Behemoth heeft natuurlijk zijn wortels in de black metal van het
begin van de jaren negentig. Tegelijkertijd zit de groep nog steeds
in de voorhoede van de extreme metal. Die wortels hoor je
bijvoorbeeld nog in het naar een climax opgebouwde ‘Alas, The Lord
Is Upon Me’, en de tragere gedeeltes van ‘He Who Breeds
Pestilence’.
Daar tegenover staan ‘Ov Fire And The Void’, dat behoorlijk
eigentijds groovy is, en ‘The Seed Ov I’, dat verraadt dat
meer dan eens aandachtig werd geluisterd naar Gojira’s laatste twee
albums. Een geweldig nummer is dat trouwens, met enkele pakkende
dissonante solo’s. Dat gedoe met die ‘ov’ blijft dus ook gewoon
duren. Maar dat is hen vergeven, als ze zulke headbangkrakers als
‘Transmigrating Beyond The Realms Ov Amenti’ en ‘ Defiling Morality
Ov Black God’ schrijven.
Op ‘Evangelion’ horen we terug de Behemoth van het triootje
topalbums dat ik boven vermeldde. De verrassing is er natuurlijk
af, maar elk van de negen tracks zit vol met die typische Behemoth
bombast die de luisteraar vult met een satanisch
superioriteitsgevoel. Nergal weet als weinig anderen hoe hij zijn
nummers dynamisch kan structureren zonder ze in een klassiek of al
te voorspelbaar patroon te sturen. Dat doet hij bovendien door een
beperkt gebruik van samples (die kraaien, geniaal!) of
keys en het behoud van die unieke duistere sfeer. Een
vakman dus, en ‘Evangelion’ is er om dat te bevestigen na twee
quasi dwalingen.
Die mystieke hoogtepunten van enkele jaren geleden zullen wellicht
niet meer gehaald worden, maar ‘ Evangelion’ is wellicht het eerste
album van Behemoth dat geen verdeeldheid zal zaaien onder de nieuwe
en oude fans.
Behemoth speelt op 1 november spelen ze in Trix (Hof ter Loo)
in Borgerhout (Antwerpen).