Al ettelijke jaren balanceert Camera Obscura met zijn naar de fifties refererende indiepop op het randje van kitsch en puberale sentimentaliteit, om steeds aan de juiste zijde te landen. "This maudlin career must come to an end", ("maudlin" betekent zoveel als overdreven sentimenteel) zingt Tracyanne Campbell nu op de titeltrack van My Maudlin Career. Maar zover is het nog niet.
Oké, waar Campbell op voorganger Let’s Get Out Of This Country het liefdesverdriet nog met open armen ontving ("Lloyd, I’m Ready To Be Heartbroken"), steekt op My Maudlin Career een gezonde voorzichtigheid de kop op. In plaats van zich onbezonnen in puberale verliefdheden te smijten, probeert Campbell zich er ditmaal eerder van te weerhouden. Maar lyrics als "I wish my heart was as cold as the morning dew / but it’s as warm as saxophones" ("Honey In the Sun") bewijzen enkel dat haar pogingen tevergeefs zijn. De verliefdheid is de rationaliteit steeds een stapje voor.
My Maudlin Career barst dan ook meer dan ooit van de blazers en strijkers. Op kousenvoeten sluipen ze de strofes binnen om Campbells weekhartige refreinen uiteindelijk met volle kracht te onderstrepen. "I wanted to control it, but love I couldn’t hold it", zingt Campbell in de aanstekelijke opener "French Navy" en dan kan ze het net zo goed hebben over het strijkerorkest als over haar bevlieging. De vioolintro van "Careless Love" refereert dan weer even aan Andrew Bird, maar gaat nadien evenzeer de klassiekere toer op. Rijke, warm georkestreerde arrangementen sluiten uiteindelijk het nummer af, als ging het hier om een romantische balscène in een kostuumdrama.
Bij zowat eender welke andere band zou zo’n overdosis aan sentimentele grandeur ons in luttele seconden het huis uit jagen. Tracyanne Campbell weet de injectie strijkers doorgaans echter met haar teksten te temperen. Door ongegeneerd naar haar fictieve love interests uit te halen, houdt ze spanning tussen verliefdheid en relativering strak genoeg om te blijven boeien. Schrik dus niet wanneer je op een dag luidkeels "you with your dietary restrictions" ("French Navy") of "your pain is gigantic but it’s not as big as your ego" ("My Maudlin Career") staat mee te kelen.
Toch wil de orkestratie al eens gaan tegensteken. Niet alleen komt ze nog te vaak uit dezelfde hoek — vergelijk de strijkers van "French Navy" maar eens met die van zijn zwakkere opvolger "The Sweetest Thing" — maar ze blijkt op My Maudlin Career ook regelmatig overbodig te zijn. Camera Obscura bewijst op deze plaat vooral dat het ook als band op zich, zonder de grandeur van hoorns en strijkers, bijzonder sterk staat.
Bewijsstuk nummer één: "James", een rustiger nummer dat het vooral moet hebben van een kluwen van drums en wrange elektrische gitaren. Er kunnen weliswaar nog enkele violen ontwaard worden, maar het is de aanzwellende soundscape van Camera Obscura’s reguliere instrumentarium — stagnerende drums, orgel, gitaar en Campbells herkenbare stemgeluid — dat het nummer van zijn schitterende volheid voorziet.
Bewijsstuk nummer twee is "Forests & Sands", dat net als "James" aan de tragere kant is. Ook hier vormt de zeer basic percussie een kader waarin orgel, stem en gitaren worden samengebald, al sluipt ditmaal ook een lichte country-vibe het nummer binnen. Insert een ongelooflijk catchy refrein en je hebt wat wel eens het hoogtepunt van My Maudlin Career zou kunnen zijn. Maar geen regel zonder uitzondering, natuurlijk, en dat is hier "Other Towns & Cities", dat té traag en té lang blijft aanslepen. Het is slechts een klein minpuntje op een anders heerlijk album.
Waar kleppers als "French Navy" en "Honey In The Sun" — de opgewekte melodieën die de plaat respectievelijk inleiden en afsluiten — je ongegeneerd de jeugdige, doch ironische wereld van Camera Obscura binnen sleuren, zijn het de schijnbaar soberdere nummers als "James" en "Forests & Sands" die je er houden. Een zomerplaat die ook de winter kan overleven.