



85 min. / VS /
2007
Un, dos, tres , quatorze! En we zijn vertrokken. Na de
proeftesten met animatieprenten ‘Beowulf’ en ‘Fly Me to
the Moon’ mag Bono en zijn bende officieel de nieuwe 3D-revolutie
inluiden. Een revolutie waar Vincent Price nog over zou kunnen
meespreken, mocht hij al niet een paar jaar in zijn
driedimensionele kist liggen. Het feit dat de allergrootste spelers
in Hollywood bezig zijn met hun eigen grootschalige 3D-projecten
doet echter vermoeden dat het deze keer menens is. Het aan
home theatres gekluisterde publiek moet terug naar de
cinema, en 3D-technologie wordt het belangrijkste wapen in de
strijd om de zitjes te vullen. Op de grote kanonnen (Avatar!
Tintin!) is het nog even wachten, maar voorlopig is de
3D-registratie van U2’s Vertigo-tour in Zuid-Amerika een aangenaam
testertje wat betreft de mogelijkheden van wat de nieuwe
bioscoopervaring moet worden. Een vergelijking met
geluidsfilmpionier ‘The Jazz Singer’ dringt zich bijna op, maar zo
innoverend is het 3D-ego van Bono nu ook weer niet.
Ze moeten zowat de populairste rock-en popband van de wereld
zijn, en uit de peperdure klank-en lichtshow die werd samengesteld
voor de allereerste 3D-concertfilm ‘U2 3D’ laten de mannen uit
Dublin zien waarom ze die titel al een aantal jaren achter hun gat
meeslepen. Een arsenaal digitale camera’s werd ingezet om de
kijker te laten genieten vanuit de beste plaatsen op, naast en
boven het podium, de kleuren van de gigantische neonverlichte show
spetteren de 3D-brilletjes binnen en de strapatsen van Bono’s ego
werden vanuit elke mogelijke hoek vastgelegd. ‘U2 3D’ is en blijft
‘maar’ een concertfilm, maar het is wel de eerste die zo dicht bij
de ervaring van the real deal lijkt te komen. En het is
gewoon ook aangenaam om eens niet om de vijf minuten een verdwaald
bekertje zeikbier in je nek te krijgen. Toch bedankt aan het fijne
gezelschap achter me dat zijn best deed om ook die ervaring zo
getrouw mogelijk te evoceren.
Ironisch genoeg is het opvallendste aan ‘U2 3D’ het spaarzame
gebruik van de 3D-gimmick om zoveel mogelijk attributen de zaal in
te laten priemen. De lettertjes vliegen flitsend om de oren, Bono
reikt eens de hand uit naar de toeschouwer (opgenomen op een leeg
podium en dat merk je), Clayton dreigt een paar keer om met zijn
stoere bas langs je knikker te schuren, maar voor het overgrote
deel van de show wordt het 3D-procédé voornamelijk gebruikt om het
ultieme VIP-zitje aan te bieden, dat je zo dicht mogelijk bij de
muzikanten brengt. Regisseurs Catherine Owens (ook al betrokken bij
de multimediale ZOO TV-tour) en Mark Pellington (hij van ‘Arlington
Road’, maar ook van de schitterende Foo Fighters-clip ‘Best of
You’) wilden geen afbreuk doen aan het concert door te pas en te
onpas de kijker met 3D-foefelarij af te leiden, en hebben dus alles
gefilmd, gemonteerd en gecompileerd (de show van twee uur werd
herleid tot een dikke tachtig minuten hoogtepunten) in functie van
het optreden. En dat optreden is technisch perfect, oerdegelijk en
met de grootste overtuiging gespeeld, maar nog voorspelbaarder dan
de garderobe van de flashy gebrilde frontman.
De setlist bestaat eigenlijk uitsluitend uit de allergrootste
U2-hits van de laatste twintig jaar. Sommigen blijven nog altijd
snoeihard overeind, terwijl andere, niet toevallig het meer recente
werk, ongeveer even magisch klinken als een radiowekker die
toevallig op Q-music is gesukkeld. ‘Vertigo’ is een opzwepende
opener (ook al kan Bono nog altijd niet tellen in het Spaans) om de
opgefokte Zuid-Amerikaanse fans in vervroegde extase te brengen,
‘Sunday Bloody Sunday’ blijft een joekel van een protestsong die je
niet luid genoeg kan meejoelen, maar wanneer met het
onvermijdelijke ‘Beautiful Day’ de platte commerce het stadion
overneemt, heb je toch veel zin om naar huis te trekken en ‘Rattle
and Hum’ op te zetten. En ook het intieme ‘With or Without You’
moet serieus wat kracht inboeten wanneer half Buenos Aires het niet
geheel toonvast staat mee te zingen. Maar ook al is die vurige
spirit van het vroegere werk de laatste jaren wat uitgedoofd, je
zal het niet merken aan de prestaties van showbeest Bono, meer
verdraagzame sidekick The Edge (die zich duidelijk meer
amuseert als hij zijn striemende gitaargeluiden uit de oude doos
mag bovenhalen), enigmatische bassist Adam Clayton en patserdrummer
Larry Mullen Jr. Ze staan er met volle overtuiging en weten perfect
hoe ze hun bewonderaars op de wenken moeten bedienen.
Maar zelfs de oogverblindende show (mijn kop eraf als er geen
subliminale Coca-Cola-reclame verborgen zat in die neonlichten) en
de strakke regie van de concertbeelden (lange overzichtsshots,
zwierige over het hoofd-zweefbeelden en indrukwekkend dichte
close-ups wisselen elkaar evenwichtig af) kunnen niet verdoezelen
dat Bono de wereldverbeteraar toch net iets te veel op de zenuwen
werkt en de opzwepende rockervaring van tijd tot tijd moet
lamleggen voor een inspirerende boodschap. Hij mekkert wat in het
Spaans, laat de mensenrechten voorlezen en predikt om de twee
liedjes voor wereldvrede. Soms werkt het, maar als hij na het
krachtige ‘Pride (In the Name of Love)’ begint over Martin Luther
King en het publiek bespeelt met ‘not just an American dream,
but also an Latin-American dream’, krijg je toch veel
goesting om de 3D-Bono van het scherm weg te pietsen. Iets meer
trommelvliesverdovend gerock en iets minder gewauwel had wel
gemogen.
Voor de die hard U2-fans zal er wellicht een tweetal punten
bijmogen, maar voor de rest is ‘U2 3D’ zeker geen onmisbare, maar
altijd entertainende en bij momenten spectaculaire
3D-stadionrockervaring. De groep doet wat van hen verwacht wordt,
het haarscherpe dieptebeeld neemt je vlotjes mee naar de beste
plekjes tussen het meekwelende publiek en het zal een mooie
voetnoot worden voor de 3D-revolutie aan het begin van de
eenentwintigste eeuw. En je krijgt er vooral veel goesting van om
naar een écht concert te gaan. Omdat ik nu toch al een klein beetje
in mijn pyama en slippers vertoef, zal ik het er bij houden
zachtjes de ogen te sluiten en nog eens het geweldige ‘The Joshua
Tree’ op te leggen.