Naast Ingmar Bergman, smörgåsbord en Ericsson staat Zweden
natuurlijk ook bekend om zijn mierzoete popmuziek. Doorheen de
jaren liet de natie onder meer ABBA, Roxette en Ace Of Base op ons
los – toegegeven, ergens heeft dit wat weg van een reeks plagen van
bijbels formaat. In 1997 voegden zij Robyn toe aan dat lijstje: een
tienerzangeresje van achtenzeventig in een dozijn die zich met
‘Show Me Love’ en ‘Do You Know (What It Takes)’ even in de
internationale hitparades vertoonde. Haar succesverhaal werd al
snel voornamelijk tot het thuisland teruggedrongen, alwaar ze even
geleden haar vierde plaat uitbracht. Wist zij veel dat twee jaar
later een extra track met Kleerup zou leiden tot een als zoete
broodjes verkopende re-release van de plaat, een tweede Europese
doorbraak en het respect van menig criticus.
Dit alles is haar ten volle gegund, want ‘With Every Heartbeat’
behoort tot de beste singles uit het commerciële circuit van 2007:
een inventieve dj-samenwerking die via een boeiend uitgestippeld
parcours het vaak al te goedkope dance-genre de broodnodige finesse
en warmte toedient. Wie in de nasleep daarvan een album verwachtte
dat dezelfde truc nog een tiental keer probeert over te doen, zal
echter voor een verrassing komen te staan; een woord dat we in de
context van een popplaat pur sang zeer graag horen.
De nieuwsgierigaard die een paar keer doorklikte op Youtube heeft
ondertussen zeker al kennis gemaakt met de vijf voorafgaande
singles die uit het album al gereleased werden. Nummers die de
variatie in de stilistische mix illustreren. Waar ‘Handle Me’
minimalistische electropop een hoge bubblegum-factor meegeeft, giet
‘Konichiwa Bitches’ over deze ondergrond cartooneske raps (“Hit
the gong gong bring the sumos on / I’m a kick ass all the way to
Hong Kong / Make their balls bounce like a game of ping
pong”). ‘Be Mine!’ is een vrolijk meezingertje dat door de
strijkersloop naar ‘Papa Don’t Preach’ knipoogt; ‘Crash And Burn
Girl’ voegt daar nog een extra laagje funk aan toe. Op het vlak van
camp gaat ‘Who’s That Girl’ dan weer voluit: een onweerstaanbare
retrotrack die de synthpop van eighties Madonna vermengt met de
kleurrijke Cyndi Lauper-sfeer.
Ook op de rest van de plaat blijft Robyn verschillende hoeken van
de popgeschiedenis uitkammen. De opstoot van door reggae-ritmes
beïnvloede rap uit het begin van de jaren negentig krijgt een
futuristische make-over op ‘Cobrastyle’. ‘Bum Like You’ dient TLC’s
‘No Scrubs’ van een contrasterend antwoord (“You’re always up
to no good / You catch on like a bonfire / Every single worn out
line is shiny and new / I never met a sweeter liar”), hoewel
ze op de prototypische r’n’b-song ‘Should Have Known’, die Janet
ongetwijfeld met graagte had overgekocht, toch toegeeft dat ook zij
blind is geweest voor de slechte mansmens. Als de normaalste
Jackson dan toch inkopen aan het doen was, zou ook ‘Any Time You
Like It’ bij haar in het oog springen: de ijl gezongen, zachte
groove die samen met het wiegelied ‘Eclipse’ de balladsectie
uitmaakt. Doorheen de hele tracklist is het enkel de wat
kinderachtige ‘Rich Girl’-rehash ‘Robotboy’ die voor een
klein dipje zorgt en aldus het enige moment dat de lichtheid van
deze plaat even ondraaglijk doet aanvoelen.
Pophits gaan meestal hand in hand met dorre, repetitieve platen.
Robyn pinde zich niet vast op één magische formule, maar zocht
inspiratie bij de popclichés die ergens in de laatste twintig jaar
even de scene domineerden. Met enkele kleine aanpassingen naar de
tijdsgeest en een flinke dosis kitsch resulteert dit in een uiterst
verfrissende popplaat die elk feestje zonder probleem in gang zal
krijgen. Samen met Roisin Murphy’s Overpowered dé
verplichte aankoop om artistiek verantwoord fout te gaan.
http://www.robyn.com/
http://www.myspace.com/robynmusic