Een gitarist en een drummer die rechtstreeks vanuit de jaren zestig het podium komen opgewandeld en een zanger die eruitziet als de average bloke uit de average pub in een average Engels troosteloos industriestadje. Niet meteen rockhelden zoals je ze zou verwachten op de Main Stage van Werchter. En toch zonder meer de publiekslievelingen van de dag.
Ruby, Ruby, Ruby, Rubyyyyy! Je kan vandaag geen twee passen door de modder ploeteren of je hoort wel ergens een met bier doordrenkte verkrachting van Kaiser Chiefs’ grootste hit. Zelfs het lief (m/v) dat u tegen wil en dank hebt meegesleurd naar Rock Werchter kijkt zowaar uit naar deze band. Wie een uurtje vol vlotte popdeuntjes had verwacht, komt echter bedrogen uit. Kaiser Chiefs brengt wel degelijk rock, die bij momenten strakker klinkt dan de string van Jennifer Lopez.
Welgeteld twee nummers hebben de Britse lads nodig om de verkleumde Werchtergangers te ontdooien. Het openingsnummer weerklinkt nog wat aarzelend, maar bij "Heat Dies Down" ontvlamt het publiek sneller dan het terrein van Couleur Café. Het helpt dat de jongens zichzelf uitstekend lijken te amuseren. Nick Hodgson zit onbedwingbaar te grijnzen achter zijn drumstel, terwijl zanger Ricky Wilson alle hoeken van het podium bestormt en een paar keer het publiek gaat opzoeken. Voor wie er noch mocht aan twijfelen: Kaiser Chiefs zijn volleerde entertainers.
Zo verrast Wilson ook met de beste koebelsolo sinds de koe van Milka solo ging. Al was het maar omdat die laatste de bel niet met haar lul kan bespelen. Jawel, Kaiser Chiefs brengt voor het eerst vandaag feest op het podium en het publiek laat zich niet onbetuigd. De grijns van Ricky Wilson wanneer "Ruby" uitzinnig wordt meegeschreeuwd tot in de achterste regionen van de wei, spreekt boekdelen. De Britten zetten meteen een hoge standaard voor al wie vandaag na hen moet komen. Een standaard die door niemand nog gehaald wordt, of het zou Arctic Monkeys moeten zijn.