
Misschien heeft u ook ooit vol bewondering staan kijken (om niet te
zeggen ‘met open mond staan gapen’) naar virtuoze muzikanten die –
en nu trekken we een gigantisch blik clichés open – hun gitaar
kunnen laten huilen of grommen, hun pianoklavieren door een melodie
laten fladderen als vlinders in de buik van een verliefde, of met
behulp van strijkstok en kattendarm een melancholische bui weten te
verklanken. Iemand die létterlijk vergroeid is met zijn instrument
is Gregory Frateur, een zanger met een stembereik van (volgens de
kenners) drie en een halve octaaf. Het zou echter verkeerd zijn hem
daarom af te schilderen als een stemmenacrobaat. Daar waar
acrobaten kunstjes opvoeren omwille van de kunstjes, wendt Frateur
zijn stem aan in functie van de emoties in zijn songs. En ook al
heb je je stem jarenlang getraind, gesoigneerd en geboetseerd, als
het nergens over gaat laat het ons meestal ook volstrekt
koud.
Samen met contrabassist Nicolas Rombouts vormt Frateur de spil van
Dez Mona, een Antwerpse groep die met ‘Moments of Dejection or
Despondency’ zonet haar tweede langspeelplaat heeft uitgebracht, en
ondertussen aan een ware veroveringstocht is begonnen. De plaat is
de opvolger van het in 2005 verschenen ‘Pursued Sinners’, een plaat
die volledig werd opgenomen in de Protestantse Kerk in Antwerpen.
Toen maakte Dez Mona (als duo) muziek die voornamelijk geïnspireerd
was door gospel en negrospirituals, niet gespeend van enig gevoel
voor drama, en met een jazzy ondertoon. Door het aftasten van de
grenzen van deze stijlen (en door veelvuldig op te treden) kwamen
Frateur en Rombouts echter niet alleen dichter bij de kern van wat
ze met Dez Mona wilden uitdrukken, maar leerden ze ook dat ze niet
per definitie met handen en voeten gebonden hoefden te zijn aan die
genres om dat doel te bereiken.
Net als haar voorganger is ‘MoDoD’ een indringend, intens en zelfs
louterend album geworden. De groep – uitgebreid met Roel Van Camp
(accordeon), Bram Weijters (piano) en Steven Cassiers (drums) –
mikt niet altijd op pure, hartverwarmende schoonheid; er worden ook
heel wat negatieve gevoelens vertolkt. Wat de elf songs (plus één
hidden track) wel gemeen hebben is dat ze erg oprecht,
direct en authentiek klinken. Kippenvel dus omdat de songs ons
weten te raken, maar soms toch ook van ontzetting. Van bij het
begin wordt de luisteraar bij het nekvel gegrepen en soms meer dan
hem/haar lief is geconfronteerd met de minder fraaie kantjes van
het bestaan. Er weerklinkt angst, wanhoop, verbittering en nog van
dat fraais in de nummers, maar het is zeker niet de bedoeling
geweest de luisteraar met deze plaat linea recta naar de
zolder te sturen, gewapend met een touw en een stoel. Integendeel:
door te focussen op de minder vrolijke kant van het leven, worden
ook positieve gevoelens en gebeurtenissen automatisch extra in de
verf gezet.
Het kloppend hart van Dez Mona blijven de stem en de bas
(onlosmakelijk met elkaar verbonden), maar het is het sobere maar o
zo efficiënte spel van Van Camp, Weijters en Cassiers dat de plaat
af maakt. Al geldt ook hier het adagio: alles in functie van de
song, met als gevolg dat elk nummer ook anders klinkt. Verwacht u
echter niet aan een plaat die van a tot z bolstaat van de vocale
hoogstandjes, want het is vooral tijdens de passages waarin Frateur
zich houdt aan toonhoogtes die ook haalbaar zijn voor minder
geoefende, zeg maar ‘alledaagse’ vocalisten, dat hij toont dat hij
een schitterende zanger en vertolker is.
Gavin Friday, Diamanda Galás, Nina
Simone en zelfs Antony (eerder omwille
van de muziek dan van de stem) zijn de referenties waarmee de
afgelopen weken werd gegoocheld. Wij dachten soms ook aan Scott Walker (de
sfeerzetting vooral) en aan Mark Hollis. Favoriete songs aanduiden
is moeilijk, want – om nog maar eens een cliché boven te halen –
deze plaat dient als geheel beluisterd te worden. Toch zouden we
het straf vinden wanneer niemand zou geraakt worden door songs als
‘Red Light’, ‘She Says It’s Not For Long’, ‘Flawless Daughter’ (met
Sjoerd Bruil van Black Cassette en Sukilove), ‘I Lost My Power For
You Lord’ of ‘Sister’. Is ‘MoDoD’ arty farty? Nee, want het gaat
ergens over. Is het een moeilijke plaat? Ook niet, want het gaat
over dingen die we allemaal kennen. Waarom dan twijfelen als u weet
dat dit album niet duurder is dan de laatste van, pakweg, Jo Vally,
Air of Joss
Stone?