België, en niet in de laatste plaats het gedeelte dat boven de
taalgrens ligt, staat niet alleen bekend omwille van zijn norse,
klagende en wantrouwige inwoners met een kruideniersmentaliteit en
een baksteen in de maag, die om hun eigen have en goed te
beschermen als een kloek tijdens verkiezingen in steeds grotere
getale voor het VB stemmen. Tijdens de zomer lijkt iedereen hier
echter best tevreden (okee, juli is wel steeds te koud en te nat en
augustus véél te heet) is Flàànderen plots een leuke plek om te
toeven, met al die festivalletjes en zo. Wij kozen er elk weekend
eentje uit, en brengen hier kort verslag over uit in onze ‘Ronde
van Flàànderen’.
Suikerrock Tienen, 31 juli 2004
“SIMPLE MINDS HEROVEREN VLAANDEREN” (De Morgen)
“Hahaa! Dat klopt niet!” zullen de pezewevers onder u opmerken.
“Juli is nog altijd geen augustus, hé!” Dat klopt, maar elke grote
ronde wordt voorafgegaan door een proloog, zo ook onze Ronde van
Flàànderen! (Bovendien viel de tweede dag van Suikerrock – de
zogenaamde familiedag of Radio Donna-dag – wel op 1
augustus.)
Suikerrock zit in de lift, zoveel is duidelijk. Qua
bezoekersaantallen (een heel dikke honderdduizend gespreid over
drie dagen) moet de suikerstad nog onderdoen voor grote broer
Marktrock in Leuven, maar daar tegenover staat dan weer dat
Suikerrock véél gezelliger en gemoedelijker is. Ook wat de affiche
betreft mag de bezoeker niet klagen: heel wat interessante acts op
de zijpodia, gevestigde waarden uit binnen- en buitenland op het
hoofdpodium.
De toegang tot de Grote Markt kostte ons vijftien euro. Is dat
veel? Tja, ligt eraan hoe je het bekijkt. Suikerrock was ooit
gratis, dus in die zin is 15 plots wel veel; anderzijds, wanneer je
op Marktrock de Oude Markt op wil moet je elke keer opnieuw
vijftien euro betalen, dus ben je in Tienen veel beter af.
Toen we aankwamen, was Vive la
Fête bezig op het hoofdpodium. Naar het schijnt zijn er
mensen die dit een goeie groep vinden. Ik heb thuis ook drie
cd’tjes liggen van het Gentse ensemble, maar na dit optreden is het
zeer de vraag of die ooit nog mijn cd-speler zullen te zien
krijgen. Om maar te zeggen: dit was met voorsprong het slechtste
dat we de laatste jaren te zien en te horen kregen. De groep
straalt volgens mensen die er veel meer van kennen dan ik héél véél
seks uit, als dat zo is dan kies ik met plezier voor het celibaat.
“Bij Buscemi staat alles op tape,” brabbelde dhr. Mommens op een
bepaald moment door de microfoon, “wij spelen alles live.” Dat was
er jammer genoeg aan te horen…
Janez Detd. is een groep waar we in het verleden blijkbaar
iets te weinig tijd voor uitgetrokken hebben. Punkrock is niet echt
mijn ding, maar groepen die echt goed zijn in hun genre weten
muziekliefhebbers van allerhande pluimage aan te spreken. De muziek
klonk fris, de band verkeerde in topvorm en Nicolas Van der Veeken
is een frontman die weet hoe hij zijn publiek moet bespelen en
behagen, zonder melig te doen. Hij wist natuurlijk maar al te goed
dat een groot deel van het volk op de Grote Markt gekomen was voor
Simple Minds. In plaats van deze mensen te jennen en met modder te
gooien naar andere artiesten, serveerde de groep een schitterende
medley met jaren ’80 en ’90-hardrock.
Buscemi is deze zomer ook
te boeken als livegroep. Sommige would-be muzikanten hebben
daar zo hun bedenkingen bij, het publiek liet zich hierdoor evenwel
niet van de wijs brengen. De immer glimlachende Dirk Swartenbroekx
liet zich op het podium bijstaan door een drummer-percussionist en
een trompettist, en diste bijna een uur en een kwartier lang het
beste van het beste op uit zijn nu al imposante oeuvre. Voor wie op
een bankje zat toe te kijken en te luisteren naar het optreden
duurde het allemaal misschien een halfuurtje te lang, maar daar
trok de dansende menigte zich niks van aan. En of ze gelijk hadden,
want Buscemi deed wat van hem werd verwacht: het publiek opwarmen
voor de echte hoofdbrok van de avond: Simple Minds.
Er is een tijd geweest dat alarmfase orange in werking trad
wanneer Jim Kerr en zijn gevolg ergens dreigden neer te strijken.
Dat gevaar is inmiddels allang geweken. Kerr wéét ondertussen wel
dat hij persoonlijk deze wereld niet zal kunnen redden van de
ondergang, hij is er allang dik tevreden mee dat hij de mensen even
kan doen vergeten dat we met zijn allen afstevenen op de apocalyps.
Het heeft er lange tijd naar uit gezien dat we de sympathieke
Schotten voorgoed kwijt waren. Van de Gouden Generatie die vanaf
het begin van de jaren ’80 een zogenaamd ‘positief alternatief’
wilden bieden voor het doemdenken van de postpunk en de new wave,
is eigenlijk alleen U2 nog echt springlevend. Bands als Big
Country, The Alarm, The Mission en The Armoury Show zijn allang
dood en begraven (of worden in het beste geval nog kunstmatig in
leven gehouden). Simple Minds zit daar zo’n beetje tussen. Creatief
en commercieel al een hele tijd over het hoogtepunt, maar toch
weten Jim Kerr en Charlie Burchill niet van ophouden. Simple Minds
is zo’n beetje het KV Mechelen van de popmuziek: ooit – heel even –
een grootheid, ondertussen een paar echelons gezakt maar nog wel
alive and kicking.
Van de oerbezetting (niet de originele, maar die ten tijde van ‘New
Gold Dream’ en ‘Sparkle in the Rain’, toen de Minds heel even veel
beter waren dan U2) bleef in Tienen behalve Jim Kerr en Charlie
Burchill alleen drummer Mel Gaynor over. De bassist en de
toetsenman die de groep vervolledigden, kenden gelukkig hun
klassiekers, en hielden zich aan de bas- en toetsenpartijen zoals
die op de oude platen werden ingespeeld. Wat ook opviel: de Jim
Kerr die omstreeks halfelf ten tonele te zien was, zag er scherp en
fris uit, en deed van ver zelfs denken aan een niet zo heel veel
oudere broer van Lance Armstrong. (Ook dat was ooit anders, in de
tijd van ‘Once Upon a Time’ was hij een naar zwaarlijvigheid
neigende frontman, die kortademig en niet erg toonvast putten en
barsten sprong en danste in menig podium.)
Natuurlijk waren we met zijn allen gekomen om nog eens uit ons dak
te gaan bij de oude hits, toch zal niemand het de groep kwalijk
hebben genomen dat werd afgetrapt met ‘One Step Closer’ uit het
recentste (en nogal tegenvallende) album Cry . Zo wist iedereen die de laatste
twintig jaar in een hermetisch afgesloten ei leefde ook weer dat
Simple Minds nog steeds platen maakt. De rest van de set bestond –
op nog één of twee songs na – uit onvervalste classics. En dat
waren er een heel pak. De eerste song was nog niet uitgestorven of
we kregen meteen ‘Love Song’ en ‘Up On the Catwalk’ om de oren
geslagen. Meteen was de toon gezet voor een anderhalf uur durend
prachtconcert, met een Kerr die als vanouds over het podium
huppelde en hobbelde, “I wanna see your hands” roepend en
zich oprecht “getoucheerd” voelend door het warme onthaal op de
markt.
Eens op gang getrokken was de groep een onstuitbaar perpetuum
mobile geworden, dat meedogenloos over het publiek heen walste en
niet van plan was te stoppen voor iedereen ervan overtuigd was dat
deze doortocht véél méér was dan zomaar een nostalgische ’80s trip.
‘Someone Somewhere in Summertime’, ‘Big Sleep’, ‘New Gold Dream’,
‘Waterfront’, ‘Up On the Catwalk’, ‘See the Lights’, ‘She’s a
River’, ‘Ghostdancing’ (naadloos overgaand in ‘Gloria’ van Them),
‘Alive and Kicking’, ‘Don’t You (Forget About Me)’, ‘Belfast
Child’, ik vergeet er allicht nog een paar op te noemen (ik ben een
oude Simple Mindsfan, en mijn geheugen begint me stilaan in de
steek te laten)… het publiek raakte in ademnood bij al dat moois.
De dinsdag na het optreden stond er zelfs een verslag van de
doortocht van onze Schotse broeders in de krant De Morgen. “Simple
Minds heroveren Vlaanderen” stond er, en daar was geen woord van
gelogen!