Je moest al ferm je best doen om The War On Drugs sinds de release van A Deeper Understanding niƩt ergens op een podium bezig gezien te hebben. Na Vorst, de Lotto Arena en Pukkelpop ging vrijdagavond ook het Sportpaleis voor de bijl. Dat Adam Granduciel en vrienden telkens opnieuw mensen kunnen bijeenbrengen is niet verwonderlijk: op urenlang baden in een existentieel geladen muzikaal onderonsje staat geen prijs.
āWelcome to our living roomā sprak Granduciel het publiek toe. Een living room met ongemakkelijke stoeltjes, that is, maar bon. Zijn bedoelingen waren duidelijk: zelden een frontman gezien die zo veel kaliber heeft, en zo weinig kapsones. In de living van Granduciel drinkt ieder van hetzelfde vat. En het smaakt.
Het mag dan al een dik jaar geleden zijn dat “Holding On” menig gehoorgang vertrappelde, vanaf de eerste goede synth weet je dat de kinderen van Granduciel dit jaar wel heel braaf moeten zijn geweest om dit nummer in hun dansschoentjes terug te vinden. āOnce I was alive and I could feel / I was holding on to youā, zong hij met die immer doorleefde stem. Tussen de saxen, trompetten, mondharmonicaās en fragiele gitaarklanken door zat een overpeinsde existentie, een hart dat al te veel moest dragen, en troost voor de ziel.
Een geweldig concert heeft vaak een standaardopbouw: een straffe opener, een onderhoudend midden en een einde dat bekers doet gooien, T-shirts doet scheuren of ogen doet wateren. Niets van dat alles in het Sportpaleis, waar de tijd stil stond. Twee uren lang werd geen enkele verkeerde noot, geen enkel matig nummer, geen enkel zuchtje gehoord. We verlieten de materialiteit van de plastic stoelen en de betonnen grond voor een metafysische reis tussen Pijn, Euforie, Vrees, Twijfel, Melancholie en Tevredenheid.
Hoogtepunten zoeken is als je favoriete drug benoemen: alles werkte, maar op zijn eigen manier. “In Reverse”, eentje van de vorige plaat, is een mogelijkheid. Een rode gloed scheen over de band, terwijl Granduciel een allesomvattende duisternis bezong bovenop een stilzwijgende piano en quasi geluidloos gitaargetokkel. “Eyes To The Wind”, misschien wel het fraaiste nummer van Lost In The Dream, was een weemoedige betovering: āSo I’ll set my eyes to the wind / But it wonāt be easy to leave it all againā. Beslotenheid, nog zoān reisbestemming.
Was het de geweldige lichtshow? De natuurlijke cool van bassist David Hartleyās bandana? De genade van het eindejaarssentiment? The War on Drugs heeft in ieder geval een van zijn beste concerten op Belgische bodem tot nog toe gegeven, en dus keilde Granduciel na afsluiter “Come to the City” ietwat onbescheiden zijn gitaar tegen de grond. Eindelijk catharsis.