Na een erg naar binnen gericht debuut richt Johannes Verschaeve zich op Contact naar de buitenwereld. Op zijn tweede plaat als Johannes Is Zijn Naam krabbelt hij recht na de crash van enkele jaren geleden. ‘Zo’n depressie is een stroom die je meesleurt.’
Een interview in een kerk is al een zeldzaamheid, bij Johannes Verschaeve mogen we meteen in de biechtstoel aanschuiven. De zoon van een uitgetreden priester had altijd al iets met de vormelijkheden van het Christelijk geloof, en nu hij op zijn tweede plaat onder het alias Johannes Is Zijn Naam de ophaalbrug naar buiten neerlaat, leek het hem wel iets grappigs, zo vertelt hij.
Verschaeve: “Ik zocht een manier om dat ‘contact’ van de titel letterlijk te maken. Ik wil ook intieme één-op-één sessies doen met fans die zich inschrijven. Het sluit aan bij mijn spelen met religieuze symboliek: wierook, Bijbelcitaten, suggesties van geloof. Niet dat ik zelf gelovig ben, maar ik vind die sfeer te mooi om te laten liggen.”
enola: Alleen vond je dit keer géén echt Bijbelvers om je plaat te openen.
Verschaeve: “Nee. Ik heb nochtans gezocht, maar niks werkte. De verzen waarmee het eerste album begon waren perfect, bijna op maat geschreven. Nu had ik wel een losse tekst liggen – met vingertoppen die elkaar aanraken, E.T. die de bliksem raakt, dat soort dingen – die ik eerst als ‘spoken word’ dacht te brengen, een soort Efteling-stem die je een sprookje intrekt. Uiteindelijk werd het een computerstem.”
enola: “Johannes maakt contact”, eindigt haar tekst. Dat was het basisconcept van de plaat?
Johannes Verschaeve: (knikt) “Niet per se van bij het begin. Maar gaandeweg merkte ik: dit wordt het. De debuutplaat wilde ik zuiver houden, mocht heel afgebakend alleen rond de ik-figuur draaien. Ik heb toen zelfs bewust nummers níét gebruikt die meer gingen over opgesloten zitten in je hoofd. Want ik wist al: de opvolger wordt een soort Deel Twee, dat opener is naar de buitenwereld.
“Op een bepaald moment had ik het woord ‘contact’. Ideaal, dacht ik: een algemeen én technisch begrip, waar iedereen in kan zien wat hij wil. Ik plak er liever geen definitieve uitleg op. Maar een album heeft een titel nodig, en dit voelde goed.”
enola: Waarom moest die eerste plaat zo strak op het ik gefocust blijven?
Verschaeve: “Omdat dat erin zat. Na The Van Jets – een erg extraverte groep – stond ik plots helemaal alleen, teruggeworpen op mezelf. Dat wilde ik uitzuiveren tot die essentie: één man op een podium, die vanuit zijn eigen fantasie vertelt.”
enola: En deze worp is dan het zwart tegenover dat wit?
Verschaeve: (lacht) “Het artwork is zwarter, ja. En er staan meer donkere nummers op. Maar de eerste was óók niet bepaald happy. Deze keer zijn de extremen echter groter, is het ernstiger. Ik dacht eerst: ik ga gewoon dóór, in dat Deel Twee. Maar het groeide uit tot dit.”
enola: Twee jaar geleden ben je mentaal zwaar tegen de muur geknald. Hoe gaat het nu?
Verschaeve: “Goed. Die crash kwam onverwacht. Alles liep eigenlijk prima, tot ik corona kreeg en zwaar ziek werd. Mijn zenuwstelsel raakte ontregeld, ik kon niet meer slapen, belandde in een vicieuze cirkel van insomnia en depressie. Ik moest álles afzeggen, ook mijn eigen concerten. Voor het eerst moest ik publiekelijk toegeven dat ik niet meer kon.”
“Zo’n depressie is een stroom die je meesleurt. Je vecht, maar de stroom wint. Ik kon zelfs geen boeken meer lezen, geen muziek meer verdragen. Niets kwam nog binnen: dat was het ergste, maar het was niet anders. Ik moest wachten tot ik de bodem raakte, om dan langzaam opnieuw omhoog te kruipen dankzij therapie, medicatie, werken in een boekenwinkel om structuur en menselijk contact te hebben in je leven … en dan voorzichtig weer op een podium staan. Dat was een overwinning: ‘we zijn terug’. Ik voelde opnieuw plezier.
enola: Heeft dat crashen er ook voor gezorgd dat je nu zo nadrukkelijk op zoek bent naar contact?
Verschaeve: “Zeker. Contact is essentieel om betekenis te geven aan je plek hier. Ik ben een loner, maar ook ik heb nood aan connectie. En wat ook belangrijk is: je moet ook het contact met jezelf houden. Daar gaan twee nummers gaan over, hoe je in de dagelijkse rush moet kunnen uitblazen, thuis simpele dingen doen, anders word je gek. Ik ben zelf ook iemand die graag grenzen overschrijdt, altijd ja zegt tegen projecten. Maar sindsdien zeg ik vaker nee.”
“We worden constant opgehitst door de buitenwereld, de digitale wereld lokt voortdurend, we worden verleid om veel actiever te zijn dan we zelf willen en kunnen. Het vraagt actief grenzen stellen, en dat is niet gemakkelijk maar het moet, anders is het één chaos in het hoofd. Maar de neiging is groot, want je leeft maar één keer, dus je bent enthousiast over elk voorstel, je wil naar dat concert gaan, kunnen meepraten over die interessante film of naar dat veelbelovende feestje. We zijn ons voortdurend bewust van alles wat er kan, en dat gevoel schept een competitie, een soort van drugspel.”
Kaduke R&B
enola: Muzikaal is Contact wél gewoon Deel Twee. Of heb je toch nieuw terrein verkend?
Verschaeve: “Er zijn nieuwe elementen ingeslopen, zoals invloeden van hiphop en R&B. Dat hoor je in “Wildernis”, maar ook in “Ding”, een cover van Ameries “Thing”. Ik heb ook voor het eerst met echte drums gewerkt, zelfs al zijn het samples. En er staat ook een a-capellanummer op. Maar de sfeer blijft wel dezelfde mistigheid behouden. Het is niet die high-end R&B, eerder kaduuk.” (lacht) Verder ben ik nog niet uitgekeken op mijn instrumentarium.”
enola: Er zijn dit keer ook gasten, zoals de Nederlandse Elmer.
Verschaeve: “Zij contacteerde mij eerst om iets te zingen op haar plaat. Daarna dacht ik: misschien kan ik haar toelaten in mijn wereld. Dat was niet evident, want Johannes Is Zijn Naam is een heel individuele wereld. Maar voor “Durf je” werkte het wel. Het is een heel intens nummer geworden. En ik ben blij dat ik ook Linde van Bric Tu Toc erbij haalde – ook een frisse stem naast de mijne.”
enola: Tekstueel werk je ook vrijer dan voorheen: het is allemaal minder verhalend, bestaat meer uit flarden.
Verschaeve: “Klopt. Ik werk nu in snelle, brute kwastvegen van woorden. Soms is het mooi om in een nummer een verhaal van A tot Z te vertellen, maar zelf vind ik het altijd interessanter, ook als ik film kijk of een boek lees, dat ik nog met vragen achterblijf.”
“Als ik een idee heb of geïnspireerd ben, schrijf ik heel snel iets neer, en dan stel ik dat ook niet meer in vraag, maar ga ik door. Ik probeer op die écriture automatique te surfen, en als het een maand of een week later nog overeind staat, dan blijft het. En soms sluipt er inderdaad iets uit mijn geheugen in (lacht): een flard Kreuners of Will Tura, een Woody Allen-citaat. Dat laatste stond op plastic zakken in de boekenwinkel waar ik werk en paste perfect in het metrum van de song.”
enola: Lees je zelf meer sinds je boeken verkoopt?
Verschaeve: “Véél meer. Het wordt ook wel wat verwacht dat we mee zijn. Het is óók dozen versleuren, stickeren, … maar je bladert in het voorbijgaan al snel eens in een boek. Er is een voortdurende stimulus, want je wordt er constant bestookt met interessante boeken. Jonas Eika bijvoorbeeld. Of een Spanjaard, Augustin Fernando Mallo, met een trilogie die surrealistische journalistiek mengt. En Beckett: ik weet de titel niet meer, maar het was een dun boekje waarin hij eigenlijk meer een setting beschrijft die bestond uit een cilinder met ladders en mensen. Zulke dingen openen luikjes in mijn brein, dat lekt door naar mijn muziek. Dan heb ik plots een nieuwe obsessie door iets uit een boek. En het helpt trouwens ook om te vertragen. Het gebeurt tegenwoordig vaak dat ik vroeger naar bed trek met een boek, en dan val ik na een uur lezen zo in slaap. Als was het een vreemd soort slaapmedicijn.”
Trojaans paard
enola: Is Johannes Is Zijn Naam eigenlijk honderd procent jij, of is het een personage?
Verschaeve: “Het is half-half. Het woord ‘personage’ valt dan al snel, maar dat is hij ook niet echt, eerder een filter: afstand mag. Ik deel wel persoonlijke dingen, maar hou ze op die manier toch abstract en universeel. Zie het als een stripverhaalversie van mezelf, een Trojaans paard. Want via fictie raak je mensen soms dieper.”
enola: Er zit ook veel eenzaamheid in de figuur.
Verschaeve: “Klopt. Het is een uitpuring van mijn jeugd, toen ik een dromer was die aan de zijlijn observeerde. Dat zit nog altijd in mij, maar ik sta wel meer in de wereld nu. Al ben ik soms nog altijd een beetje afwezig van geest. Toch ben ik ook een zotte papa, in de goeie zin. En gelukkig is mijn studio niet thuis, anders zat ik aan tafel nog refreinen te bedenken.”
Johannes Is Zijn Naam staat op 6 november in Het Depot, Leuven, op 12 november in het Wintercircus, Gent, op 13 november in De Roma, Antwerpen, op 19 november in Cactus, Brugge en op 7 februari in AB, Brussel.



