Nog een laatste driedaagse, dan is de festivalzomer van 2025 onherroepelijk gedaan. Zoals elk jaar plant enola zijn tent in de grond van Leffinge, dat onooglijke polderdorpje waar De Zwerver al sinds mensenheugenis (1977, zeggen ze) voor een muzikale viering tussen zomerhitte en herfstgemiezer zorgt. Welkom op Leffingeleuren!
Vrijdag 12 september: Tuinkabouters en lemmingen met kaviaar
Het is een schrap zetten van jewelste rond de neogotische kerk van Leffinge: nu baadt het beschermd monument nog in de zon van de vroege herfst, maar de komende avond en nacht wordt dit decor het mekka van de alternatieve muziek. Dag 1 heeft meteen al heel wat om naar uit te kijken – en dan hebben we het niet eens over de tatjespap.
De zon gaat onder, Salvia komt op. Wie het project van de Oekraïense Nicole Selivan nog kent van De Nieuwe Lichting, weet dat er een new wave-achtige duisternis in de band huist. Die komt wel binnen, zo bij de aanvang van het festival, alsof we hier al donkere dagen dolen. Selivan bezit de stem die haar muziek nodig heeft, met vocale hogeropjes die voor een exotisch tintje zorgen, en de band volgt keurig. Eindigen doet Salvia met een cover van “I Wanna Be Your Dog”. Zeg niet dat Salvia geen lef heeft, als kleine openingsact het grote podum van De Zwerver zo te verlaten.
Over naar de Apollo, waar 1-800-MIKEY lo-fi poppunk brengt met een attitude die zich, voorbij het maken van plezier, van niets een reet aantrekt. Dan weten we: de eerste moshpits zijn een feit. De muziek die Michael Barker en co uit Sydney meezeulen rammelt, jengelt en jakkert als recht uit de garage waarin de band ongetwijfeld repeteert. Op een aardige riff hier en daar na klinkt alles helaas snel meer van hetzelfde. Zo lijkt het palet nog te beperkt om een nieuwe song te onderscheiden van de ret. Dat Barker die sprong-met-gitaar-pose goed in de vingers, of euh, benen, heeft, is visueel wel mooi meegenomen.
Dat Heavy Lungs nooit van hetzelfde succes geproefd heeft van broederband Idles, laat frontman Danny Nedelko niet aan zijn hart komen. Zo staat de band hier in de grote zaal naar onze inschatting wat te vroeg: losgeslagen tuinkabouters eisen wat later hun plek op. Wat energie en overtuiging betreft moet Nedelko alvast niet onderdoen voor z’n makker Joe Talbot: met zijn flexibele moves zou hij zich zo uit een dwangbuis kunnen wurmen. Ook de rest van de band schudt de parallellen nijdig van zich af: Heavy Lungs toont hier andermaal dat het zijn eigen circuit gevonden heeft, en dat is er eentje waar het altijd een graad ruiger zal mogen. Het sarcastisch getitelde tweede album Caviar van enkele maanden terug zit vers in het geheugen bij het publiek: “Yes Chef” krijgt de smakelijke moshpit waar het om smeekt. Ineens is ook de eerste waargenomen “Free Palestine!” een feit, gevolgd door “Free Ukraine!”. Nedelko kan het weten.
Zouden er verwarde funkfanaten zijn die dachten dat die naam George Clanton op de affiche een typfout bevat? Nee, ’t is wel degelijk Clanton hier in de Apollo, een fenomeen uit de vaporwave-scene. Hij heeft een heuse lichtshow uitgedokterd die hem in silhouette toont, en dat oogt wat pretentieus – de Apollo laat geen ego toe. De bassen klinken ook te zwaar door, en zo kunnen we amper songs onderscheiden. Wat lacherige bindteksten dan maar? Hoe wij in zijn ogen blijkbaar nog in de tijd van Backstreet Boys leven, en hoe hij die boysband leerde rocken. De grap landt nergens. Nee, dit zet het woord vapor in vaporwave kracht bij: veel gebakken lucht.
Bij YARD, terug in de zaal, spotten we een flightcase, uitpuilend van een regenboog aan kabels, gelabeld “Bucketman’s brains”, en da’s wel fijne humor. Het lachen vergaat al snel bij de aggressieve industrial technopunk van het Ierse drietal – denk hier Underworld dat aanzet tot vechten in plaats van dansen, of Nine Inch Nails dat net het omgekeerde voor ogen heeft. Al tijdens “Trevor” komt de hakselaar voor het podium op volle toeren, en “Sunlight” klinkt weggelopen uit een commerciële danstent om vieze dingen te doen met Friedrich Nietzsche. Om maar te zeggen: YARD heeft enkele bangers, maar is live zo intens dat het een zware dobber wordt.
Niet dat het er qua intense live-ervaring zachtaardiger op wordt met Kaboutertje Putlucht natuurlijk. De Nijmeegse ravepunkers blijven ook op Belgische bodem een fenomeen. Wat misliep in onze jeugd, dat we hier bij ons niet kwaaier zijn, wil twee meter bierbuik met nektapijt Barry weten na “Geen Empathie”. Bij hem liep het zo fout dat hij nu hier staat. Wat is ons excuus dan om geen Kaboutertje Putlucht te hebben? Ja, dit is luidruchtig, dit is stompzinnig, dit is post-kitsch zelfs, maar onze kop eraf als het niet aanstekelijk is. “Kindje Slaan”, “Broodjeszaak”, wij brullen het allemaal mee alsof we al een paar dagen lagen te marineren in lauw bier. Terwijl dat natuurlijk maar enkele uren was, in fris bier dan nog. Daarom staat Barry’s bende zo laat op de avond.
Voor GEE TEE schermt het begeleidende programmaboekje met termen als lo-fi garagepunk en retro sci-fi, maar wij horen van de Australiërs – Michael Barker staat voor de tweede keer op het podium – vooral een hedendaags punkrockfestijn. Ja, “Workin’ 4 The FBI” is a fuckin’ good time, maar wat is deze set meer dan dat? Veel muzikaals blijft er niet plakken, maar het jonge volkje vooraan houdt maar al te graag blauwe plekken over aan de passage van die gemaskerde cultfiguur Kel Mason. Alle potjes koken over, de voorste rijen duwen en trekken en stampen en schoppen onnodig hard, en enkelen lanceren zichzelf zonder enig zelfbehoud als een lemming van een klif in die blender van lichaamsdelen. Niet dat wij niets gewoon zijn, maar kom, het einde van de wereld is nu ook weer niet zó dichtbij. Er komen nog twee dagen, mensen!




Ricky bekstok sloot af in het cafe, op busker heb je naar Big Muffin gekeken.
#justiceforricky
Bedankt voor de opmerking, dat verklaart ook een en ander en is bij deze dus rechtgezet. Ik sluit mij aan bij #justiceforricky, en volgende keer sta ik vooraan!