Graspop Metal Meeting 2025 :: Piraten met een marketingpraatje

Er zijn vele kamers in het huis van de metal en – het staat dan ook in Londerzeel – er worden nog steeds koterijen aangebouwd. Op 19 juni viel dan ook veel op Graspop te beleven: hipstermetal van Deafheaven, één van ’s lands metaltrotsen Psychonaut, Franse rapmetal, gereanimeerde legendes, en jeugdzondes. En toch stond niets van dat alles op ons programma. Enola’s focus ligt op epische prog metal, onnozelheid en – daar mooi middenin – Iron Maiden.

Het begint met de pirate metal van Alestorm. Pirate metal is power metal die zichzelf niet heel serieus neemt en nogal verknocht is aan het piratenthema. In het geval van Alestorm betekent dat ook veel fluogroen en drie metershoge opblaasbare badeenden op het podium. De Schotten doen dus wel een beetje van “Keelhauled” of “Killed to Death by Piracy”, maar tongue-in-cheek toongezet op bezopen zeemansliederen. U kan zelf wel wat bedenken bij “Pirate Metal Drinking Crew”, “Nancy The Tavern Wench” en “Fucked with an Anchor”. Voor dat laatste nummer krijgen de badeenden nog gezelschap van fluogroene opblaasletters die (u raadt het al) “fuck you” spellen. Is dat geinig of is dat geinig?

Alestorm was, geholpen door een kleine zonneslag, dermate entertainend dat we domweg staan te vergeten dat Paradise Lost gelijktijdig in de Marquee ten dodenmars speelt. Van een afstandje kunnen we nog net het verschroeiende triumviraat “Ghosts”, “Embers Fire” en “Say Just Words” meepikken, zodat we weer even (gelukkig niet te lang) goth puber zijn.

Op de south stage staan prog metal legendes Dream Theater, die het nu eens zonder veel show of vuur doen. Hun gelaagde sound verzuipt helaas nogal in een met bas en drum overladen mix. Vooral de twee songs van Metropolis pt2 hebben er last van. Hun karakteristieke tempo- en genrewissels en tierlantijntjes vallen bij dertig graden ietwat zwaar op de maag. Toetsenist Jordan Rudess laat het niet aan zijn hart komen en haalt zelfs een regenboogkleurige keytar met enkel gitzwarte toetsen boven om ook vooraan het podium breed zijn ding te doen.

Om hun reputatie als ‘metal Pink Floyd’ kracht bij te zetten, gooien ze een flard “Wish You Were Here” (en “Wherever I May Roam”) door “Peruvian Skies”: aardig, maar ook wat protserig. Het onsterfelijke “Pull Me Under” mag de set sluiten en wordt tot achter de PA meegezongen. Strak gespeeld, maar de muzikaliteit van Dream Theater komt toch beter tot zijn recht in de studio of in een concertzaal.

Het Nederlandse Epica doet al jaren uiterst succesvol aan zowat alle populaire vormen van metal, maar omdat ze al eens voor een orkest plaatsnemen, vat men hun sound graag samen als symfonische metal. Daar hoort in de vorm van Simone Simons dan ook een aangenaam in oog en gehoor liggende zangers bij om het contrast met de grunts en het gitaargeweld te bewaren. Het ziet er allemaal zeer overtuigend uit, maar klinkt net iets te formulaïsch en zelfs berekend om bij te blijven. Bovendien lijkt er best veel uit een doosje te komen, tenzij die strijkers en blazers wel erg goed verstopt waren. Dermate elders zaten de gedachten dat de synths van “Fight to Survive” zelfs even aan de Pet Shop Boys doen denken. “Consign to Oblivion” mag de set (welja) episch afsluiten, maar tussen ons en Epica zal het allicht nooit wat worden. Geen nood echter: kandidaten genoeg.

Iron Maiden is dus vijftig geworden, en dat is het meest recente excuus om een tour lang enkel songs uit de jaren tachtig (èn natuurlijk “Fear of the Dark”) te spelen. Het is dat ze zelf ook beseffen dat ze in dat decennium een reeks van zeven uitstekende albums maakten, waarmee de groep tot het einde der dagen zou kunnen touren. Voor hun halve eeuw beloofde de band een setlist voor de eeuwigheid uit hun eerste negen albums en dingen de ze nog nooit eerder gedaan hadden.

Dat blijkt vandaag een marketingpraatje, want er staan geen grote verrassingen op de nochtans uitstekende setlist. No Prayer for the Dying wordt zelfs (volgens velen terecht) volledig genegeerd. Het meest verrassend is het openingsrondje uit Killers. “The Ides of March”, “Murders in the Rue Morgue”, “Wrathchild” en “Killers” zijn snedige songs die duidelijk laten horen dat de New Wave of British Heavy Metal aan de punk verwant is.

Valt wel op: de band kiest voluit voor de meest epische en proggy songs uit hun eerste albums met maar liefst zeven tracks die langer dan zeven minuten duren. Het enige wat ontbreekt, zijn de karakteristieke immense doeken die na elk nummer vervangen worden. Die rol wordt overgenomen door een immens LED-scherm dat zodra de zon onder is een glansrol krijgt, net op tijd voor een rondje uit Powerslave.

Steve Harris bespeelt zijn gitaar als was het een volbloed, maar geen Iron Maidensong galoppeert zo aanstekelijk enthousiast vooruit als “Powerslave”. Of het moet “The Rime of the Ancient Mariner” zijn, dat andere epische nummer uit hetzelfde album. Het verhaal van de veertien minuten lange song wordt in een indrukwekkende animatie op het scherm verteld, waardoor ook wie het riffgegoochel beu is of even dreigt in te dommelen tijdens het rustige stukje, bij de les blijft.

Tijdens de volgende brok spectaculaire gitaar-epiek van “Seventh Son of the Seventh Son”, toveren de schermen het podium om tot een ijslandschap, maar de spectaculairste truc volgt tijdens “Hallowed Be Thy Name” waarin Dickinson in en weer uit het scherm duikt. De spectaculaire visuals maken de song nog overdonderender dan anders. Enkel “Fear of the Dark” wordt enthousiaster meegezongen.

De verkleedpartijen van Dickinson zijn ook niet meer op één hand te tellen. We zien hem als opperpriester, victoriaanse heer, gevangene, lid van de Lichte Brigade, WOII-vliegenier, magiër, cyberpunk en als metalzanger-op-pensioenleeftijd. Tijdens de bisnummers zit de frontman niettemin hoorbaar door zijn stem. “Aces High” en “Wasted Years” behoren sowieso ook tot de technisch moeilijkste tracks uit Maidens catalogus. “A bientot!”, roept Dickinson aan het einde, en we hopen deze show inderdaad nog eens te zien. En mogen we “Aces High” en “Killers” dan ruilen voor “Prowler” en “Afraid to Shoot Strangers”?

Iron Maiden had een slotnoot kunnen en mogen zijn, maar Powerwolf mag nog aan de bak. De Duitse powermetallers hebben alles op elf staan: het rood, de set, de face paint, de catchy refreinen, het stemgeluid van Atilla Dorn en de toneeltjes. Tussen elke song loeit de frontman “Grrrrraspop!” en “My friends”, met gedetailleerde instructies over wat er wanneer in de volgende song moet meegezongen worden.

De band is efficiënt in zijn songmateriaal: maximaal vier minuten en ritmisch zelden complexer dan The Ramones, maar wel met alles gedrenkt in dikke lagen bombast en galm en Wagneriaanse koren uit een doosje. Het is ideaal voor een stampend feestje, maar na vier songs in hetzelfde register van LUID en BOMBAST met ook nauwelijks melodieuze of ritmische variatie, is het wel mooi geweest. Powerwolf na Iron Maiden is een beetje als Dimitri Vegas & Like Mike na Underworld: goed in zijn genre, als je het genre eng genoeg definieert.

verwant

Iron Maiden

13 juli 2023Sportpaleis, Antwerpen

Afgaand op de goesting waarmee Iron Maiden het twee...

Expo Westhoek :: Onzichtbaar Landschap

Onzichtbaar Landschap is een gratis openluchtexpo in de Westhoek...

Enola Play EK Editie :: Dag 11. Nucleaire fall-out en Finse Humppaa

Sportieve knakkers als wij zijn op de redactie van...

Swallow

Vooraleer u op play drukt (toch ook handig, film...

recent

Lorde :: Virgin

Maagdelijk, dat wilde Lorde zijn. Niet in de zin...

Bob Op ’t Land :: De Allerbeste Baby Aller Tijden

Hoewel Bob Op ’t Land vooral zijn werk toont...

Superman (2025)

Nadat met het slecht ontvangen maar nochtans niet helemaal...

Poolse artiesten zoeken de wereld op Music Week Poland

Een eigen showcasefestival dat moet helpen de internationale aandacht...

Warschau calling :: Hoe Poolse muzikanten op de poorten van het Westen beuken

Polen als muziekland? Je hoort het wellicht al donderen...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in