Drie jaar nadat ze op het Eurovisie Songfestival indruk maakte met “De diepte” keert Stien den Hollander terug met haar vierde plaat. Op ‘Mijn haren ruiken naar vuur’ lijkt de voormalig getroubleerde zangeres eindelijk rust gevonden te hebben, al moet er nog een relatie uitgezweet worden. ‘Ik heb geleerd dat sommige leuke mensen eigenlijk helemaal niet goed voor je zijn.’
enola: Hoe ben je aan de plaat begonnen?
S10: “Ergens toen de vorige een jaar, misschien anderhalf jaar oud was, begon ik wel alweer te schrijven. Je weet uiteindelijk dat er op een gegeven moment een nieuw album moet uitkomen, dus ik trok met de trein naar Berlijn om daar met Niels Zuiderhoek, een Nederlandse producer die daar woont, nieuwe demo’s te schrijven. Verder was er niet echt een plan. Ik dacht gewoon: ‘ik moet een beetje schrijven, want ik wil een album af hebben.”
“Ik kende Niels niet, dus dat was wel wat spannend. Het was een experiment, en het was uiteindelijk wel leuk, al kreeg ik ook niet het gevoel dat wij daar meteen een album moesten maken.”
enola: Dat duurde uiteindelijk tot je met Jordan Fish van Bring Me The Horizon in de studio belandde. Hoe ben je bij een behoorlijk bekende Brit als hem terechtgekomen?
S10: “ik was altijd al fan van zijn producties, maar ik durfde er nooit écht van te dromen om met buitenlandse producers te werken aangezien ik natuurlijk in het Nederlands zing. Blijkbaar was iemand van mijn label echter al heel lang bezig om iets met hem op te zetten, en zo kreeg ik plots een berichtje van hem dat hij hoorde dat ik met hem wilde werken. Een week later stond hij in Amsterdam. Ik denk dat hij zin had in iets nieuws, een avontuur, en dacht: fuck it, dat doe ik wel even. Lekker dichtbij. Uiteindelijk hebben we daar opgenomen, maar ook bij hem in Engeland. We hebben wat heen en weer gependeld.”
enola: Hoe ging die samenwerking? Had je op dat moment kant-en-klare songs liggen, of ging je met hem schrijven?
S10: “Eigenlijk is elk nummer in de studio ontstaan, niet vooraf bedacht. We schrijven samen, hij produceerde, we bedachten samen de zanglijnen, en dan ging ik daarop tekst schrijven. Allemaal heel erg in the moment.”
enola: Het materiaal uit Berlijn is uiteindelijk niet aan bod gekomen.
S10: “Eén demo, “Noem me wild”, is uiteindelijk wel op de plaat beland. En ook Sam (Lawala, aka Sim Fane – red.) met wie ik mijn eerste platen gemaakt heb, heeft met één nummer het album gehaald. Dat werd “Joanne”, en heb ik met Jordan dan verder uitgewerkt. Dus het is zeker niet zo dat Sam en ik uitgeschreven zijn, maar toen ik met Jordan in de studio zat, was het de evidente keuze om de volledige plaat met hem te maken. Het voelde als een kans die ik niet vaak meer zou krijgen.”
enola: Het resultaat klinkt nog meer pop dan je vorige werk: vetter, meer geproducet. Was dat een bewuste keuze?
S10: “Ook dat was een eerder logische evolutie. Ik wist niet wat ik moest verwachten toen ik met Jordan aan de slag ging, en zo ontstond alles op het moment zelf. Ook de productiekeuzes werden zo genomen. Maar ik was fan van wat hij deed, dus ik vind het heel fijn hoe alles samen is gekomen. Hij was tegelijk overigens ook enkele heel harde metalplaten aan het opnemen, dus ik denk dat het voor hem ook een welkome afwisseling was: even rustige, vrolijkere muziek maken.”
enola: Nochtans heb je ooit verklaard dat je geen popster bent. Het voelt alsof je dat langzamerhand toch wat meer bent gaan omarmen.
S10: “Dat klopt, en ik weet niet zo goed waarom dat zo is. Ik denk dat Mijn haren ruiken naar vuur voor mij ook een soort springplank was om dat popgevoel eens helemaal te omarmen, en heel erg uit te pakken met wat meer meisjesachtige dingen. Het past bij wat ik nu leuk vind, dus voor mij klopt het. Ook in deze fase van mijn leven voelt het juist.”
enola: Waarom voelde je die reserve tegenover die status?
S10: “Omdat ik nooit dacht dat het iets voor mij zou zijn. Ik heb mezelf nooit als zo strak gezien. Ik ben wat meer onbevangen dan dat, en ik maak niet zulke duidelijke dingen als een popsong, en daardoor kon ik het ook nooit op zo’n heldere manier op het podium brengen. Het was altijd een paar dingen tegelijk. Nu is dat minder zo.”
enola: Een van de thema’s op de plaat is zelfacceptatie, aan de andere kant lijkt het me ook een soort break-up-album. Je bent één specifieke relatie aan het uitzweten.
S10: “Klopt allebei wel. Ik denk dat dit de meest stabiele plek is geweest waaruit ik ooit een plaat heb gemaakt, maar het is ook waar dat mijn relatie net uit was toen ik met Jordan aan het album begon. Waarna het zomer werd en ik iemand nieuw ontmoette, en dat hele proces zit wel in de songs.”
“Dat “De meeste mensen zijn raar” opent is dus niet toevallig, want dat gaat over beide aspecten op de plaat. Het draait om zelfacceptatie en leuke mensen ontmoeten, maar ook om beseffen dat sommige leuke mensen eigenlijk helemaal niet goed voor je zijn. En dat rare mensen je ook naar beneden kunnen halen.”
enola: Waarom koos je voor de titel Mijn Haren Ruiken Naar Vuur?
S10: “Oh dat ging letterlijk zo. Ik was ’s zomers bij vrienden, en dan maken ze altijd een vuurtje. De zin ‘mijn haren ruiken naar vuur’ schoot me te binnen toen ik nadien naar huis fietste, en vond ik later terug in mijn notities. Ze paste wel bij het hele album, bedacht ik. Meestal gaat het zo overigens dat ik mijn lievelingszin van de plaat kies als overkoepelende titel. Ik kan niet uitleggen waarom dat dan zo is, het is iets energetisch. Ik wéét het gewoon.”
enola: “Joanne” lijkt een ietwat bijzonder nummer op Mijn haren ruiken naar vuur. Het is een soort verhaal.
S10: “Het heeft iets van een sprookje hé. Ik heb het geschreven als een verhaaltje om naar te luisteren. Waarover het gaat, hou ik liever geheim. Mensen moeten zelf maar een interpretatie bedenken. Het is in elk geval niets persoonlijks; ik vond het zelfs een leuke uitdaging om eens iets fictiefs te schrijven. Ik voelde me wat uitgeschreven, en dacht: dan vertel ik wel over iemand anders.”
enola: Is dat iets wat je meer wil verkennen?
S10: “Dat weet ik niet. Misschien. Schrijven is voor mij iets natuurlijks, waar ik niet veel over nadenk totdat ik het kwijt ben. En dan zoek ik gewoon of er nog wat is. Dus als ik uitgeschreven ben over mezelf, zal ik wel weer een verhaaltje verzinnen.”
enola: Dit is je vierde plaat en je bent nog altijd maar geen 25 jaar. Er moest doorgewerkt worden?
S10: “Ik kom uit de hiphop hé, daar is het normaal dat je veel projecten uitbrengt. Ik vind het niet erg om lekker veel te releasen, ook omdat ik het allemaal kwijt moet. Ik denk dat elke plaat wel zo zijn reden heeft gehad.”
“Net zo goed zou het ook zomaar kunnen dat ik nu vijf jaar lang geen album meer uitbreng. Dat zal van mijn zin afhangen. Maar ik vind het eigenlijk wel lekker om het echt wel druk te hebben.”
enola: Daardoor was je natuurlijk al vroeg met een best wel serieuze carrière bezig. Heb je soms het gevoel gehad dat je een beetje jeugd gemist hebt daardoor?
S10: “Nee, ik denk dat dit juist mijn jeugd is. Ik heb het de afgelopen jaren heel druk gehad, maar daardoor was ik ook net heel vrij. Dit voelt voor mij immers niet als werk.”
enola: Tegelijk zing je wel ‘dat het best gevaarlijk is, zoeken naar wie je bent, terwijl je nog een basis mist.’
S10: “Dat heb ik vroeger wel gevoeld. Als je jong bent, en je identiteit zoekt, als je zelf niet weet wat je wil of wie je wil zijn, kan je ook bij de verkeerde mensen terechtkomen. Maar ik ben blij dat het bij mij wel goed is gekomen.”