Milan Hulsings nieuwste strip is een bewerking van vijf kortverhalen van Karel Čapek. Voetsporen bulkt van sfeer en mysterie en zou op doktersvoorschrift moeten zijn.
Met zijn eigenzinnig-toegankelijke stripverhalen heeft de Nederlander Milan Hulsing zich de voorbije decennia een stevige naam verworven als een van de sterkste Nederlandse stripmakers. Zijn werk is bovendien internationaal gericht met breed aansprekende thema’s in een grafische stijl die meer aanleunt bij internationale voorbeelden dan bij de Nederlandse klassiekers. Elk nieuw boek van hem is reden voor een feestje. De aankondiging van Voetsporen zorgde dus al voor verwachtingsvol geschuifel op de dansvloer.
In dit boek bundelt Hulsing vijf bewerkingen van kortverhalen van de Tsjechische auteur Karel Čapek (1890-1938). Diens roman Oorlog met de salamanders kende een tiental jaar geleden de meeste bijval in ons taalgebied, waardoor zijn sciencefiction-geïnspireerde werk ook bij ons enige bekendheid geniet. Maar de kortverhalen van Čapek zijn tot nu toe onvertaald gebleven en de bewerkingen van Hulsing zijn dan ook de eerste kans om met vijf van die verhalen in het Nederlands kennis te maken. Hulsing maakte zelf de selectie, en het is aan het boek ook wel te merken. Hoewel het vijf aparte verhalen zijn, zindert doorheen het boek een duidelijke eenheid. Zowel grafisch als verhalend hebben alle verhalen een typische sfeer van onderkoelde spanning. De verstilling van de sneeuwlandschappen en de meestal erg betekenisvolle stiltes in Hulsings pagina’s zorgen dat Voetsporen als een geheel aanvoelt, en geen bloemlezing van vijf individuele verhalen.
Een van de andere grote talenten van Milan Hulsing schuilt in de teksten. Zijn soms spaarzame teksten doorheen de pagina’s zijn altijd perfect in balans met de pagina’s. Nergens overlaadt hij de teksten en tegelijk is Voetsporen ook nergens een woordloze strip. Net de uitgekiende combinatie van de beelden en de teksten is zo typisch Hulsing. Ook in zijn eerdere bewerking van de Nederlandse oerklassieker De Aanslag van Harry Mulisch wist hij op die manier de loodzware Mulisch-stempel de overstijgen. Elk boek van Hulsing is helemaal eigen.
De vijf verhalen in dit boek zijn allemaal doordrenkt van mysterie en onuitgesproken spanningen. Zoals elk boek van zijn hand is ook Voetsporen heel anders dan wat voorafging. Grafisch werkt hij voor elk project een specifieke tekenstijl uit. Met de sneeuw en de regen in deze verhalen lijken de wat vlekkerige tekeningen in Voetsporen een hommage aan Pascal Rabatés klassieke interpretatie van Ibicus (1998-2001).
Voetsporen is nog maar eens een meesterproef van Milan Hulsing. Ondertussen heeft hij een prachtig oeuvre opgebouwd dat het verdient om ontdekt en herontdekt te worden, zeker ook door een internationaal publiek. Geniet alvast van het voorrecht Nederlandstalig te zijn en Voetsporen als eerste te kunnen ontdekken.