Het misverstand is een klassieke techniek om een verhaal te brengen. De Vlaamse comedyklassieker F.C. De Kampioenen heeft er per slot van rekening niet minder dan zijn hele bestaan op gebouwd. Kwatongen zijn er dan ook als de kippen bij om te beweren dat dit en andere technieken gemakkelijkheidsoplossingen zijn om een verhaal te starten en dat zulke ingrepen nooit tot iets waardevols leiden. Maar in de handen van een meesterverteller kan zelfs het grootste cliché omgetoverd worden tot een mooi verhaal.
Kansberekening is daar een mooi voorbeeld van. Een banaal misverstand leidt tot een al even clichématige afloop en boodschap maar weet toch tot het einde te boeien dankzij het vakmanschap van Pascal Rabaté en François Ravard. Rabaté is een oudgediende binnen de Franse stripwereld die naast solowerk (onder andere het knappe Onder de kiezels schuilt het strand, 2022) ook zijn pen of potlood ten dienste stelde van anderen, terwijl Ravard zijn indrukwekkende oeuvre uitbouwde in een louter ‘dienende’ rol, door aan de slag te gaan met scenario’s van anderen. In 2018 werkten beiden voor een eerste maal samen aan Didier, het vijfde wiel aan de tractor, een ontroerend en koddig verhaal rond een Bretoense broer die op aanraden van zijn dokter besluit om op zijn vijfenveertigste dan toch te proberen het liefdesgeluk te vinden. De ontknoping ervan is amusant en hartverwarmend. En het is dat soort naïeve charme dat beiden opnieuw aanboren in Kansberekening.
De saaie burgerman annex kantoorklerk Martin Henry krijgt na een controle-onderzoek van zijn cardioloog te horen dat hij nog maar drie maanden te leven heeft. Terwijl hij het kantoor verlaat, stormt Henri Martin het kantoor binnen, te laat voor zijn afspraak. De dokter beseft dat hij beide patiëntendossiers verwisseld heeft (Henry was te vroeg voor zijn afspraak) en stormt hem achterna om het misverstand uit te klaren. Een kolderiek ongeval met een piano en Martin die besluit er zelf een einde aan te maken, verhinderen de dokter ervan Henry op de hoogte te brengen. Onwetend en terneergeslagen keert die laatste terug naar zijn werk, waarbij hij besluit niet alleen zijn job op te geven maar ook om eindelijk naar Canada te trekken om walvissen te spotten.
Hij weet zijn vrouw ervan te overtuigen mee te gaan maar verzwijgt de reden. De reis zelf verloopt allesbehalve vlot. Niet alleen zitten ze een vlucht lang opgescheept met de luidruchtige en erg aanwezige Serafijn Lantaarn, maar krijgen ze na aankomst ook te horen dat hun bagage ‘verloren’ is. Ook in Canada lijkt de reis voor Henry niet van een leien dakje te lopen: het hotel is niet wat ze ervan verwacht hadden, hij mist alle dieren in het wild op zoek naar zijn telefoon om ze te fotograferen, Lantaarn duikt opnieuw op… Wat zijn laatste reis behoort te zijn, lijkt voor Henry op een gigantische sisser af te lopen. Maar Rabaté en Ravard hebben mededogen met hun antiheld en zullen het verhaal een mooie wending geven. Onthullen hoe ze het doen, zou zonde zijn, want ook al zit de pracht niet in de plotwendingen, toch wordt het geheel mooi afgerond.
Rabaté en Ravard weten dan ook hun personages in alle eenvoud treffend neer te zetten. Wat op zich gelezen kan worden als een flutverhaal met een goedkope boodschap en een portie slapstickhumor, krijgt in de handen van beide meesters een herkenbare, alledaagse schoonheid. Rabaté noch Ravard mikken op de snelle en goedkope lach waardoor het geheel iets tragisch maar ook hartverwarmends krijgt. Henry is op zich geen interessant personage en zijn eindigheidsbesef is een huizenhoog cliché, maar de auteurs leggen zoveel warmte in het verhaal dat de lezer alle cynische bijgedachten bant en zowaar met een glimlach het boek sluit. Kansberekening ademt een naïeve charme die de banaliteit van het verhaal en het clichématige verloop opvallend fris laat aanvoelen en zich als een warm dekentje rond de lezer hult. Ook uit een misverstand kan iets moois bloeien.