Mythologische figuren blijven tot de verbeelding spreken. Medea is doorheen de eeuwen altijd een van de meest complexe geweest. Nancy Peňa en Blandine Le Callet doen haar alle eer aan in de openingsdelen van een vierluik.
Tussen 2013 en 2019 verschenen de vier delen van Medea in het Frans. Sindsdien verscheen er nog een integrale, die ook al in het Engels van zich liet spreken. Lauwert heeft als uitgeverij met andere woorden niet enkel de laatste nieuwe verschijningen goed opgevolgd, maar pikt ook al eens wat oudere pareltjes op voor vertaling. De twee eerste delen van Medea verschenen deze zomer, met een derde deel op komst voor oktober. Lauwert zal ook met het afsluitende deel nadien niet lang op zich laten wachten. Wij onderwierpen alvast de twee eerste delen aan een grondige lezing.
Grondig lezen, dat is wat deze Medea wel verdient. Tekenares Nancy Peňa en scenariste Blandine Le Callet hebben immers de bekende en zelfs beruchte mythologische figuur Medea historisch ontrafeld en haar een eigen verhaal gegeven. Medea staat immers vooral bekend als een donkere figuur die als gifmengster optreedt en steeds complotten smeedt. De mannen rond haar heen kwamen er in de mythologie altijd heel wat makkelijker vanaf. Dat vrouwen ook in de mythologie eenzijdig vanuit een mannelijke blik beschreven en overgeleverd werden, stoorde de auteurs, waarop zij in een vierluik en op basis van een massa aan onderzoek deze strip gemaakt hebben.
Het grootste compliment dat we beide makers moeten geven, is dat ze de strip echt tot een meeslepend verhaal hebben gemaakt. Bewerkingen van historische feiten of verhalen in stripvorm blijven al te vaak beperkt tot een slaafse lippendienst aan de geschiedenis, waarbij de meerwaarde van de strip heel erg beperkt blijft en de aantrekkingskracht voor kopers zich vooral bevindt als gadget in een archeologische museumshop. Medea is echt verslavend. Al in het eerste deel bouwt Le Callet haar scenario zo inventief op dat we in rastempo alle bekende figuren om Medea heen gepresenteerd krijgen en meteen ook met haar meeleven in haar zoektocht om een plek te vinden in het gezin van de overambitieuze koning Aietes van Kolchis.
Aietes is ambitieus en zoals wel meer machthebbers vooral bevreesd om ooit ook maar een morzel macht te moeten afstaan. Elke vreemde invloed los van zijn eilandstaat drukt hij dan ook meteen de kop in. In het tweede deel wordt snel duidelijk dat die houding ook voor Aietes niets goeds betekent. Zo verdrijft hij de kinderen van zijn oudste dochter (na de echtgenoot van die dochter ook al vermoord te hebben), drijft hij Medea naar de tempels en slaagt hij er maar niet in om zijn zieke zoon Absyrtos de zorg te geven die je van liefhebbende ouders mag verwachten.
Dat Medea al van jongs af aan volledig aangestuurd werd door mannen en door hun blindheid en vaak ook domheid, opgroeit in een sfeer van wantrouwen, zorgt er mee voor dat zij zich ontwikkelt tot een vrouw die zich slimmer moet opstellen dan de rest en weet dat ze voor haar eigen gezondheid vooral op zichzelf aangewezen is. Medea is in deze strip echter en authentieker dan ze in de meeste andere verhalen al opgevoerd werd. Met de prachtige tekeningen van Nancy Peňa en de kleuren van het duo Sophie Dumas en Céline Badaroux-Denizon baadt Medea in onheilspellende kleuren en ondersteunt de grafische uitwerking perfect de nuances in het scenario. Met de twee eerste delen is het vierluik halfweg. De buit is dus nog niet binnen voor de auteurs, maar met de kwaliteit van deze albums moet het al gek lopen indien Medea geen klassieker wordt en een van de ultieme strips voor liefhebbers van mythologie.