Sometimes I Think About Dying klinkt niet bijster optimistisch. En hoewel de film inderdaad geen zonovergoten komedie is, bevat deze op het eerste gezicht sombere prent wel degelijk humor en hoop. De derde film van regisseur Rachel Lambert biedt een blik in het hoofd van diegenen voor wie sociale interactie geen vanzelfsprekendheid is – een ode aan introverten, maar tegelijkertijd ook een klaagzang over eenzaamheid.
Fran (Daisy Ridley, die hier haar Star Wars-imago van zich af schudt) leidt een doorsnee leventje. Ze werkt, ze eet, ze lost een sudoku op. Alleen denkt ze zo nu en dan na over hoe het zou zijn om dood te gaan. Dan trekt ze zich terug in haar hoofd en vlucht ze naar andere oorden om zo aan haar eigen leven te ontsnappen. Op deze manier probeert Fran haar doorgaans eentonige leven kleur te geven en haar sociaal isolement te negeren. Fran is van nature uit verlegen ingesteld, wat het haar moeilijk maakt met anderen een band op te bouwen. Ze wil wel graag toenadering zoeken tot haar collega’s, maar haar sociale angst houdt haar tegen. Tot haar routine op een dag door elkaar wordt geschud wanneer nieuwe collega Robert (Dave Merheje) onverwacht lacht met haar mop. Een lach leidt al snel naar een stuk taart en een stuk taart leidt naar meer. Maar Fran, niet vertrouwd met menselijke interactie en bevreesd om een blunder te begaan, stelt zich terughoudend op wanneer Robert probeert haar te leren kennen. En zo is ze uiteindelijk in de strijd der eenzaamheid haar eigen grootste vijand.
De film voelt met zijn rustig tempo en lange shots erg meditatief aan. Lambert neemt haar tijd en geeft zo kracht aan het temporele aspect van cinema. Dit geeft de kijker de mogelijkheid de voorbijglijdende tijd te voelen en tegelijkertijd de emoties van Fran mee te beleven. Sometimes I Think About Dying is geen grootse film met een complex plot, maar is net erg herkenbaar. Eenzaamheid, verdriet, verveling en pijn zijn universele gevoelens. Toch gaat de film hier niet te diep op in en blijft het verhaal eerder aan de oppervlakte. Dit past enigszins bij de afstandelijkheid die Fran haar leven beheerst, al is het ergens jammer dat die emoties niet verder onderzocht worden. Ook de droomscènes (of eerder de vluchtmomenten) behouden een banaal karakter ondanks enkele absurde elementen, waardoor realiteit en droom quasi in elkaar over lopen. Meer excentrieke scènes hadden nochtans een groter contrast kunnen bieden met Frans dagelijkse leven, wat net iets meer kleur zou hebben gegeven aan haar voornamelijk “beige” bestaan om zo een extra laag toe te voegen.
Traag en ingetogen schept Sometimes I Think About Dying een beeld van al wie wenst deel te nemen aan gesprekken, werkfeestjes of het leven tout court, maar daar simpelweg niet toe in staat lijkt te zijn. Lambert en Ridley tonen duidelijk aan dat dit niet voortvloeit uit een afkeer of desinteresse, maar eerder uit een onbeholpenheid, alsof het sociale gen in hun DNA gewoon ontbreekt. Het passieve karakter van zowel personage als film, in combinatie met de toonloze kantoorsetting en het gebrek aan grote gebeurtenissen, zal niet bij iedereen in de smaak vallen. Maar al wie wel eens durft terug te kruipen in diens eigen hoofd of zich wel eens alleen voelt in een groep, zal de erkenning en rust die dit kleine verhaal aanreikt zeker weten te appreciëren.