Het klinkt bijna ongeloofwaardig, maar Jonny Greenwood en Thom Yorke lijken zich tegenwoordig zowaar te amuseren in de muziek. Ons niet gelaten, zolang we mee zijn en blijven met het spelplezier van de twee.
The Smile, dat is nog altijd – en nog veel meer dan op A Light For Attracting Attention – Yorke en Greenwood (Radiohead) met in de rug jazzdrummer Tom Skinner (Sons Of Kemet, zichzelf). Op dat debuut van The Smile hadden Yorke en Greenwood succesvol de last van Radiohead afgeschud en spelplezier teruggevonden. Ze gingen ook de hort op en lieten vanop het podium al meteen nieuwe nummers op het publiek los. De lol was blijkbaar zo groot dat er nog geen twee jaar na die eerste plaat al een opvolger is. Dat krijgen ze bij Radiohead al sinds de jaren ’90 niet meer voor elkaar.
Op Wall Of Eyes hoor je aan alles dat de drie muzikanten meer naar elkaar toe zijn gegroeid en een beter zicht hebben op wat ze willen. Hier staat een sterk trio van topmuzikanten dat in vijfde versnelling vooruit schiet maar wel heel wat brede bochten pakt langs psychedelische prog, jazz en ambient. Skinner krijgt meer ruimte om zijn jazzachtergrond uit te spelen, in al zijn diversiteit. Wat hij hier toevoegt aan de geroutineerde tandem uit Oxford, Yorke – Greenwood, had de ritmesectie bij Radiohead nooit gekund. De twee heads maken dan weer volop gebruik van de directheid die een trio kan bieden. Het knettert en kraakt en knalt hier en daar dan ook behoorlijk en aan vreemde tempo’s. Tegelijk wordt er vooral gas teruggenomen om zo ogen op de weg (of op de passerende wolken) te houden. Nog meer dan op het debuut hoor je dat het de drie menens is (en dat Skinner een achtergrond in de zweverige fusion heeft). The Smile overstijgt op Wall Of Eyes het leuke zijsprong- of hobbyprojectgevoel van A Light For Attracting Attention.
“Strap yourself in”, zingt Yorke op opener “Wall Of Eyes” en dat is niet eens zo’n slecht idee. De tweede plaat van The Smile is een zeer zweverige trip geworden. De stem van Yorke is overal en nergens, de gitaarpartij stottert. Maar vooral de orkestratie, die wel vaker een cruciale rol heeft op Wall Of Eyes, trekt je mee naar hogere sferen. De fans van het soundtrack- en arrangeerwerk van Greenwood kunnen op dit album hun hart ophalen. “Teleharmonic” is even psychedelisch, maar toch vooral ontroerend schoon. Horen wij daar iemand een veelkleurig traantje wegpinken?
De songs waarop The Smile verkent hoe hyperkinetisch het kan zijn (spoiler: best erg hyper), geven meteen de krachtigste momenten van de plaat. “Read The Room” gaat overal en nergens naartoe, maar trapt uiteindelijk wel recht in doel. De bas stuwt de boel vooruit, meer agressief en dwingend dan ooit het geval was in de wereld van Yorke en Greenwood. Enkel na de laatste bocht volgt wat vertrouwd terrein. “Under Our Pillows” met zijn springerige gitaarpartij roept herinneringen op aan “Thin Thing”, op A Light For Attracting Attention al een absoluut hoogtepunt. Het trio werkt die sfeer hier verder uit, maar voegt er nu een zweverige tweede helft aan toe om als het ware nog meer het contrast te maken. Space is duidelijk the place.
Dat tweede deel van “Under Our Pillows” is eigenlijk een veredelde interlude die nu ook weer niet zo interessant is. En dat valt vaker voor dan zou mogen op Wall Of Eyes. De eerste helft van single “Bending Hectic” ademt wijdse vrijheid maar laat je soms te los. Op “I Quit” speelt Greenwood creatief met zijn effecten en de orkestratie valt mooi op zijn plaats, maar ook dat nummer blijft (nog?) niet hangen. “My head is lit”, zingt Yorke nochtans, maar de rook rond zijn hoofd lijkt nog niet genoeg verdwenen. Het past wel allemaal mooi in de jazzy progsfeer die The Smile uitrolt op Wall Of Eyes en het zweeft een flink eind weg op een schone kleurrijke wolk, maar wij missen een stroomstoot als “You Will Never Work In Television Again” vanop dat debuut. Of de pure ontroering zoals “Free In The Knowledge” die je plotseling overviel halverwege A Light for Attracting Attention. Wat The Smile wint aan coherentie en muzikale rijkdom, verliest ze nu soms wat aan onverwachte emotie. Wall Of Eyes pakt je soms net niet hard genoeg bij de lurven.
Zo past “You Know Me!” perfect binnen de sfeer van de plaat, maar de tandem Yorke-Greenwoord heeft ons al veel meer iconische afsluiters geschonken (en wij verkiezen dan toch “Skrting On The Surface”, om de competitie met pakweg “The Tourist” of “Videotape” eerlijk te houden). Vooral de tweede helft van Wall Of Eyes voelt in al zijn eenvormigheid juist wat stuurloos, alsof het trio hier wat te hard in hun eigen wereld vertoeft. The Smile bevestigt als groep, maar overtuigt nog niet helemaal met het gevonden geluid. Of misschien is het een kwestie van de juiste deur doorstappen en hebben wij gewoon de sleutel nog niet gevonden. Want dat moet je Wall Of Eyes wel meegeven: de plaat is een uitnodigend warm bad, al blijft ze als geheel nog niet altijd hangen. Wij gaan dus nog eventjes verder verkennen met ons derde oog, space blijft voorlopig nog even the place.