Vorige week hadden we het nog over het -volledig terecht – goed onthaalde Evil Dead Rise waarin Lee Cronin op een zeer intelligente manier omsprong met nostalgieporno en er zo waar een van de beste blockbusters van dit jaar mee maakte. Amper een week later is het tijd voor The Pope’s Exorcist die alleen maar een omgekeerd effect teweegbrengt, want dit moet zowat het slechtste zijn wat er de afgelopen weken in de bioscoopzaal te zien was qua pocorntitels.
De filmtitel kan je misschien op het verkeerde been brengen – en waarschijnlijk ook door de timing met Evil Dead Rise – maar The Pope’s Exorcist heeft dus niets te maken met het meesterwerk van William Friedkin uit 1973, behalve dan (maar dat had je al lang begrepen) dat het hier ook om een geestelijke gaat die van God de gave heeft gekregen om demonen uit bezeten mensen te verdrijven. Meer zelfs, deze man in kwestie heeft echt bestaan, maar The Pope’s Exorcist is helaas verre van een biografie geworden van Gabriele Amorth die naar eigen zeggen tienduizenden duiveluitdrijvingen uitgevoerd zou hebben. Wel is het een ridicuul en bij momenten uiterst vervelende horrorfilm geworden waarin Russell Crowe met verve onderstreept dat bij hem het vet al lang van de soep is.
The Pope’s Exorcist is zoals te verwachten viel een inspiratieloos zootje geworden en daar zal regisseur Julius Avery voor veel tussen zitten. Overlord, waarmee hij doorbrak was best nog wel genietbaar, maar de kerel is ook verantwoordelijk voor het Sylvester Stallone-vehikel Samaritan, wat zo wat het slechtste is wat je in de catalogus van Prime Video kan vinden. En over streamingdiensten gesproken, de cameravoering van Khalid Mohtaseb – voor wie The Pope’s Exorcist zijn eerste grote opdracht is – lijkt net iets te veel op wat we doorgaans zien op Netflix. Vakkundig routineus, maar zonder de minste persoonlijke inbreng.
Avery is dus zo’n regisseur die er geen enkel probleem mee heeft dat zijn films voorspelbare rommel zijn en door op automatische piloot te spelen, gewoon lekker zijn spaarvarken wil vullen. Dat laatste geldt zeker en vast ook voor Russell Crowe die de laatste tijd net zoals Nicolas Cage zowat alles accepteert wat hem aangeboden wordt, alleen is Crowe nooit plezant, alleen verschrikkelijk irritant.
Crowe is dus de geestelijke die van zijn baas, de paus (gespeeld door – geloof het of niet – Franco Nero) de opdracht krijgt om (vaak) tieners te bevrijden van de duivelse macht van de prins der duisternis. Blijkbaar vond men het een geinig idee om Crowe Italië en Spanje te laten doorkruisen met zijn scooter en er ook nog eens een vrolijke Frans van te maken. Jammer genoeg lukt dat langs geen kanten, Crowe lijkt zich wel te amuseren maar dat geldt helaas niet voor diegene die honderd minuten naar dit gedrocht moet zitten kijken. We horen veel vuile woorden vallen, we zien Crowe met een medaillon zwaaien en af en toe wordt er wat gekotst, maar meer dan dat is het niet.
Julius Avery haalt alles uit de kast om zijn gedrocht hip te maken en dat gaat van een leuke new wave-soundtrack tot er zelfs een buddy movie van te maken en wel door hem op te zadelen met een klungelige collega (een zo mogelijks nog slechter acterende Daniel Zovatto), maar lukken doet het nooit. Kortom, bespaar je de moeite en spendeer je kostbare tijd met het zien van werken van grootmeesters uit de cinema. Friedkin bijvoorbeeld…