Zowat alle na-oorlogse Vlaamse grote strips debuteerden in kranten: Jef Nys` Jommeke in Kerkelijk leven (Kerk en leven) en later Het Volk, Willy Vandersteens Suske en Wiske in De (Nieuwe) Standaard, Marc Sleens Nero in De Nieuwe Gids, erna Het Volk en tot slot De Standaard en natuurlijk Poms Piet Pienter en Bert Bibber in Het Handelsblad en daarna De Gazet van Antwerpen. Terwijl Jommeke en Suske en Wiske nog steeds te volgen zijn in kranten, is dat niet het geval voor Nero of Piet Pienter en Bert Bibber. Dat Sleen er in 2002 de brui aan gaf en Pom in 1995 is daar uiteraard niet vreemd aan, maar Sleens verhalen verschenen tot het einde in de krant waar Poms laatste acht albums geen voorpublicatie kenden.
Het hoe en waarom die laatste strips niet meer in de krant verschenen, is niet echt duidelijk al zal Poms notoire moeilijke karakter daar ongetwijfeld een rol in gespeeld hebben. De voorliggende Piet Pienter en Bert Bibber – Integraal 9 bevat de laatste vier albums die nog hun debuut in de krant kenden en laten een Pom zien die als late zestiger/jonge zeventiger nog steeds zijn mannetje weet te staan en jaarlijks een album uitbrengt dat moeiteloos naast zijn hoogtepunten kan plaatsnemen. Hoewel de strips verschenen eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, lijkt de tijd in alle verhalen bovendien zo goed als stil te hebben. De auteur had van bij de start al lak aan trends en nieuwe modeverschijnselen en bleef redelijk strak vasthouden aan zijn eigen (jeugd)ervaringen. Opvallend genoeg speelt die tijdloosheid echter ook in zijn voordeel waardoor zijn verhalen in hun eigen universum bestaan, dat bevolkt is met naast de bekende helden ook enkele terugkerende schurken en antagonisten.
In De zaak Blinkstein mag bijvoorbeeld oude bekende Jakobus Slurf (De verborgen schat, Hypnose-pillen) opnieuw zijn opwachting maken. Slurf wordt ontslagen uit de gevangenis maar heeft zijn oude gewoontes niet afgeleerd. Met diamantair Blinkstein sluit hij het op een akkoordje: Slurf steelt enkele partijen verzekerde diamanten en de dubbele winst wordt tussen hen beide verdeeld. Uiteraard loopt het plan niet van een leien dakje want telkens weet Bert Bibber, soms samen met Piet Pienter, op de verkeerde plek en tijd te zijn. De reden ervoor is echter eenvoudig, om Susans verjaardag te vieren en een niet gesmaakte grap over haar leeftijd goed te maken, koopt Bert haar een dure vaas. Helaas sneuvelt die elke keer Bibber en Slurf elkaar tegen het lijf lopen, wat voor Pom overigens een uitstekend excuus voor een `running gag` oplevert.
Opvallend genoeg is commissaris Knobbel ditmaal zowaar bij de pinken en vertrouwt hij het zaakje niet. Hoewel Slurf dankzij zijn nieuwe baard en valse naam buiten schot blijft, heeft Knobbel snel in de gaten dat Blinkstein niet zuiver op de graat is. Toch leidt zijn detectivewerk nergens naar en is het aan de vrienden om de zaak willens nillens op te lossen. Bert Bibber heeft immers nog een eitje te pellen met de vermomde Slurf en is het dankzij Susan, die het zaakje evenmin vertrouwt, dat Slurf op het spoor wordt gekomen. Van echte actie of spanning is geen sprake maar het verhaal ontspint zich op een natuurlijke manier en vermijdt opnieuw de klassieke patronen waaraan Pom sowieso een broertje dood had. Dat Knobbel, ook al is het maar even, zich als een getalenteerde commissaris mag ontpoppen, is bovendien een aangename verrassing.
In Operatie Diepvries keert de auteur terug naar zijn favoriete fictieve Zuid-Amerikaanse land San Doremi. Kort nadat president Tranquilo de drie vrienden uitnodigt voor een deugddoende vakantie, wordt het land geconfronteerd met een koudefront. Al snel blijkt dat de opnieuw tot dictator opgeklommen generaal Carne de Corderra van het buurland Bombilla er achter te zitten. Via een speciaal ontworpen weersatelliet weet hij een sneeuwtapijt te leggen over San Doremi, met als doel het land erna binnen te vallen. Om een oorlog te vermijden besluiten Piet en Bert, en uiteraard Susan, naar het land te reizen terwijl de ondertussen ook in San Doremi aangekomen professor Kumulus tracht op zijn manier de satelliet onschadelijk te maken.
De drie vrienden slagen er niet alleen niet in de satelliet onschadelijk te maken maar tijdens de mislukte poging wordt Bert (wie anders) ook gearresteerd. Het is aan Piet en Susan, met behulp van enkele lokale rebellen, om het zaakje te redden maar heel evident bljkt dat niet te zijn. Finaal zijn het Kumulus en vooral de ontevreden bevolking zelf die een einde maken aan de terreur. Hoewel er duidelijk meer actie in dit verhaal zit, maakt Pom duidelijk dat zijn helden geen echte helden zijn, noch de vijand louter incompetent. Hoewel Kumulus een handje heeft in het omver gooien van de dictator, is het vooral aan de inwoners zelf te danken dat alles goed komt. De zogenaamde `white saviour` staat er vooral voor spek en bonen bij.
Voor Pom mochten verhalen alle richtingen uitgaan en in De erfenis van nonkel Bibber keert hij dan ook terug naar zijn geliefde slaperige stadjes. Bert is de enige erfgenaam van een hem onbekende oud-grootoom die hem zijn landhuis nalaat, de twee miljoen aan contanten heeft de notaris zich toegeëigend onder het mom van gemaakte onkosten. Na enig overtuigen van Piet trekken ze er samen met Susan heen, al worden ze bijna meteen verjaagd door de weinig vriendelijke buurman Tiereliet en is een andere buur, Ryckebroer, er van overtuigd dat het huis geen waarde heeft en dat de drie beter opnieuw vertrekken. Voor Bert lijkt de erfenis goed nieuws te zijn aangezien hij een wel erg aanhankelijke aanbidster achter zich aanheeft (Philomena Happelspijs). Ook Knobbel wordt door zorgen geplaagd, een niet aflatende reeks kunstdiefstallen zet hem onder druk de zaak op te lossen.
Al spoedig nadat ze het landhuis ingetrokken zijn, ontdekken de drie niet alleen een verzegeld testament van `nonkel Bibber` maar horen ze op een nacht ook vreemde geluiden. Na wat onderzoek blijkt in de kelder een geheime gang te zijn die naar een ondergrondse schuilplaats in de tuin leidt,volgestouwd met de gestolen kunstschatten. Liever dan meteen naar de politie te stappen, besluiten ze zelf op onderzoek te gaan om daarna de schuldige aan te geven. Dat dat allemaal de nodige voeten in de aarde heeft, spreekt voor zich. Gelukkig waakt niet alleen de politie maar ook Happelspijs en komt alles goed. Geheel in Poms lijn speelt toeval een grote rol en zijn de drie vrienden niet de inventieve of grote helden binnen het verhaal. Opvallend is wel dat hij in tegenstelling tot vroeger Piet en Bert minder in knokpartijen laat belanden en de `redding` aan anderen overlaat.
Dat laatste valt ook op in Atoombrandstof Warwinkelarium waarin de beruchte Hilarius Warwinkels laatste uitvinding opnieuw voor de nodige problemen zorgt. Warwinkels heeft een nieuwe bron van energie gecreëerd die een antwoord biedt op de stijgende energieprijzen (er is niets nieuws onder de zon) maar hij wil ditmaal echt zeker zijn en vraagt Kumulus zijn uitvinding te beoordelen. Door een verstoord telefoonnetwerk raken de broers Deschepélaere, gespecialiseerd in octrooien, ook op de hoogte van de uitvinding en trachten ze die van Warwinkel over te kopen. Die verwijst hen echter naar Kumulus die de vraag meteen afwijst. De broers besluiten daarop twee boeven, die overduidelijke gelijkenissen vertonen met Stan Laurel en Oliver Hardy (den dikken en dunnen), in te schakelen om de formule te stelen.
Ook ditmaal blijven het geweld en de achtervolgingen beperkt, Theo Flitser is misschien wel het grootste slachtoffer en alleen maar omdat hij door de verstoorde telefoonlijnen bij een andere Susan uitkomt die toevallig ook een wel heel beschermende en jaloerse partner heeft. Warwinkels uitvinding blijft in verkeerde handen maar is minder stabiel dan verwacht waardoor ook de gebroeders Deschepélaere achter het net vissen. Het hoeft eigenlijk niet herhaald te worden dat Pom niet in de val trapt om oude verhaallijnen en ontwikkelingen met een minimum aan variatie te herhalen maar net voor nieuwe invalshoeken kiest. In die zin is niet alleen dit laatste verhaal maar ook de bundel zelf opnieuw een bewijs van hoe de oude knar er in slaagt elk van zijn verhalen een eigenheid te geven die perfect past binnen zijn unieke universum. Poms afscheid van de krantenpublicatie kon niet mooier eindigen dan met deze vier albums.