De verwachtingen voor het tweede album van Darkside ‘hooggespannen’ noemen, is stating the obvious. Gelukkig kan je met een ander cliché stellen dat Spiral een kostbaar kleinood is dat deze verwachtingen moeiteloos inlost.
Na de blitz die Darkside in het begin van het decennium lanceerde, werd het stil rond de groep. Heel stil. Niet de aangename soort stilte die tussen geliefden kan bestaan, maar wel de akelige soort stilte die krachtiger weerklonk naarmate ze langer duurde. Nicolas Jaar is er de artiest naar om de kracht van stilte naar waarde te schatten – hij geeft ze steevast een hoofdrol in zijn albums – maar nu leek die pauze toch al te lang te duren. Maar kijk, in december kregen we “Liberty Bell” toegeschoven, en kon het aftellen beginnen.
Acht jaar geleden weefden de godenkinderen Jaar en multi-instrumentalist Dave Harrington experimentele electronica, ambient, spacerock en blues tot een hoogpolig tapijt dat je lichaam vol statische lading schoot. Met diezelfde bouwstenen hebben ze nu Spiral gevlochten, en dat zónder in herhaling te vallen.
Het nieuwe album is evenveel thuiskomen als licht ontregeld worden – alsof iemand tijdens je afwezigheid ongevraagd enkele wijzigingen aanbracht in je interieur. Psychic bestond nog uit acht nummers, die achteraf bekeken redelijk conventioneel te noemen waren. Het vrij vormelijk inkleuren speelde zich toen binnen vastomlijnde kaders af. Bij Spiral is er van structuur of kader amper nog sprake. Het leunt meer aan bij de geluidstapijten waarin Nicolas Jaar zich op zijn laatste solo-albums in gespecialiseerd heeft. De muzikanten lijken hier haast niet meer te musiceren, maar eerder abstracte klanken te tappen en deze te boetseren tot nummers om die dan daarna vakkundig zelf te verstoren.
Wees dus niet verbaasd als een nummer als “The Limit” eerst parmantig voortmarcheert, tot de heren vinden dat het wel genoeg is met dat ritme en ze de boel doen stilvallen in vormeloze intermezzo’s. Het zijn de twee kanten van de medaille die Darkside is, het is de clash tussen twee hersenhelften waarvan de ene zorgt voor ruimtelijke structuur en de andere de ongeordende emoties aanstuurt.
Die typische clash tussen Harringtons gitaargepriegel en Jaars geluidscollages maakt die Darkside zo spannend. Zo trekt “Narrow Road” zich met een hortend en stotend ritme verder, terwijl de gitaar weerbarstig vecht om elke structuur te verscheuren. Op “I’m the Echo” kronkelen Harringtons snaren doorheen de oosters getinte beat, nu eens als een sirene, dan weer om zelfverzekerd weerwoord te bieden aan Jaars falset: ‘Rather walk with fear / Than talk and see it give up’. Die angst omarmen is de sleutel tot haar ontmanteling. Het achtenhalf minuten meanderende “Inside is Out There” begint fris op de lever om uit te deinen tot een universum waarin het licht van de verwondering in evenwicht wordt gehouden met evenveel duistere materie.
Het titelnummer is sfeervolle ambient en zou op zichzelf te licht uitvallen als het niet scharnierend tussen “I’m the Echo” en “Liberty Bell” met de respectieve dwarrelende en jammerende gitaar zat. Dat laatste is samen met het licht fantastische en raadselachtige “Lawmaker” het meest conventionele en opvallende nummer op de plaat.
Spiral, dat zijn negen lappen beroezende muziek met een gemiddelde speelduur van rond de zes minuten. Wie verlangt naar hapklare popmuziek kan best overschakelen naar MNM. Voor wie dit dan wel is? Voor al wie Joseph Conrads Heart of Darkness dicht bij het hart draagt en de afdaling in de waanzin en chaos zonder angst in de ogen durft te kijken. Voor hen zal loutering op het eind hun deel zijn. Een tweede album heeft de naam moeilijk te zijn, en Spiral doet ook doelbewust moeilijk. Maar wie het enkele luisterbeurten gunt, zal vooral een heel goed album ontdekken.