Leffingeleuren 2024 :: Een ereburgerschap voor Neil Young

,

Zoals Oostende voor velen de terminus is van het leven, zo is het naburige Leffinge dat voor de festivalzomer. Het school- en werkjaar is al lang opnieuw begonnen, maar nog één weekend lang zoeken we de euforie rond de kerktoren van dat ringdorpje. Leffingeleuren, dus, omdat Leffingefestival echt voor geen méter klinkt.

Vrijdag 13 september :: Gemaskerd gezelschap en existentiële vragen

“Een ontdekkingsfestival”, presenteert Leffingeleuren zich, en met een affiche waarop het zoeken is naar grote namen, klopt dat. Hier vindt u de bands van de toekomst, naast zij die al jaren krasselen in de marge en manmoedig blijven ploeteren. Zoals Omni, bijvoorbeeld: al actief sinds 2011, en dat hoor je. Zijn die saaie hoekige indiegitaartjes echt nog altijd een ding? En konden daar echt geen betere songs mee geschreven? Moeizaam begin van de dag, dit.

Snapped Ankles is meteen een stuk spannender. “Heyy, Friday the thirteenth!”, juicht het gemaskerde gezelschap, want dat past hun donkere motorik wel. En dat ze geen applaus willen, maar gedans, en ook dat klopt: deze dolle kermis van groovy invloeden sméékt om beweging. Zoveel zelfs dat frontman Paddy Austin in al zijn enthousiasme zelf het podium afduikt, en met zijn plastieken orgeltje hoog boven zijn hoofd geheven het publiek doorbanjert. Lekker!

En dat is ook het Australische Bad Bangs, dat hier zijn eerste Europese podium betreedt. “Ergens tussen punk en country, folk & psych”, verkoopt het kwartet zichzelf. Wij voegen daar nog “classic rock” aan toe, want moesten we al eens aan het hobbelendste van Black Keys denken? Wij moesten dat. Shelby De Fazio en vrienden brengen het allemaal op een manier alsof ze deze set jarenlang in elk café van de outback hebben fijngeslepen. Ieder nummer volgt naadloos op het ander, elk instrument klikt strak in de machine die dit is. Dat ze als merch strings mee hebben met daarop “Bad Bangs from Down Under”, wijst op een gezond gevoel voor humor, en een bizar idee van marketing, maar hey, weten wij veel wat werkt op de Australische markt. “Hopelijk zijn er nog wafels over na onze set”, roept bassist Gab Portocarrero, en we hopen het voor hem. Wij stootten alvast om tien uur al op een gesloten luik; bummer.

Wat is dat toch met Nederlanders en hun hang naar exotiek? In het rijtje YĪN YĪN en Nusantara Beat, respectievelijk Oost-Aziatische en Indonesische psychedelische funk, is er nu immers ook Collignon, en dat mag dan wel Frans klinken, de grooves zijn hier eerder ondefinieerbaar zuiders. Jori Collignon – want zo heet hij gewoon – woont dan ook al een tijdje in Portugal, nadat hij jaren met Skip&Die en C-Mon & Kypski tourde, en maakt daar opzwepende elektronica die lustig de wereld verkent. Niet gek dus dat de temperatuur in de Apollo al snel met een graad of tien stijgt, en menig Leffingenaar zich aan ongecontroleerd mamadansen waagt op wat nog het meest aan zonnige campingdisco doet denken – dat is een compliment, voor alle duidelijkheid.

Hoe leuk al die oosterse sampletjes en cumbiaritmes ook zijn, echt goed wordt het pas als de band abstracter terrein opzoekt, vettige synths de conga’s naar de achtergrond duwen en gitaarkrachtpatser Yves Lennertz (niet toevallig één van de oprichters van YĪN YĪN) een psychedelisch konijnenhol induikt waarin het heerlijk mee verdwalen is. Drummer Gino Bombrini hitst de boel nog wat meer op met een enthousiast “Tempo tempo tempo”, en je moet al een erg vervelende brompot zijn om hem niet te volgen. “Tot zo bij de bar!” roept Jori aan het eind: dat laten we ons na dit zwoele zweetfestijn geen twee keer zeggen. 

Ondertussen op de Busker Stage: een eigenaardige invulling van het woord busken. Want onze kop er af als dat geen duplo metal is, die Césars Palace daar staat te brengen. Yup, je moet maar naar Taron Zohrabyan kijken, om te weten dat Ronker school aan het maken is: deze vervaarlijk kijkende frontman heeft Jasper De Petter-kwaliteiten, en het trio brengt ruw, met grote blokken rock en noise in elkaar gezet lawaai. Natuurlijk herkennen we af en toe een hint Queens Of The Stone Age, dreigt de valkuil van bier-en-pattattenrock op zijn Ramkots of Rheas, maar daar groeit deze jonge groep nog wel uit. “Waar is de wijn?”, vraagt Zohrabyan tot slot. Moet er gevierd worden? Neen. Het blijkt de titel van het existentiële slotnummer – “Where Is The Wine”, dus; alweer een plezante beuker. Deze groep zien we graag nog eens terug.

Nog meer busken zonder te busken op de Busker Stage. “Suffocate in the echo chamber”, roept iemand, en hij doet dat over een platte beat. Zo gaat dat bij Kill Test, een duo dat onnozel doordramt over gabber en aanverwant gebeuk. Het werkt, dankzij een frontman die er voor gaat, vooraan wordt een publiek zo wild dat we vrezen voor het welzijn van een jonge boom. Kill Test: zo dom dat het weer slim wordt.

 

Oh? Neen, O. Het begint met drum-‘n-bass van Tash Keary, saxofonist Joseph Henwood heeft er maar overheen te toeteren. Dat is het recept. Zij roffelt de meest dwingende ritmes, hij blaast. Zij doet dat met een soort permanente glimlach op het gezicht die veel jobtevredenheid uitstraalt, hij met een intensiteit die ons doet vrezen voor zijn baritonsax. “Abolish The Monarchy”, kondigt hij een nummer aan. “Hebben jullie dat ook?” We waren het bijna vergeten, maar: yup. En passant laat Henwood weten bij dezen eindelijk zijn eerste Belgische wafel te hebben gegeten. Moeten wij naar het schijnt ook doen. Morgen misschien, want het is al laat, en dat luik is al uren dicht.

Beeld:
Tom Leentjes

verwant

recent

Fortress + NAFT :: Holding On

'I wanna be somebody else than myself tonight', zingt...

Maxïmo Park :: Stream Of Life

"When you get the thing you want, but it's...

Godspeed You! Black Emperor :: No Title As Of 13th February 2024 28,340 Dead

Geen titel? Onzin natuurlijk. Zwijgen is ook een actie....

The Smile :: Cutouts

Hoezo, ‘moeilijke derde’? Het Britse trio The Smile barst...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in