Dat Boris Vian niet vies was van enig provocerend gedrag, werd recent opnieuw onder de aandacht gebracht met de stripversie van Ik zal spuwen op jullie graf, een bewerking waarvoor een heel team aan de slag ging. Na een kleine herschikking van de ploeg, werd zopas het tweede deel in de reeks bewerkingen uitgebracht: De dood steekt in hetzelfde vel.
Ik zal spuwen op jullie graf, een adaptatie van de eerste roman die Vian onder het pseudoniem Vernon Sullivan publiceerde, werd door Vian-liefhebber Jean-David Morvan omgetoverd tot een stripscenario met vaart. Ook voor het vervolg gaf Morvan present. Het potlood werd echter door een ander team gehanteerd. De dood steekt in hetzelfde vel werd door Mauro Vargas en Germán Errasmouspe uitgetekend en het moet gezegd: ondanks het talent dat hun voorgangers aan de dag legden, lijkt de stijl van het nieuwe duo beter te passen bij het noir verhaal dat Vian in elkaar bokste.
Dat kwam er initieel niet zonder slag of stoot. De beroering die Ik zal spuwen veroorzaakt had, ging niet snel liggen. De dubbelemoraalridders uit de jaren 1940 vreesden werkelijk dat een boek als dit de jeugd naar het verval zou leiden, een opvatting die Vian ertoe aanzette om opnieuw de pen te hanteren en Sullivan een nieuwe roman te gunnen.
In dit tweede werk blijft hij qua thematiek zeer dicht bij Ik zal spuwen. Ook ditmaal is ras het kernthema. Wederom krijgen we te maken met een wit uitziend hoofdpersonage, een man die echter zwart bloed door de aderen heeft stromen. Hij verdient de kost als buitenwipper in een van de dubieuze clubs die op dat moment de New Yorkse economie doen draaien. Het verschijnen van een volledig zwart familielid brengt echter een bal aan het rollen die onderweg flink wat averij zal aanrichten.
Onze man begaat een moord, vervolgens een tweede en voor hij het weet, zit het politie-apparaat achter hem aan. Dat zit met de handen in het haar: jagen ze nu op een witte dan wel zwarte verdachte? Rekening houdend met de wensen van de publieke opinie vraagt dat immers om een heel andere aanpak.
Het verrassingseffect dat de Sullivan-leek kon ervaren bij het lezen van Ik zal spuwen ontbreekt hier logischerwijze, maar toch voelt dit album aan als het sterkste van de twee. Het verhaal is meer gebalanceerd en de tekenstijl vlotter. Tel daar nog het helaas actuele karakter van het onderwerp bij en je zit met een boek dat zeer lezenswaardig is en, in een moeite door, helpt voorkomen dat Boris Vian opgeslokt wordt in de nevelen van de geschiedenis.