De teerling is geworpen! Na maandenlange speculatie en een voortdurend vooruitschuiven van een releasedatum kunnen we eindelijk Tenet, de nieuwste van Christopher Nolan, bewonderen op het grote scherm. Is deze worp de ultieme Messias die als een goede herder de filmliefhebbers in kuddes terug naar de cinema drijft of is het iets te veel van het goede om van dit werkstuk te verwachten dat het de filmzomer van 2020 redt? Het antwoord ligt, zoals altijd, in het midden.
In Tenet maken we kennis met The Protagonist, gespeeld door John David Washington, een CIA- agent die samen met de Russische geheime dienst een object steelt tijdens een terroristische aanslag op een opera in Kiev. Hij wordt echter verraden en de Russen gaan er zelf met het object vandoor. Later komt ‘The Protagonist’ in contact met een geheime organisatie waarvan hij leert dat er in de toekomst een methode is gevonden om voorwerpen terug in de tijd te sturen. Gewapend met het woord en palindroom ‘Tenet’ en in het gezelschap van de mysterieuze Neil moet The Protagonist op zoek gaan naar een zekere Andrei Sator, een Rus die kan communiceren met de toekomst en die wel een heel sinister einde voor de mensheid in petto heeft.
Klinkt dit alles vrij bekend in de oren? Dat is goed mogelijk aangezien Tenet perfect bekeken kan worden als het bastaardkind van Inception en Interstellar. Nolan brengt hier immers een aantal van zijn favoriete thema’s samen. In een deels ecologische fabel, deels science fiction verhaal worden we opnieuw ondergedompeld in een schemerwereld waarin niets is wat het lijkt. Hierbij is de cineast niet te beroerd om een aantal narratieve trucs te gebruiken die hun degelijkheid al hebben bewezen in het verleden. Zo is het palindroom Tenet niets meer, maar ook niets minder dan een MacGuffin, een woord dat in dit geval noodzakelijk is om het plot voort te stuwen en de motivatie van de personages vorm te geven, maar dat op zichzelf weinig betekenis heeft. Bovendien is Nolan vrij opzichtig in het ontvouwen van zijn verhaal. Eerst bespreken The Protagonist en Neil de moeilijkheden van hun schijnbaar onmogelijk missie om daarna tot de actie over te gaan. Dit proces herhaalt zich vervogens verschillende keren. Het is een beproefde methode die we al iets te vaak hebben gezien, onder andere in Inception maar even goed in de Mission Impossible franchise.
Het grootste probleem aan Tenet is dat de film nogal geobsedeerd is door zijn eigen complexiteit. Er worden behoorlijk wat dure woorden in het rond gestrooid zoals ‘entropie’, een begrip waar zelfs de personages geen weg mee weten. Het cerebrale sfeertje is wellicht leuk voor diegenen die de moeite willen doen om de film verschillende keren te bekijken om zo alle puzzelstukjes op de juiste plaats te kunnen leggen. Eens de puzzel voltooid is, blijft er jammer genoeg enkel een lege doos over. Het siert Nolan dat hij voor zijn plots beroep doet op eminente vorsers zoals Kip Thorne, maar het zou ook geen slecht idee zijn om de wetenschapper in zichzelf los te laten en iets meer cineast te zijn. Dat hoogdravende, wetenschappelijke aspect zorgt er immers voor dat de rolprent weinig hart heeft en nogal klinische aandoet. De onderkoelde, zakelijke toon legt de nadruk op de technische virtuositeit die je oprecht kan bewonderen, maar finaal voel je er weinig voor.
Deze film zal ongetwijfeld de Nolan fans in drommen naar de cinema jagen, maar de redder van deze filmzomer is hij helaas niet. Alles inzetten op een of enkele superproducties, een procédé dat al enkele jaren aan belang wint, is sowieso geen goed idee. Tenet is een film die je makkelijk kan bewonderen voor de technische know how en de visuele uitdaging om zo’n verhaal naar het witte doek te brengen. De dreunende en eenzijdige soundtrack van Ludwig Göransson haalt je echter snel uit je illusie. De passieve insteek zorgt er vervolgens voor dat je volledig afhaakt. Dit is geen film waar je naartoe graviteert, maar waar je helaas achterwaarts van wegloopt.