Fatwa van de Tunesische cineast Mahmoud Ben Mahmoud (die film studeerde in Brussel en nadien in 1983 debuteerde met de Belgisch-Tunesische co-productie Traversées) is het soort film dat heel makkelijk kan ontaarden in belerende boodschapperigheid. Een portret over sluipende radicalisering, loopt altijd het risico in de eerste plaats een pamflet te zijn en dan pas een film. Regisseur Mahmoud benadert zijn materiaal echter in hoofdzaak als een filmisch probleem en niet louter als een socio-cultureel traktaat.
Opgezet als een soort dossierthriller, volgt Fatwa de zoektocht van een Tunesische vader, die uit zijn woonplaats in Frankrijk terugkeert om zijn zoon te begraven na een onverwacht motorongeluk. De man heeft maar heel weinig binding meer met zijn voormalige thuisland en wil eigenlijk zo snel mogelijk alle noodzakelijke verplichtingen achter de rug hebben. De terugkeer naar zijn geboorteland, brengt hem echter noodgedwongen ook opnieuw in contact met zijn voormalige echtgenote, een militante schrijfster die onder politiebewaking staat omdat ze een al te kritisch boek schreef over de radicale stromingen binnen de Islam. Stap voor stap reconstrueert de rouwende vader de laatste levensmaanden van zijn zoon, om langzamerhand tot het besef te komen dat die zich steeds meer was beginnen inlaten met extreme ideeën en met een aantal hoogst radicale figuren.
p>Het formaat van het onderzoek vormt een sterke ruggengraat voor de film en laat ook toe om de informatie in verschillende lagen te laten doorsijpelen. Mahmoud heeft geen boodschap aan het oplepelen van allerlei voor de hand liggende verklaringen en kiest er eerder voor om de kijker mee onder te dompelen in de wereld die de protagonist blootlegt om zo allerlei verontrustende zaken te laten bovendrijven. Net als de vader van de geradicaliseerde jongen – zelf iemand die in de toeristische industrie werkt, in het buitenland woont en dus een ander beeld van zijn land heeft – bevinden we ons in een labyrint en is het vaak bijzonder moeilijk alles meteen goed te kaderen. De zoekende vader keert terug naar een land en cultuur die eigenlijk niet meer bestaan en waarvan zijn beeld in de tijd bevroren is. De wereld die hij vindt is nauwelijks nog herkenbaar en enkel in ene lokale barman herkent hij nog flarden van de plaats die hij jaren geleden achterliet. De plek waarin zijn zoon zich bekeerde tot een blinde ideologie, is dan ook een angstaanjagende plaats, die mijlenver afstaat van de diaspora waarin hij zelf een nader leven opbouwde.
Aan de hand van een zeer klassieke beeldvoering die steunt op zorgvuldig uitgewerkte tableaus, die personages en discussies optimaal visueel ondersteunen, maakt Fatwa ons – en het hoofdpersonage – uiteindelijk wegwijs in het complexe kluwen dat probeert om de wortels van radicale stromingen te vatten. Fatwa weigert halsstarrig om in te zetten op grote emotionele crescendo’s of sensationele gebeurtenissen en kiest volledig voor een ingetogen en beheerste stijl. In het laatste deel – en vooral tijdens de wat bruuske finale – vergaloppeert Mahmoud zich dan toch aan wat doorzichtige wendingen, maar voor overgrote deel is dit een bijzonder evenwichtig portret.
Dit is pas de zesde productie van de reeds tweeënzeventigjarige Mahmoud Ben Mahmoud, die weliswaar met ouder werk regelmatig de aandacht trok op een aantal filmfestivals, maar nooit echt uitgroeide tot een grote internationale naam. Deze Fatwa sleepte evenwel een aantal prijzen in de wacht op de festivals van Carthago en Caïro en was opgenomen in de competitie van het jongste Film Fest Gent.