De langverwachte plensbui kwam als een hemelgeschenk voor iedereen, behalve wie ernaar uitkeek om Joan Wasser in het historische kader van het Brugse Belfort aan het werk te zien. De Magdalenazaal bood een per minuut heter bedrukkender wordend soelaas waar de Police Woman en haar groep een letterlijk en figuurlijk verhitte set speelden.
Ook in het tweede Europese luik van haar Damned Devotion-tour graaide Wasser gretig uit haar meest recente plaat, wat gezien het niveau ervan allerminst als een straf aanvoelde. Des te meer nu het materiaal live nog beter gerodeerd is en de meer op elkaar ingespeelde bandleden er creatiever mee aan de slag kunnen. Zelfs in vrij getrouwe versies van de openingssongs was deze lift al duidelijk merkbaar. Een niemandalletje als “Tell Me” knalde met de vinnige percussie — doorheen de hele set een welkome toevoeging — en extra funky zanglijn voor het eerst. “Warning Bell” resoneerde langer na dankzij een meer geprononceerde synthlaag, die later in de set ook “Silly Me” op subtiele wijze tot nieuwe hoogten zou duwen.
Het ijzersterke materiaal van Damned Devotion was eerder al in gouden handen bij een driekoppige band die perfect de combinatie van soul, rock en melancholie van Wasser als solo-artieste naar een voller geluid weet te vertalen, maar heeft het materiaal nu zozeer in de vingers dat de essentie van elke song exact gevat wordt, maar er ook meer ruimte voor experiment is. De muzikanten voelen aan wanneer een nummer tot zijn pure kern herleid moet worden, zoals in een vertederend “What Was It Like”, maar kunnen op gepaste momenten ook de teugels loslaten en een wilde rit initiëren. “Steed (For Jean Genet)” kreeg een zwoele funky improstaart (hoewel de kopstem van Wasser in de zanglijnen niet elke piek haalt); een woest ronkend “Rely On” vormde een onverwachte climax. Op “Valid Jagger” versterkten beide tactieken elkaar: door de aanloop uit te kleden, klonk het elektronisch gestutte intermezzo extra groovy.
Het oudere werk werd ook niet als een hapklare gemakstreffer het publiek ingegooid, maar kreeg steevast een avontuurlijk nieuw jasje aangemeten. Frequent gespeelde nummers als “The Magic” en “Eternal Flame” — veel beter werkend in een bellenbad dan in de makke reggaeversie die we eerder dit jaar in Botanique hoorden — blijven daardoor verbazen. Toch toverden enkele minder vaak geziene gasten de grootste glimlach op het gezicht: een warme gloed bij “Start Of My Heart”, van zijn overbodige synths ontdaan en daardoor veel trefzekerder; een breed geglunder bij een uitbundige versie van “I Defy”.
De hitte stemde Wasser tot een snedige set die op het juiste moment gas terugnam en voluit ging met een perfect ingespeelde band. Zelfs bij hier en daar verrassende reünies met oud gedienden bleef het nieuwe materiaal overeind. Van een steeds dieper snijdend “The Silence” kan je bijna niet meer geloven dat het pas dit jaar op plaat geperst werd; zo gecanoniseerd voelt het “my body, my choice”-mantra overhellend in psychedelische protestfunk al. Joan As Police Woman eindigde er de main set mee van een concert dat als een nieuw hoogtepunt in haar rijke liverepertoire gezien kan worden.