Wie tickets kocht, was gewaarschuwd: Björk heeft een plaat gemaakt met dwarsfluiten en dwarsfluiten was wat ze meebracht voor een radicale, gewild moeilijke set. De IJslandse nimf vroeg veel van haar publiek in Gent, misschien té veel.
Wat is dit? Tomorrowland? Als vond ze in de uitverkoop nog een paar extra decorstukken uit de Efteling — meer bepaald De Droomvlucht — zo stouwt Björk haar podium vol met een roterende schijf vol planten en een reuzengrote koraal. Zo ging het natuurlijk altijd: zonder concept gaat de zangeres niet op tour en deze keer is dat nog nadrukkelijker zo, zo geeft een tekst op het scherm voor aanvang mee.
Waar het om gaat? De nood aan een nieuw Utopia, aan een herdenken van de wereld. Het Klimaatakkoord van Parijs is zo’n utopie, leest de boodschap, en dat elke utopie begint met het geluid van een fluit, gesneden uit de beenderen van wat vooraf ging. Maar eerst is er de stilte waaruit alles ontstaat en vogelgefluit. “Arisen My Senses” wordt begeleid door beelden van bloemknoppen die zich openvouwen; wedergeboorte. Daartussen huppelend: Björk, gemaskerd. Als een Moeder Natuur?
Voor “The Gate” draait de plantenschijf om en blijken er zich zes fluitisten in te hebben verscholen. Vanachter het koraal duikt een zevende op. In “Utopia” voeren ze een choreografie op, als willen ze bewust een naïeve idylle evoceren. Gewoon omdat het moet, omdat een andere wereld mogelijk moet zijn. Maar misschien is die nieuwe wereld van Björk toch iets te vredig. Het valt op hoe de op plaat soms topzware beats van Arca hier niet resoneren, waardoor de nummers meer weghebben van een sfeervol klanklandschap dan van songs.
Je voelt dat ook het publiek snakt naar houvast. Het oude “Isobel” is een welkom herkenningspunt, al was het maar omdat het voor één keer een stevige beat heeft. Heel even houdt Björk dat gevoel vast. “Courtship” bestaat uit een spervuur van lukraak geloste beats en schel uithalende fluiten. “Human Behaviour” is een zeldzaam moment waarop écht gedanst mag worden en ook de muzikanten doen mee. De belichting kiest meteen voor de stemmige blauwe en groene accenten uit de oorspronkelijke, sprookjesachtige clip.
Het patroon is nu wel duidelijk. Het is pas wanneer Björk oud werk aansnijdt, dat haar muzikale concept ietwat verteerbaar wordt. “Die nieuwe songs zijn gewoon niet goed genoeg”, fluistert iemand naast ons, en ze heeft gelijk. “Pleasure Is All Mine” — op Medúlla nog louter uit stemsamples opgetrokken — krijgt een aardige remake, maar het is pas in “Wanderlust”, van op Volta, dat alles op zijn plaats valt. In combinatie met de strijkers uit een doosje en de potige beats gaat dit plots leven.
Het is little, het is late. “Losss” zal nog eindigen met knetterende elektronica, een chaotische finale en een dansende Björk; het laatste woord is toch weer moeilijk met een paar nummers die grenzen aan het hermetische. Zowel “Sue Me” als “Notget” wentelen zich vooral rond de eigen navel, weigeren de hand naar buiten te reiken — je houdt vast aan je concept of niet. Op het scherm verwelken de bloemen van daarnet, de cirkel is rond.
Wat Björk hier bracht, was gedurfd. Het vraagt lef om dit soort optreden in open lucht te brengen, midden in het festivalseizoen. Het is: “Wie mij lief heeft, volge mij”, zonder één keer achterom te kijken. Dat is moedig, maar daarom is het nog niet wijs. Je hebt onnavolgbaar, maar je hebt van de andere kant ook iets als willen volgen. Björk heeft woensdagavond waarschijnlijk weinig fans gewonnen en misschien wel een paar verloren. Volgende keer mag het toch iets toegankelijker.