Dan San, naar het schijnt Chinees voor ‘bedankt’, is een Belgische band uit Luik en het wordt tijd dat u ze leert kennen. Toegegeven, voorganger Domino uit 2012 droeg nog te veel het beeld uit van mannen met baarden die gevoelige, tamme folkliedjes zingen, maar op Shelter heeft Dan San een grote, creatieve stap voorwaarts gezet. Het resultaat is een toegankelijke maar ook intrigerende plaat vol stemmen en gelaagde nummers die toch niet bang is om naar de hedendaagse muziekscène te kijken.
Beginnen doet het album met het wiegeliedje “Red Line” dat een prachtig woordeloos refrein heeft. Stemmen worden hier gesampled en als een soort van staccato tegenritme voor de aarzelende drums gebruikt. Heel sterk ook hoe het nummer ergens halverwege stilvalt voor een intens mooi gezongen strofe die met zijn meerstemmige harmonieën onmiddellijk heel erg aan Fleet Foxes doet denken.
Hetzelfde geldt overigens voor vooruitgestuurde single “America”, die met zijn rinkelende gitaren en langoureus refrein ook na meerdere luisterbeurten interessant blijft door de complexe opbouw en tempowisselingen. Ook in de arrangementen blijven we constant nieuwe dingen ontdekken, van een prachtig, delicaat xylofoontje tot de bas en drums die perfect in elkaar inhaken. Of neem “Ocean” met prachtige “aah”-tussenstukjes die op het einde bijna Julianna Barwick-etherische proporties aanneemt, gevolgd door een laatste uitbarsting van een instrumentaal refrein met messcherpe synthetische strijkers.
Het is niet omdat Dan San folkmelodieën maakt en zingt, dat ze daarom een pure folkband zijn die geen interesse heeft in moderne muziek. Zo is het heerlijk lome “Dream” niet alleen uiterst meezingbaar – met uitzondering van de sirenezang van Leticia Collet – maar ook de aan Beach House schatplichtige synthesizers maken dit nummer bijzonder etherisch en zweverig. Hetzelfde geldt overigens voor het instrumentale nummer “Nautilas II” waarin een combinatie van stemmen, piano en een rinkelende gitaar voor een lichtjes surreëel effect zorgen.
Zwakke punten zijn er nauwelijks of het moet zijn dat “Red Horse” net iets te lieflijk voorbij dartelt en dat “Gone Home” met zijn tamme melodie wat bijt mist en eerder als een afleggertje van het eerste album. Maar laat dat de pret niet bedereven: het lichtjes dreigende walsje “Up” heeft een mooi kermisorgeltje en kent een majestueuze finale met bellen, strijkers en blazers en afsluiter “Somewhere” is een koel briesje aan het einde van een warme dag dat ons op een veranda altijd in slaap mag komen wiegen.
Veel heeft Shelter natuurlijk aan de uitgekiende, gedetailleerde productie van Yann Arnaud (Air, Phoenix) te danken. De terugkerende instrumentale patronen waar Dan San vervolgens zijn harmonieuze, melodieuze nummers rond bouwt zijn prachtig uitgewerkt, en daarbij zijn de stemmen en de teksten alleen maar een deel van een totale sfeer die Dan San probeert te creëeren. We zijn dan ook uiterst benieuwd hoe dat op de volgende platen nog verder uitgewerkt zal worden. Misschien hadden we graag meer dan de 39 minuten van dit plaatje in de mysterieuze wereld van Dan San willen dwalen. Aan de andere kant is Shelter een bijzonder gebalde plaat geworden die bijna nergens verveelt en die ondertussen een nestje in onze cd-speler heeft gemaakt. Om in de gaten te houden dus.