Fritz Van den Heuvel is terug. Maar het is niet de Fritz zoals we die kennen van vroeger. Nu maakt hij cartoons geënt op de actualiteit, maar wel nog met een prettig gestoorde hoek af.
In 2014 maakte Fritz Van den Heuvel onder zijn echte naam Joris Vermassen een gesmaakte rentree met de graphic novel Het Zotte Geweld. Als Fritz Van de Heuvel had Vermassen in de jaren 90 en begin 2000 enkele jaren successen geboekt als cabaretier en stripmaker. Hij fungeerde ook als tekstschrijver voor klassieke televisiehumor in Lava en Morgen Maandag. Zijn strips verschenen in Humo en met zijn albums sloot hij aan bij dat andere succesnummer van Humo, Kamagurka. Als cabaretier was hij in Vlaanderen zijn tijd vooruit. Lang voor comedy een hit werd in de culturele centra en op televisie, trok Van den Heuvel langs de Vlaamse podia met zijn absurde humor. En toen werd het stil. Enkel drie scenario’s voor de reeks De Bamburgers (met tekeningen van Simon Spruyt) verschenen bij Silvester. Dat hij in 2014 terugkeerde met een autobiografisch geïnspireerd verhaal los van het pseudoniem Fritz Van den Heuvel was tekenend. Het Zotte Geweld was immers het werk van een meer zelfbewuste auteur die diepgaand met zijn vak bezig was. Tegelijk begon hij onder de roepnaam Fritz opnieuw cartoons te publiceren in De Standaard. Het harde absurdisme uit de begindagen maakte plaats voor een absurde kijk op de actualiteit. In Saaie boel hier bundelt Vrijdag nu een eerste keer deze cartoons, opnieuw onder de auteursnaam Fritz Van den Heuvel.
De inleiding bij dit nieuwe boek is een uittreksel uit het proefschrift dat de auteur maakte in het kader van zijn kunstopleiding. Hij denkt na over zijn vak als cartoonist in de nasleep van de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in januari van dit jaar. Die gebeurtenis grijpt hij aan om over de positie van de cartoonist na te denken. Hoe moet een cartoonist omgaan met de angst voor bepaalde thema’s? Is het te rechtvaardigen dat een cartoonist bepaalde zaken ontziet uit vrees of uit een andere overweging? Voor een inleiding is het stuk wel aan de lange kant. Toch slaagt Van den Heuvel erin om met zijn heldere uiteenzetting een genuanceerd beeld op te hangen. Zo is hij ervan overtuigd dat een cartoonist best zaken mag ontzien, ook de keuze om dat te doen is een deel van de creatieve vrijheid.
Uiteraard gaat het in Saaie boel hier wel om de cartoons. De inkijk in Van den Heuvels werkproces geeft een extra dimensie aan de grappen die telkens een prent per pagina beslaan. De humor heeft scherpe randen en snijdt regelmatig gevoelige onderwerpen aan. Toch behoedt Van den Heuvel zich ervoor om niet de richting van bijvoorbeeld Charlie Hebdo op te gaan. Die zijn visueler en minder suggestief ingesteld. De manier waarop Van den Heuvel omging met het al dan niet maken van een Mohammed-cartoon, is typerend. Hij maakte vier varianten die elk op een andere manier het thema benaderen. Hij benadert humor op een doordachte manier en kiest nooit voor de evidente, makkelijke grappen.
Sinds de aanslag op Charlie Hebdo is het beroep van cartoonist eens zo relevant geworden. In de kranten die vol teksten en foto’s staan, is de cartoon immers een klein medium dat een grote boodschap kan overbrengen. Het is belangrijk dat de durf blijft bestaan om de actualiteit op een eigenzinnige manier te bekijken, los van enige overtuiging of vooringenomenheid. Onder zijn alias Fritz Van den Heuvel kijkt Joris Vermassen op zijn eigen manier naar de wereld van alledag. Saaie boel hier is een fascinerende kennismaking met Fritz anno 2015.