Van Young Team tot Rave Tapes :: 20 jaar Mogwai in hun eigen woorden

Alweer twintig jaar geleden ontstond in een land waar het altijd regent een groep die het geluid van postrock mee zou definiƫren en zo muziek een heel andere weg deed inslaan (en ondertussen ook nog even uw oren aan gort knalde, maar dat moet u er dan maar bijnemen). Het was met andere woorden dringend tijd dat wij de Stuart Braithwaite eens aan de tand voelden over de voorbije twee decennia.

Noise in de woonkamer

Het begon allemaal in 1995 in de living van Stuart Braithwaite, toen drie puisterige pubers onder de argwanende blik van hun ouders het huis begonnen te vullen met noise. Die drie puisterige pubers waren Dominic Aitchison, Martin Bulloch en Braithwaite, die al snel gezelschap kregen van John Cummings. ” Mijn ouders waren we al wat lawaai gewoon, want ik speelde al in bands sinds ik een prille puber was, maar ze waren toch blij toen we naar Martins huis verhuisden om te repeteren,” lacht Braithwaite (gitaar). “Mijn ouders zijn vrij easy-going dus zelfs al hadden we er nooit geld aan verdiend, waren ze nog blij geweest dat ik mij amuseerde door noise te maken met mijn vrienden.” Al snel kregen hun eerste singles zoals bijvoorbeeld “Summer” echter aandacht in de Britse muziekpers. “Ik ben nog altijd trots op die songs, die eerste jaren waren ook gewoon zo opwindend. En “Helicon 1″ vind ik nog altijd Ć©Ć©n van onze beste nummers.”

Mogwai was eigenlijk nog steeds slechts een bende baldadige jonkies toen ze iedereen een vuist in het gezicht plantten met hun debuut Young Team, en vooral met “Mogwai Fear Satan”, het sluitstuk van de plaat en sindsdien zo’n beetje de oersong van Mogwai. De stenen tafels, de tien geboden van de postrock, maar dan ingekort tot drie akkoorden, meer had de band immers niet nodig. “We speelden het al langer live, op een bepaald moment hadden we zelfs een versie van meer dan twintig minuten,” legt Braithwaite uit. “Het gebeurde allemaal heel organisch. Het is wel echt een heel belangrijke song, en we hebben er heel hard aan gewerkt. We wisten dat het sowieso het beste nummer van de plaat was. Niet dat we toen iets hadden van ‘ dit is onze definitieve sound’, maar we waren er wel heel trots op.” Nochtans opperde Dominic Aitchinson (bas) ooit dat Young Team overschat wordt en dat hij het de slechtste plaat van Mogwai vindt. “Ik kan het wel appreciĆ«ren als een goeie plaat, hoewel het achteraf gezien wel aangenamer was geweest als we meer tijd hadden gehad, maar niet dat het geen goeie plaat is,” nuanceert Braithwaite. “We hadden ook niet genoeg songs dus het was heel intens en stressvol.” En die eerste tournee? ” Dat was wel een beetje het clichĆ© rock’n roll circus; we waren allemaal jong en dwaas. “Very happy days,” vat de gitarist ietwat nostalgisch samen.

Stilte na de storm

Daarna kon de muzikale ontwikkeling beginnen, waarbij de groep misschien nergens een Kid A-achtige bocht maakte, maar ze toch voetje voor voetje nieuwe terreinen ontgon, zonder daarbij hun muzikale afkomst volledig te ontwortelen. “We wilden gewoon iets anders; we zijn er ons altijd bewust van geweest dat we niet telkens hetzelfde konden doen,” benadrukt Braithwaite. Op Come On, Die Young bijvoorbeeld werkte de groep datgene uit wat hen op hun debuut al onderscheiden had van andere, heel wat middelmatigere postrock, namelijk de diepe emotie en subtiliteit die tussen de uitbarstingen in naar boven kwam. “We luisterden toen zelf ook veel naar rustigere muziek, bands als Low bijvoorbeeld, en die hebben ons echt wel beĆÆnvloed op die plaat,” legt Braithwaite uit. Come On, Die Young was eigenlijk Ć©Ć©n lange opbouw, waarbij slechts aan het einde een vat vol noise werd aangeslagen. De eerste helft van de plaat bestond uit sfeerstukken zoals “May Nothing But Happiness Come Through Your Door”, en al jaren voor ze op regelmatige basis soundtracks begonnen af te leveren, waarop ze dit soort van sound perfectioneerden, diepte de groep de sferische kant van hun geluid uit. Of Braithwaite denkt dat ze softer geworden zijn doorheen de jaren? “We houden er nog steeds van veel noise te maken hoor, dus neen, niet echt,” lacht de gitarist. “Mensen moeten zelf maar beslissen welke kant van Mogwai ze het beste vinden, of dat nu de luide of de meer sferische stukken zijn,” besluit hij.

In 2001 bracht de groep echter nog een epos uit dat zich kon meten met “Mogwai Fear Satan”: “My Father My King”. Een alles verpulverende sloophamer, gebaseerd op een Joods gebed, waarop ze nog een laatste keer alles wat ze daarvoor met de zacht- en hard dynamiek hadden gedaan in de schaduw stelden. Of ze daarna het gevoel hadden dat ze de limiet van die sound bereikt hadden? “We speelden het al heel lang live voor het we uiteindelijk uitbrachten, dus eigenlijk is het best wel een oude song,” legt Braithwaite uit, “maar ik denk dat je wel gelijk hebt: veel verder dan dat kan je niet meer gaan. Het is nog intenser dan “Mogwai Fear Satan”, dus ik denk dat “My Father My King” echt hĆ©t hoogtepunt van die zacht- en hard dynamiek was. Je kan wel zeggen dat er een Mogwai voor en na “My Father My King” is, ja.”

Daarna liet de groep ook langzaam de puur door gitaar aangedreven sound achter zich en lieten de Schotten meer en meer arrangementen en elektronica toe in hun muziek. Rock Action en zeker Happy Songs For Happy People bevatten een veel gevarieerder geluid dan hun eerste platen. Die eerste bracht wat lichte blazers en strijkers binnen in het universum van Mogwai, en zeker op Happy Songs For Happy People gaf elektronica veel meer kleur aan hun muziek. “Ik denk dat dat iets was wat we altijd wel hadden willen doen, maar dat we daar toen pas de kans toe kregen,” vertelt Braithwaite, “want doorheen de jaren kregen we gewoon meer mogelijkheden.” En de rol van David Fridmann (producer van Come On Die Young en Rock Action, ml.) daarin? “Hij heeft ons niet echt direct beĆÆnvloed, maar hij had natuurlijk wel de middelen om die nieuwe ideeĆ«n op te kunnen nemen.”

Ondertussen perfectioneerde de band ook hun vocodertrucje op “Hunted By A Freak”. “Die vocoder vinden we gewoon leuk, daar zit niet echt een groot idee achter,” lacht Braithwaite. “We houden wel allemaal van die oude platen van Kraftwerk of andere electronische dingen waar stemmen ook vaak vervormd worden. Maar “Hunted By A Freak” vind ik ook echt onze mooiste vocodersong. Het heeft zelfs wat van een popsong.” Meer in het algemeen kijkt de gitarist zeer voldaan terug op Happy Songs For Happy People: “Ik ben heel tevreden over die plaat, heel trots. Er staan veel verschillende dingen op, maar er zit toch coherentie in. En “Golden Porsche” is zeker de meest idiote songtitel die we ooit verzonnen hebben,” lacht Braithwaite. “Je zal mij er in ieder geval niet snel mee zien rondrijden. Tenzij iemand anders hem betaalt.”

Andere songs, zelfde intensiteit

Daarna kon het echter weer wat meer rechttoe rechtaan scheuren, en met nummers als “Glasgow Megasnake” beukte Mr. Beast weer stevig in op de oren. Toch zou je met een beetje goede wil Mr. Beast en Hardcore Will Never Die, But You Will de popplaten van de groep kunnen noemen. Popplaten waarop de groep, zeker op die eerste, uiteraard nog altijd een stevig vat noise aanslaat. Na het ietwat bedaardere Happy Songs mocht het allemaal weer wat harder, maar wel beknopt hard, en maar zelden gaan de nummers boven de vijf minuten. “We beseften vooral dat we live voor het hardere werk altijd naar oudere nummers teruggrepen, en we wilden wel eens wat nieuwe songs om te spelen, maar die moesten dan wel dezelfde intensiteit hebben als diegene die we vroeger deden,” legt Braithwaite uit. “Maar veel ervan gebeurde ook gewoon, zonder veel nadenken,” voegt hij er nog kenmerkend aan toe. Tegelijk staat op Mr Beast ook “Friend Of The Night”, Ć©Ć©n van de mooiste songs die de groep ooit op band gooide. “Mensen onderschatten soms de pure schoonheid in Mogwai en denken enkel aan noise als het over ons gaat,” zegt Braithwaite, “maar het publiek apprecieert die song wel heel hard, dus we hebben er blijkbaar toch een gevoelige snaar mee geraakt.”

Tegelijk werkte de groep ook haar eerste soundtrack af: Zidane: A 21st Century Portrait, waarop ingehouden spanning weer centraal staat. “Het was een heel andere benadering van muziek maken omdat we nu helemaal ten dienste stonden van de film, en we waren er ons heel sterk van bewust dat we moesten zorgen dat de film niets van zijn kwaliteiten mocht verliezen door onze soundtrack,” kijkt Braithwaite nu terug, “maar we waren heel blij dat we het gedaan hebben, en we zijn het daarna dan ook meer en meer beginnen doen.” Ook veel songs van The Hawk Is Howling waren eerst bedoeld voor een soundtrack, wat de rustigere sfeer van dat album verklaart. Op de vraag of Les Revenants mogelijk was geweest zonder Zidane volgt dan weer een typisch “I don’t know”.

Mogwai Fear Synthesizer?

Dat resulteerde vorig jaar in Rave Tapes: nog nooit had elektronica zo centraal gestaan, en vooral op “Remurdered” werd de computer volledig omarmd. Het nummer vormt in dat opzicht dan ook de sleutelsong van de plaat: “Ja, dat nummer is echt iets helemaal anders, maar ik heb wel de indruk dat luisteraars het kunnen smaken,” klinkt het bij Braithwaite. “Het is zeker een goede evolutie. Mensen zullen artiesten als Public Enemy (Mogwai programmeerde hen op hun ATP-verjaardagsconcerten, ml.) en Aphex Twin niet snel met Mogwai verbinden, maar we zijn wel fan van die groepen.” Of de volgende plaat van Mogwai in de lijn van “Remurderd” zal liggen, weet Braithwaite nog niet, maar “het is zeker mogelijk”. En had de Mogwai van twintig jaar terug Rave Tapes kunnen appreciĆ«ren? “Zeker,” lacht de gitarist.

Rave Tapes had voor- en tegenstanders, maar Ć©Ć©n ding kan niemand ontkennen: dit is al lang niet meer de groep die Young Team maakte. Mogwai bleef zijn afkomst altijd trouw, en ook de hard-zacht dynamiek zal altijd wel aanwezig blijven, maar echte stilstand is er nooit geweest. Op die manier kroop de groep, die zo vaak inertie wordt verweten, toch traag maar gestaag vooruit. Grote breuklijnen zijn er niet in het oeuvre van de Schotten, maar ondanks een paar serieuze dipjes is het hart van de groep altijd blijven kloppen. De pendel zal in ieder geval nog een tijdje heen en weer blijven zwaaien tussen uitgediepte, genuanceerde sferische klanktapijten en brullende gitaren. Of zoals Braithwaite zelf ooit “My Father My King” omschreef: “Two parts serenity and one part death metal”.

recent

The Jesus and Mary Chain

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Hoe moeilijk kan het zijn om een geluidsman eens...

James Brandon Lewis Quartet

23 april 2024Ancienne Belgique, Brussel

Back to Black

De titel van Sam Taylor-Johnsons jongste film verwijst naar...

Salem

De 'mean streets' van Marseille vormden al eerder het...

Stake :: ”Ik zie ons nog wel doorgaan tot we baarden hebben als ZZ Top”

We hebben het met de manager gecheckt: bedoelde hij...

verwant

Stekelig als een kerstboomknuffel :: essentiƫle kerstmuziekjes

Geef toe: meestal zijn ze uw aandacht niet waard,...

Enola Play EK Editie :: Dag 4. Zatte Schotten! Zweedse rƄp!

Sportieve knakkers als wij zijn op de redactie van...

Mogwai :: As The Love Continues

Als u in ons woordenboek ging kijken bij het...

Mogwai :: Dry Fantasy

Daar zijn ze weer, Ć©Ć©n van de peetvaders van...

Rock Werchter 2019 :: De tong zo hard in de kaak dat het Picasso wordt

Grote Vakantie! Tijd voor waterijsjes, bermuda shorts in allerlei...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in