Op plaat nummer drie volhardt Lia Ices in de boosheid met haar voorliefde voor spuuglelijke hoezen. Gelukkig is de muziek te pruimen, al slaat de singer-songwriter uit Connecticut wel erg onverwachte paden in.
De akoestische intensiteit van Grown Unknown, die zorgde voor vergelijkingen met Tori Amos en ook Feist, moet wijken. Weg zijn het akoestische gitaargetokkel, de strijkers en de langzaam opgebouwde gebrokenhartenpoëzie. In de plaats komt een heel andere Lia Ices bovendrijven. Eentje die Perzische percussie en Pakistaanse pop mengt met rock, hiphopbeats en dub. En dat allemaal op een plaat van amper 35 minuten, jawel. Het is dan ook even slikken wanneer de eerste tonen van “Tell me” door de boxen schallen. Zijn we verkeerdelijk in een cursus buikdans of een Bollywoodfilm terechtgekomen?
Gelukkig blijkt de angst voor een dolgedraaid muzikaal wereldfeest ongegrond. Oké, halverwege “How we are” komen de eighties, Kate Bush en Florence Welch even vervaarlijk om de hoek loeren, met bijhorende oehoehoeh’s, theatraliteit en vocale aerobics. En ja, er zijn meer exotische versierinkjes (“Higher”) en meer beats (“Waves”) en er is ook meer elektronicageknutsel (“Sweet as ice”) te horen dan op de vorige platen, maar het blijft uiteindelijk wel netjes gedoseerd. Er staan dan ook geen grote uitschuivers op Ices. En dat is echt niet zo vanzelfsprekend, wanneer je luistert naar alle laagjes, effectjes en extraatjes die Ices op haar songs losliet. Alles mag. Een mens zou zich voor minder vergalopperen. Maar dat heeft Lia Ices gelukkig onder controle weten te houden. Het eindresultaat klinkt beheerst, goed doordacht en daardoor — driewerf helaas — toch ook een tikje minder oprecht dan de vorige plaat.
De nieuwe Ices werd dus voor het gemak kortweg Ices gedoopt. Soms hoef je ’t als artiest echt niet ver te gaan zoeken… Geen wonder dus dat dat ijzige aspect prominent aanwezig is, zowel in de songtitels (“Love ices over” en “Sweet as ice”) als in de stem van Lia (gewoon Kessel in het dagelijkse leven). Want een ding is zeker: Ices’ stem heeft nog niets van haar mysterie verloren. Ze combineert nog steeds het onaardse van Kate Bush met de dramatiek van Tori Amos, klinkt koel en lieflijk tegelijk, alsof ze op een andere planeet thuishoort. Of toch minstens ergens op een fascinerende plek in niemandsland, waar de lucht ijl is en de wolken laag hangen.
De liedjes op Ices zijn mooi, de zang goed en de nummers degelijk opgebouwd. En toch ontbreekt er wat. Is het niet allemaal een beetje te veel vernis en te weinig song? Of zit de eclectische exuberantie in de weg? Hoe komt het dat Ices niet recht naar het hart gaat? Want liefde op het eerste gezicht, neen, dat is het niet. Maar een degelijke plaat, dat wel. Misschien voor plaat nummer vier toch maar terug naar de roots? En misschien ineens ook eens op zoek gaan naar een mooie hoes, Lia? Zullen we dat afspreken?