Na een uitgebreide reeks concerten met gelegenheidscollectief Psychic Temple, ging Chris Schlarb voor zijn nieuwe soloplaat de rust en eenvoud opzoeken in een afgelegen huis ergens in de Californische bergen. Klinkt heel bekend en sinds Bon Iver is die manier van werken dan ook even hip als verdacht.
Nu kan je Chris Schlarb van veel verdenken, maar hip is hij allerminst. Met een ruime blik op de muziekgeschiedenis bewandelt hij eigenwijs een pad dat eclectische muziek met een nostalgische ondertoon oplevert. Pop, jazz, avant-garde: ze passeren allemaal de revue in zijn boeiende discografie die tot nu toe evenwichtig verdeeld is tussen Psychic Temple en solowerk. Het zijn stuk voor stuk ambitieuze projecten met tal van gastmuzikanten en vreemde concepten. “Making The Saint” is dus een keerpunt en gaat terug naar de kern: het uitstekende gitaarspel van Schlarb. Niet dat het technisch zo indrukwekkend is, maar hij beheerst wel de kunst van het vertellen met weinig middelen.
Vooral het titelnummer kan daardoor de volle negentien minuten boeien. De zachtjes overstuurde gitaarklanken worden lang aangehouden en geduldig uitgesmeerd over een zachtjes pulserende drone. Weinig middelen dus, maar het resultaat neemt je mee op een dromerige reis doorheen verlaten landschappen. Ook “The Fear Of Death Is The Birth Of God” is bijna vijftien minuten sfeerschepping maar draait de rollen om. De zweverige klanken treden op de voorgrond en zorgen voor een donkere en dreigende sfeer. Een op gitaar gespeeld baslijntje zorgt op de achtergrond voor de houvast maar kan niet voorkomen dat het nummer minder weet te beklijven dan zijn tegenhanger.
Voor zijn zoektocht naar eenvoud en puurheid putte Schlarb naar eigen zeggen ook inspiratie uit enkele grote voorbeelden. “The Great Receiver” is op dat gebied een duidelijke hint, al heeft het nummer weinig van doen met de progressieve rock van King Crimson. Het leunt wél aan bij het geluid van voorganger Psychic Temple II en dat betekent zonnige maar niet alledaagse popmuziek. Een akoestische versie van “My Foolish Heart” sluit de plaat af en Schlarb verwijst daarmee opnieuw naar een grote held, Bill Evans. Toen die het nummer met z’n beroemde trio speelde in The Village Vanguard raakte dat tot in het diepste van de ziel. Schlarb doet niet eens een poging om de onovertroffen lyriek van Evans te evenaren, want hij brengt een behoorlijk uitgepuurde en getrouwe versie van de jazz standard. De melodielijn wordt zonder veel franjes uitgevoerd en begeleid door zachtjes gespeelde akkoorden. Mooi, maar verre van diepgaand.
Het gebrek aan samenhang wordt langzamerhand een constante in de boeiende carrière van Chris Schlarb en dat is tegelijkertijd een zwakte en een sterkte. De lange, sfeervolle nummers missen een beetje een coherent geheel waarvan ze deel zouden kunnen uitmaken en dat is wat jammer. De twee korte, wat toegankelijkere nummers komen dan weer moeilijk tot hun recht tussen zulke zware brokken. Toch is Schlarb er weer in geslaagd verrassende muziek te maken die bedrieglijk vrijblijvend klinkt.