Luisteren naar Timber Timbre vereist altijd een paar versnellingen lager te schakelen. In de verste verte is geen haast te bespeuren op Hot Dreams, Timber Timbre neemt geduldig zijn tijd om binnen te sijpelen. Dit album is dan ook een groeiplaat, maar is het geduld meer dan waard.
De Canadese groep rond wollige bariton Taylor Kirk heeft altijd een eigen stijl gehad. Ze zijn duidelijk meer dan een klein beetje beïnvloed door de fladderende fifties, met vleugjes rock ’n roll, blues, country en nog meer van dat soort kigheden. Maar geen angst, Timber Timbre geeft aan al deze nostalgie een stevige creepy twist. Hun muziek zou de soundtrack kunnen zijn van een film van David Lynch. En de liefdesverhalen van Kirk zijn ook zelden clichématige rozengeur en maneschijn. De tortelduifjes in de nummers van Timber Timbre zijn geobsedeerde, perverse en achterbakse smeerlappen die allesbehalve geschikt zijn voor een rol in rozige, romantische komedies.
”Beat the Drum Slowly” — een titel die erg veel zegt over de muziek — is een perfecte introductie tot de plaat. Een luie akoestische gitaar, droevige strijkers, een wiebelend orgeltje en een tergend traag tempo: alle ingrediënten van de rest van de plaat worden al voorgesteld in de eerste vijf minuten. In de laatste minuut ontaardt alle gezapigheid in griezelige dissonantie. Een goede opener, die hoge verwachtingen opwerpt voor het vervolg. Jammer genoeg is het onschuldige “Hot Dreams” hierna een kleine teleurstelling. Timber Timbre klinkt hierin dan wel sexyer en onschuldiger dan ze ooit gedaan hebben, maar zonder de prikkelende duisternis van de andere nummers is het een eerder karakterloze bedoening. En daar kan een saxofoonsolo weinig aan veranderen.
Dan is “Curtains” een pak spannender. De hypnotiserende groove met schaarse maar doeltreffende pianoslagen zorgt voor een veel beklemmender sfeertje dan in “Hot Dreams”. “Bring Me Simple Men”, een aanklacht tegen mannelijke trots en pretentie, is een van de meest catchy nummers van de plaat met een mooi openbloeiend refrein en een heerlijk rammelend westerngitaartje. Na een meer dan geslaagd instrumentaal intermezzo komt er “Grand Canyon”, een simpele maar o zo mooie folksong, als je niet naar de tekst luistert tenminste. Kirk mijmert over de dood terwijl hij in een vliegtuig over de Grand Canyon zweeft: “I pray the Grand Canyon take our plane inside its mouth.” Kirk is niet de meest technisch vaardige zanger, maar zijn warme bromstem en zijn donkere poëzie heffen de muziek meerdere etages omhoog.
Ook “This Low Commotion” is een pareltje van de hand van Kirk. De muziek walst rond zijn zang waarin hij de rol van een gevaarlijk verliefde stalker op zich neemt: ‘I’m just a dog, a machine for your love.” Persoonlijke favoriet van deze plaat is “The New Tomorrow”, een donkere trance met een heerlijke baslijn en ijle strijkers op de achtergrond. Hier is Timber Timbre griezelig verslavend, en dat zonder grootse refreinen of flitsende muzikale trucjes te gebruiken. De band beheerst het ‘less is more’ principe tot in de puntjes. “Run From Me” is opnieuw een knap staaltje perverse liefde. Met onbewogen stem vertelt Kirk aan zijn geliefde hoe ze het best kan vluchten voor haar leven, waarna een vrouwenkoor en dramatische strijkers het nummer overnemen.
Hot Dreams is een trage plaat die heel wat tijd vraagt om een blijvende indruk na te laten. Maar eenmaal binnengesijpeld in uw hersenpan is het weer een prachtig gearrangeerd meesterwerkje van de klasrijke Canadezen. Het titelnummer is vreemd genoeg het minste stukje muziek van de plaat. Al de rest is stuk voor stuk muziek van een uitzonderlijke kwaliteit. Zet een glaasje rode wijn klaar, rol de gordijnen naar beneden en draai Timber Timbre; u zult het u niet beklagen.