Neem een goede schep Kuifje in Afrika, een lepel Indiana Jones en een snuif Bernard Prince. Wat er dan uit de oven komt, zal sterk lijken op Terug naar Congo.
Het lijkt een onafscheidelijke tandem geworden. Vader Hermann en zoonlief Yves H.. Deze laatste kreeg steeds de eer om vaders scenario’s verder te zetten als de inspiratie voor een of andere reeks op was. Maar voor deze one shot mocht hij meteen zijn kunnen tonen. Jammer genoeg zitten er heel wat angels aan het verhaal.
Het begint allemaal veelbelovend. Reporter Rémy Georget, duidelijk de jonge Hergé, wordt geconfronteerd met een voor hem tot dan toe onbekende oom. Die verschanst zich in Congo en niemand wil nog iets met hem te maken hebben. Al gauw blijkt dat de misdadiger Blom, die na achttien jaar de gevangenis van Sint-Gillis mag verlaten, een ontbrekende schakel is in het geheel. Die laatste blijkt een lijst te hebben van mannen die hem in het verleden gedwarsboomd hebben en dat nu met hun leven moeten bekopen. Ook oom Georget pronkt op de lijst.
In een poging om zijn oom te waarschuwen, volgt een kat-en-muisspel met Blom en zijn kornuiten. De Georgets doen pogingen om de andere doelwitten tijdig te waarschuwen. Als blijkt dat zelfs Albert I, die op dat moment Congo bezoekt, op zijn lijst staat, wordt deze verijdeling het hoogtepunt van het verhaal.
Hermann heeft net als vroeger weer zijn uiterste best gedaan om ludieke personages uit zijn potlood te toveren. Samen met zoonlief maakt hij er ook een sport van om er heel wat knipogen naar Kuifje in te stoppen. De decors ademen een broeierigheid uit die we kennen uit de vele natuurdocumentaires, en de keuze om niet te inkten, maar het potlood te laten spreken, geeft een mooie sluierigheid aan het geheel. Dieren tekenen lijkt Hermann op zijn gezegende leeftijd beter af te gaan dan de menselijke personages. Hoewel de cover, waar het klokkenspel van een leeuw ons vrolijk aangaapt, niet echt representabel is voor de inhoud. Ook tekentechisch lijkt de cover op een verplicht vluggertje.
Jammer genoeg lijkt het scenario onaf. Het is nog niet duidelijk of er danig geschrapt is om het pagina-aantal te respecteren. Anders heeft het verhaal de brainstorm of de kapstok niet overstegen. De actie verplaatst zich een aantal keer zeer onlogisch in de tijd en je blijft tussen twee scènes door met heel wat vragen zitten over het verloop van het verhaal.
Was het de druk van de uitgever of de nonchalance van de familie Hermann? Feit is dat we hier een goede poging hebben tot een cynisch avonturenverhaal met Congo als achtergrond tijdens het begin van de 20ste eeuw, maar ook niet meer dan een poging. ‘Plus est en vous’ zeggen de jezuïeten tegen hun studenten. En dat is wat we ook tegen Hermann en Yves H. moeten zeggen. Volgende keer beter? Of misschien merken ze plots zelf dat ze per ongeluk niet de laatste versie van hun verhaal naar Glénat stuurden en maken ze dit alsnog goed. Hoop doet leven.