Het Vlaamse (of het Belgische, zo u wil) filmlandschap is uitgebreider dan u zou denken. Tegenwoordig denkt een mens dan vooral aan een Oscarinzending als The Broken Circle Breakdown of aan onze goede vriend Jan Verheyen, die hier en daar ook een prijsje opstrijkt met rechtbankthriller Het Vonnis. Maar wie goed kijkt, ontdekt nog meer talent. Neem nu Caroline Strubbe: een regisseuse die zich maar bitter weinig aantrekt van commerciële verwachtingen en zich vastberaden stort op het vertalen van haar visie naar film. Eigenzinnigheid moet niet op al te veel media-aandacht rekenen, maar toch haalde I’m The Same, I’m An Other, haar vervolg op haar debuut Lost Persons Area, de selectie van het Filmfestival van Toronto. Strubbe geeft met haar nieuwste telg blijk van een geheel eigen stem, maar verliest zich in een extreem minimalisme dat het uitermate moeilijk maakt om enige connectie te maken met het verhaal.
Een sequel dus, op Lost Persons Area. Al moet je die eerste film niet gezien hebben om met I’m The Same, I’m An Other mee te zijn, als we Strubbe mogen geloven. De film vangt aan waar de vorige is geëindigd en neemt ons mee op sleeptouw met twee van de vier personages uit Lost Persons Area: de Hongaarse arbeider Szabolcs (Zoltán Miklós Hajdu) en het jonge meisje Tessa (Kimke Desart). Beiden zijn op de vlucht voor de autoriteiten. Er heeft zich een drama voltrokken, waardoor Szabolcs het hazenpad heeft moeten kiezen. Uiteindelijk begeven de zonderlinge man en het kleine meisje zich naar Engeland en belanden ze in een mistroostig kuststadje. Ze besluiten er onderdak te zoeken totdat hun lot hen ergens anders naartoe leidt. Wat volgt is een voortkabbelende meditatie over isolement, eenzaamheid, het onvermogen tot communicatie en interne worstelingen.
I’m The Same, I’m An Other is een film van weinig woorden. Van zeer weinig woorden. Wie Lost Persons Area gezien heeft, weet dat Strubbe zeker geen regisseur is die voor een conventionele aanpak kiest. Strubbe spreekt met beelden en zo weinig mogelijk met woorden. Dat zorgt voor een zeer observerende, serene en haast bewegingloze sfeer. Strubbe vertelt een verhaal, maar het tempo is zeker niet haar grootste zorg. Wat ze wel doet, is haar personages mooi opstellen als pionnen in de gegeven setting en zoeken naar een evenwichtige interactie tussen beide. In deze film dient een treurige Britse badstad, met zijn uitgestrekte stranden en striemende winden, als contrasterende locatie voor de zwaarmoedige emoties en beslommeringen die heersen in het leven van de protagonisten. Als verloren zielen lijken Szabolcs en Tessa wel gevangenen in hun nieuwe en voorlopige thuisbasis. Emoties worden nooit gratuit tentoongespreid, maar eerder geëvoceerd via impressies van de robuuste omgeving, via een blik, een gezichtsuitdrukking, een lang aangehouden shot of een penetrante close-up.
Die aanpak lijkt zeker interessant voor even, maar hoe verloren de personages zich voelen, zo verloren begin je je als kijker ook te voelen tijdens I’m The Same, I’m An Other. Het ennui dat Strubbe nastreeft doet lichtjes denken aan het werk van een Antonioni, maar mist dezelfde krachtdadigheid. De film van Strubbe is twee uur lang het equivalent van al dagdromend door het raam naar de horizon turen. De lengte, de situatie en de minimalistische aanpak zorgen ervoor dat de film halverwege overvallen wordt door een vervelende eentonigheid, waardoor je aandacht volledig verloren gaat. Het is ongelofelijk moeilijk om enige verbondenheid te voelen met de personages, omdat ze zich door hun introverte houding zo afschermen. Je stoot op een muur die je nauwelijks toelaat om de personages te bereiken. Verder verloopt het geheel ook zeer fragmentarisch. Ook de montage staat meer in functie van het bouwen van sfeer, dan van het strak vertellen van een narratief.
Niet dat wij zo snakken naar een duidelijk narratief, maar I’m The Same, I’m An Other lijkt er zich zo weinig van aan trekken, dat het bij momenten haast arrogant overkomt. De film stroomt als een rivier zonder bron of monding, waarin je als kijker zit te spartelen en te verlangen naar adem. De relatie tussen de man en het meisje is bevreemdend en afstandelijk. Veel hoogte krijg je er niet van en dus blijf je wezenloos achter. De weinige dialoog die er is, komt zeer stuntelig over, zeker wanneer het in de vorm van een irritante voice-over is.
Het meest geslaagde en meeslepende gedeelte is de psychologische evolutie die het jonge meisje lijkt te maken in deze film. Een groot deel van de film brengt ze door als een kluizenaar in een hotelkamer, waar ze meer en meer de muren op zich ziet afkomen en zich verliest in haar fantasie en eenzaamheid. Dat aspect raakt wel een gevoelige snaar, met veel dank aan de mooie acteerprestatie van Kimke Desart. Haar lege ogen bevatten de vele vragen waar haar personage mee zit, de wanhoop en het verlangen naar andere tijden. Akelig wordt het wanneer ze zichzelf lijkt te verliezen in haar situatie en haar geestelijke gezondheid een verkeerde richting lijkt uit te gaan. Helaas krijgt dit onderdeel van de film weinig voeten in de aarde door de ongrijpbare identiteit van Strubbe haar film.
We deden ons best om onszelf in te graven in de artistieke visie van de regisseur, maar lukken deed dat nooit. Het blijft een film vol barrières, een minimalisme dat niet uitnodigend werkt en een frustrerende doelloosheid. I’m The Same, I’m Another is het tweede deel in een trilogie. Deel drie is pas voor binnen enkele jaren, maar we staan niet echt te popelen. Strubbe is zeker iemand met talent en een sterk filmisch oog, maar om haar stijl meeslepend te maken zal ze toch een iets andere richting uit moeten. Wij raden alleszins eerder een stevige wandeling aan zee aan dan deze film. Helaas.