Voor zijn band is het vermoedelijk over and out, maar dat is voor Lee Ranaldo geen redenom rustiger aan te doen. Met Between The Times And The Tides profileert Ranaldo zich als elektrisch geladen singer-songwriter die het schrijven van bezwerende songs tot zijn missie gemaakt heeft.
Sonic Youth guitarist Lee Ranaldo puts out his first song-oriented solo record, zo klinkt de officiële mededeling naar aanleiding van de release van Between The Times And The Tides. Dat is best lief van de platenfirma van Ranaldo. Al is het maar de vraag of na de andere, niet song-oriented albums van de man, en het ganse oeuvre van Sonic Youth, fans van de band en de gitarist nog gewaarschuwd moeten worden.
Misschien wel voor het feit dat dit géén Sonic Youth-plaat is. Want dat is mogelijk nog het moeilijkste om aan te wennen: dat waarschijnlijk geen nieuwe Sonic Youth-albums meer zullen verschijnen.
En dus ook van de leden niet verwacht kan worden dat ze op hun solo-avonturen een soort Solo Youth worden. Uiteraard zijn er echo’s van herkenning, maar Between The Times And The Tides is meer dan een collectie Lee-songs, zoals die op elke SY-plaat te vinden zijn.
Daardoor doet deze plaat aanvankelijk wat vreemd aan. Er is uiteraard onmiddellijke herkenning: Ranaldo heeft een karakteristieke stem en bovendien wordt de muzikale afkomst van Ranaldo in het denderende ritme van opener “Waiting On A Dream” geen klein beetje prijsgegeven. Tel daar nog bij dat oude bekenden als Bob Bert, Jim O’Rourke en Steve Shelley hun opwachting maken en Solo Youth schuilt wel heel hard om de hoek.
Nogmaals: don’t. Zo is single “Off The Wall” een heerlijke lo-fi popsong en heeft Ranaldo met “Stranded” een ontroerende akoestische song gemaakt. Eentje waarin een slide guitar geen kleine rol speelt. In “Shouts” komen strijkers dan weer een rol opeisen, terwijl “Fire Island (Phases)” een no-nonsense gierende gitaarsong is.
Ondanks het feit dat Between The Times And The Tides een minder experimenteel karakter heeft dan zijn voorgangers, is ook dit een plaat waarop Ranaldo er zijn hand niet voor omdraait om verschillende muzikale invalshoeken uit te proberen. Het bindmiddel dat al die verschillende manieren van werken samenbrengt, is de manier waarop Ranaldo bijna in elke song met een klein verhaaltje op de proppen komt.
Daarbij loopt “Xtina As I Knew Her” vanzelf in de kijker, een song waarin Lee Ranaldo de beatnik in zichzelf vrij spel geeft, met een meeslepende love song als verrassend fris resultaat. Die conclusie kan zelfs doorgetrokken worden naar de hele plaat, geen slechte zaak voor een vijftiger die al ruim dertig jaar muziek maakt. Want dat wordt mogelijk een beetje over het hoofd gezien, gewend als we zijn uit het Sonic Youth-kamp degelijke platen te verwelkomen: dat het eigenlijk niet evident is te doen wat Ranaldo hier doet. Maar George Harrison van Sonic Youth, zoals hij elders genoemd werd, kwijt zich schijnbaar zonder een centje pijn van zijn taak.