
Zelden
zagen we Europa zo eendrachtig – zeg maar verenigd – als toen
precies een jaar geleden het oude continent werd bedekt door een
fonkelend sneeuwtapijt. Hoe mooi dat er ook uitzag, na een halfuur
waren het toch vooral de kinderen, de romantici en de fotografen
die er de charme van bleven inzien. Voor de ‘hardwerkende Vlaeming’
die op weg van en naar het werk letterlijk en figuurlijk vastvroor
in de file was de pret er gauw af, om nog maar te zwijgen van
gesprongen waterleidingen, krakende daken en spekgladde
voetpaden.
Wie ook een schadeclaim had kunnen indienen bij het rampenfonds
wegens zogeheten collateral damage was Bruce Bherman. De
Oostendse Gentenaar of British descent had met ‘Untagged Friends‘net
een juweel van een plaat uitgebracht, en wilde die aan de mensheid
voorstellen in de AB Club. Maar daar stak koning Winter dus een
stokje voor: omdat iedereen dacht dat de wegen naar Brussel
onberijdbaar gingen zijn (wat ook zo was) en ook de spoorwegen het
wel zouden laten afweten (wat voor één keer niét zo was), daagden
slechts de spreekwoordelijke anderhalve man en een paardenkop
op.
Doodzonde, want wie er op 2 december 2010 wel bij was op deze –
gezien de omstandigheden – exclusieve avond, was getuige van een
prachtig concert. Geruggensteund door een uitstekende band (met
WoWo Spaens op gitaar, Peter De Smet op pedal steel, Gunther
Callewaert op Hammond en Tim Coenen op drums) speelde hij een
warme, subtiele set die volledig in het teken stond van die
schitterende, zesde plaat.
‘Dubbel doodzonde’ was dat er van dat optreden blijkbaar geen
opnames bestaan. Van uitgebreid toeren kon ook geen sprake zijn,
met een band waarvan de leden ook nog andere (muzikale)
verplichtingen hebben. ‘Waarom dan niet proberen mijn livemuziek
naar de huiskamers brengen, in plaats van omgekeerd?’ moet Bherman
gedacht hebben. In eerste instantie deed hij dat met enkele in de
Jet Studio’s opgenomen livesessies (te bekijken
op YouTube).
Maar binnen afzienbare tijd moet er ook een live-dvd beschikbaar
zijn met songs uit ‘Untagged Friends’. De opnames vonden plaats op
1 en 2 december, precies een jaar later dus, tijdens twee concerten
in de AB Club. Even dreigde deze keer een vakbondsactie het
treinverkeer in de war te sturen maar dat was gelukkig loos alarm,
zodat er voor deze berensterke optredens duidelijk meer volk kon
opdagen dan vorig jaar.
Speciaal voor deze gelegenheid werd de Amerikaanse pianist Tony
Crow uitgenodigd, u wellicht bekend van het geweldige Lambchop maar ook –
wie weet – van ‘Untagged Friends’. Crow had op zijn beurt drummer
Marc Pisapia meegebracht uit Nashville. Voor deze laatste werd het
een weerzien met de AB, na een eerdere passage in onze hoofdstad in
het zog van Josh Rouse.
De meeste Belgische artiesten zouden, glimmend van trots en met de
nodige bombarie, hun buitenlandse gasten na een paar opwarmertjes
zelf voorstellen aan het publiek. In de AB was het omgekeerd en had
Crow, na een intro op piano, de eer en het genoegen Bruce Bherman
aan ons voor te stellen als one of yours. We kennen de man
natuurlijk niet persoonlijk, maar bij ons kwam de goedlachse Crow
de hele avond over als iemand waarbij kapsones en een uit de
kluiten gewassen ego totaal vreemd zijn.
Nadat het duo Crow-Bherman het ijs had gebroken met een sterk
‘Rumours’, kwam de rest van de groep uit de coulissen. Die bestond,
naast de eerder genoemde Pisapia, uit bassist Dick Descamps (samen
waren ze de verzinnebeelding van ‘in de beperking toont zich de
meester’), snarenmeester Wouter Spaens en Tim Coenen, die de
drumkit inruilde voor de gitaar. Wie zou verwachten dat de songs in
deze bezetting – met drie gitaren – zouden inboeten aan subtiliteit
had het bij het verkeerde eind. Het goudeerlijke, met elementen uit
pop, rock en americana doorweven singer-songwriterwerk van
‘Untagged Friends’ is immers sterk genoeg om niet afhankelijk te
zijn van de arrangementen waarin ze worden gebracht.
Nummers als ‘White and Blue’, ‘Dreamer’ en ‘Slowdown’ bleven dus
ook moeiteloos overeind zonder de pedalsteel, nochtans één van dé
sfeerbepalende instrumenten op de plaatversies. De nuances en de
diepgang kwamen deze keer van het pianowerk van Crow, bij wie je de
riedels haast letterlijk uit de vingertoppen zag vloeien, en van de
twee gitaristen die Bherman vocaal bijstonden en flankeerden op het
podium. Terwijl Wouter Spaens meer dan eens voor gensters zorgde en
de lijnen uitzette, vond Tim Coenen telkens de gepaste klanken om
de vrije ruimtes in te kleuren. Dat kwam bijvoorbeeld mooi tot
uiting in ‘Tinseltown’, een nummer van Bhemans vorige plaat
‘Two
Boys‘.
Met ook nog ‘Radiogirl’, ‘I’ll Wait For You In Line’, ‘The Goodbye
Song’ en het gezapig voortdobberende ‘Darkened Canyon’ op de
setlist zou men kunnen denken dat Bruce Bherman & Friends een
voornamelijk rustige set speelden. Dat ging misschien op voor het
gros van de songs, maar geregeld werden toch ook de remmen
losgegooid en pootte de band een stevige versie neer van ‘You Said,
You Said’. De grommende gitaren in ‘I Was Smiling’ klonken zelfs
bepaald grimmig, terwijl de ‘Big Sized Girl’ blakend van levenslust
over de planken liep. Ook beseften we vrijdag pas waarom het
broeierige ‘To the Office’ ons tot nog toe niet helemaal wist te
overtuigen: het is een nummer dat pas volledig tot zijn recht komt
op een podium, voor een levend publiek.
Alles bij elkaar duurde dit concert een uur en een kwartier.
Tijdens die vijfenzeventig minuten verveelden we ons geen seconde.
Dat had niet alleen te maken met het speelplezier dat de groep
uitstraalde, maar ook met het soort artiest dat Bherman is: iemand
die talloze genres, trends, hypes en modes heeft zien passeren,
zich eigen maakte en versmolt tot een persoonlijk en rijk, even
eigentijds als tijdloos geluid. En zolang hij ons blijft verrassen,
zullen we sneeuwstormen en vakbondsacties blijven trotseren om hem
aan het werk te zien!
www.brucebherman.com