Vraag: hoe pak je als brave jongetjes een hoofdpodium in, als je tussen allerhande stevig rockgeweld staat? Antwoord van Vampire Weekend: je speelt net iets steviger dan gewoonlijk, maar vertrouwt op de sterkte van je set. Missie geslaagd? Volkomen; in een hitte die zijn West-Afrikaans beïnvloede pop niet misstond, overtuigde de groep uit Brooklyn nog geen beetje.
Het is vandaag de Fourth Of July, en een beetje Amerikaan laat dat niet zomaar passeren. Zélfs niet als hij voor een bende uitgelaten Europeanen moet spelen. Zéker dan niet. Terwijl de rest van hun landgenoten van Alice In Chains, Them Crooked Vultures, Arcade Fire en Pearl Jam de voorbereidingen treffen voor een gezamenlijke barbecue backstage, betreedt Vampire Weekend het podium op de tonen van "Born In The USA". Waarna meteen stevig uitgepakt wordt met een op een vlot skaritme hobbelend "Holiday.
Om niet helemaal af te gaan als jongetjes tussen hun grungy landgenoten, moet Vampire Weekend immers wel stevig uit de hoek komen. En dat gebeurt. Ezra Koenig en vrienden hebben goed toegekeken, en besloten vandaag dan maar ook op pure power te spelen. Zo lukt het hen om zonder problemen het publiek aan het dansen te krijgen met hun aanstekelijke popsongs. "M79" en "Cousins" blijken perfecte nummers op dit uur van de dag, en Koenig heeft in de twee jaar dat Vampire Weekend op deze wereld is losgelaten duidelijke frontmanallures gekregen.
Met "A Punk" — het maakt zijn naam waar — wordt de wei nog wat enthousiaster dan ervoor. "Hierop kan iedereen dansen. Doén", moedigt Koenig aan en u volgt hem. Publiekslieveling "One (Blake’s Got A New Face)" volgt, net als "Giving Up The Gun", één van de beste nummers van de recente tweede plaat Contra.
Het feest is tegen dan al lang compleet. Wat op plaat al eens te slimmig overkomt, werkt live immers een pak beter, en op geen enkel moment lijkt de Main Stage voor deze groep ongemakkelijk. Zullen we u eens wat vertellen? Het zou ons niet verbazen als Vampire Weekend binnen een paar jaar nog hoger op de affiche staat.