Brownswood, 2010
Het is weinigen gegeven om meteen door te breken met een
debuutalbum. José James’ betoverende album ‘The Dreamer’ deed dat
wonderwel, door de complexe materie van jazzmuziek te destilleren
tot een fijngevoelig en genietbaar geheel. Dat resulteerde in een
album met indrukwekkende vocale input – en als hoogtepunt een
briljante herwerking van ‘Spirits Up Above’. Ondertussen zong hij
ook mee op albums van andere artiesten (Jazzanova, Basement Jaxx,
…) en trok hij door Europa, met onder andere een concert in de Ancienne
Belgique om zijn muziek aan de man te brengen.
Tijdens de voorbereidingen voor ‘Blackmagic’ nam hij ook nog even
de tijd om hulde te brengen aan John Coltrane. Het
resultaat daarvan konden we ook in Brussel aanschouwen. Met
al die projecten zou men zich de vraag kunnen stellen of er nog
voldoende tijd was om het nieuwe album af te werken. Blijkbaar wel,
want ‘Blackmagic’ zit volgepropt met onuitgegeven materiaal en
verschilt qua invloeden zéér sterk met zijn voorganger.
Artistieke vernieuwing juicht ondergetekende steeds toe, maar het
verkennen van een nieuw muzikaal territorium gaat ook gepaard met
mogelijke gevaren. José James schuift op in de richting van (nu)
soul en hiphop, maar vijlt bij momenten al te vaak de scherpe
kantjes weg waardoor sommige nummers snel op elkaar gaan lijken.
Het grootste minpunt is vooral de beperkte thematiek die James
aanwendt tijdens zijn zoete vocal rhythmics.
Het onderwerp liefde komt in negentig procent van de nummers aan
bod, en dat durft na enige tijd wel te vervelen. ‘Touch’ klinkt
zeer ontspannend, maar blijft iets te bescheiden om echt uit te
blinken. ‘Detroit Loveletter’ is een ander voorbeeld waarbij de
bedwelmende sfeer van het nummer niet echt wordt omgezet in een
sterk nummer. Regeltjes als “The first time to fall in
love” en “Feel like dancing” bieden allesbehalve
soelaas.
De echte momenten van opwinding zijn eerder schaars en beperken
zich eigenlijk tot drie à vier nummers. Nochtans is openingsnummer
‘Code’ de perfecte aanzet tot een nieuwe artistieke wending voor
James. Zachte zwoele klanken met een atypische melodische wending
en bijpassende moderne beats bieden een interessant alternatief
voor de jazzy sfeer die op ‘The Dreamer’ te horen was. De vocal
raps (“My intention is legal, my retention is lethal“) en
de melodische structuren tonen meermaals gelijkenissen met de
hedendaagse soul van D’Angelo.
‘Warrior’ is het enige nummer waarin José James volledig durft af
te wijken van de conventionele meloritmes, door te kiezen voor een
dissonante en onheilspellende sfeer en een complex gelaagde beat op
de achtergrond. De tekst bestaat enkel uit losse fragmenten:
emoties en begrippen worden ritmisch op meesterlijke wijze aan
elkaar geschakeld. In het midden wordt een intrigerende pianosolo
met hartkloppende beats verweven tot een hybride geheel.
Schrikwekkend en verleidend tegelijk.
Verder is er ook bij ‘Blackmagic’ nog een spoor van echte
artistieke inventiviteit te horen en te voelen. James gaat hier
verder in de stijl van ‘Code’ en ‘Warrior’, en stippelt een
boeiende weg uit door een donkere urban omgeving met strak
vormgegeven beats en samples. Ten slotte is ook ‘Love
Converstation’ een korte opflakkering, door de complementariteit
van stemmen: José James zingt hier samen met Jordana de Lovely.
Vooral de kleine ritmische wisselingen die op heimelijke wijze
plaatsvinden, houden het geheel (ondanks de eenvoudige structuur)
beluisterenswaardig.
Als uiteindelijk de onderlinge delen opgeteld worden tot het
geheel, is er slechts één conclusie mogelijk: ‘Blackmagic’ schiet
te kort om zijn voorganger te doen vergeten. De invloeden uit de nu
soul en hiphop zijn intrigerend genoeg om verder uit te diepen,
maar in dit geval is het bij een magere aanzet gebleven. Voor het
volgende album kan James beter wat meer tijd nemen om zijn muziek
te laten rijpen.
José James speelt op 24 maart 2010 in de Ancienne Belgique
(Box) in Brussel.