Developers: Alfred Gough en Miles Millar
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ‘Smallville’ is een tienerreeks over de jeugdjaren van Superman (die hier enkel aan bod komt als Clark Kent – liefhebbers van blauw spandex kunnen dus meteen hun koffers pakken) waarin avontuur en romantiek de boventoon voeren. Neem nu even de tijd om uw dikste markeerstift te gaan zoeken en duid een keer of vijf dat woordje ’tiener’ aan, want – boy, oh boy – er wordt in deze versie van het DC-universum meer gesmacht, geflirt, gehuild, gebroken, gezoend, gesmiesd en gesmost dan in een heel seizoen van ‘The Bold and the Beautiful’ en ‘Familie’ sámen. De hormonen staan in de hoogste staat van paraatheid, op de soundtrack staat Nickelback te kwelen en Clark Kent ontdekt zijn libido. Maar net als bij zijn superkrachten, staat ook de kwaliteit van dit eerste jaargang nog niet helemaal op punt. Of op z’n Smallville’s gezegd: yeah, I mean, like… whatever.
Aan het basisverhaal – alien van de planeet Krypton stort neer op aarde en wordt opgevoed door simpel boerenkoppel – werd niet geraakt, maar de makers hebben er wel een kleine twist aan gegeven. Ditmaal gaat de komst van Kal-El (voor de niet-ingewijden: Superman’s geboortenaam) gepaard met een meteorenregen die de kleine gemeenschap van Smallville omtovert tot een broeihaard van mutanten, freaks en allerlei ander gespuis. Niet slecht gezien van de makers: op deze manier konden ze hun show in het eerste seizoen makkelijk opbouwen rond het ‘Villain of the Week’-principe – elke week staat er een andere mutant centraal die het Clark en zijn vrienden moeilijk komt maken – én hebben ze een goed excuus om her en der Kryptonite (een nogal flauw element uit de Superman-mythologie: de enige substantie die Superman kan schaden) te verstoppen, want hoe maak je het anders spannend voor iemand die onoverwinnelijk is?
De gevolgen van de meteor shower zorgen er tevens voor dat Clark meteen opgezadeld zit met een motherfucker van een schuldgevoel: het is namelijk zijn komst die voor al die ellende gezorgd heeft. En alsof dat nog niet genoeg is, hebben ook de ouders van zijn grote liefde Lana Lang op die noodlottige dag het loodje gelegd. Dat is meteen ook de hoofdmoot van het hele verhaal: de broeierige, onuitgesproken liefde tussen Lana en Clark, en de geheimen die de zaken tussen hen zo ingewikkeld maken. Elke goede relatie steunt op eerlijkheid en dat is nu net wat Clark Lana niet kan bieden. Bovendien heeft Lana een vriendje (de in de lagere school ongetwijfeld enorm gepeste Whitney) en is Clark niet meteen van de populairste. Hij zal dus nog zijn werk hebben om Lana het hof te maken en dat zullen we als kijker geweten hebben. De makers rekken de liefdesaffaire immers dat het geen naam meer heeft.
De dialogen zijn erg wisselvallig, met draken van regels als “Sometimes I feel like I just want to scream” die overgaan in iets meer acceptabele gesprekken – ondanks al de stroop die er afsijpelt is het geflirt tussen Clark en Lana echt wel cute. Dieptepunten vinden we bij de verplichte babbels met pa en ma en de pseudo-intelligente wijsheden van Lex Luthor – hoor hem een woord van meer dan vier – viér! – lettergrepen gebruiken met ergens een X in het midden en buig. De special effects zijn ook redelijk crappy, maar die scoren dan weer hoog op onze camp-meter (‘Enchanted’-fee Amy Adams die in één aflevering een hert in een hap naar binnen speelt: dolletjes!). Visueel, auditief, narratief, op alle fronten scoort ‘Smallville’ ongeveer dezelfde score: ’t is een rommelig tienerfestijn, maar best leuk om naar te kijken.
Naast een hoogst uitzonderlijke toevalstreffer als The Flaming Lips (wat doén die hier in godsnaam?), krioelt de geluidsband van ongedierte dat u (ja, ú) vroeger óók geweldig vond: Papa Roach, Sum 41, Nickelback, u kent ze wel. Heel ‘Smalville’ is door en door tiener en is daarom spijtig genoeg ook zo braaf als de pest. De ouders van Clark zijn oerconservatieve, vreselijk saaie, hardwerkende mensen, Lana is het toonvoorbeeld van een heilig boontje – het soort meisje dat maar wat graag vrijwilligerswerk doet na de schooluren, geïnteresseerd is in kunst en poëzie en de gedachte aan spieken of alcohol drinken veráfschuwt – en één aflevering is zelfs verdacht anti-euthanasie. Not cool, guys.
Het belangrijkste gedeelte van het hele verhaal – de ontluikende liefde tussen Clark en Lana – is evenwel goed (zij het te langdradig) uitgewerkt, er wordt over het algemeen erg goed geacteerd en willen of niet, het concept – Superman als bakvis, jáááh! – sleept je onherroepelijk mee. De toevalligheden in de miniverhalen zijn niet te tellen en de logica is dikwijls ver zoek, maar naar de ‘Power Rangers’ keek je ook niet om z’n diepgaande verhaal, toch? Voor de iets oudere, serieuzere televisiekijker is ‘Smallville’ dan ook absoluut niet interessant. Maar mensen die zijn blijven hangen op hun veertiende en hun dagelijkse portie actie, romantiek, avontuur en high school drama graag in één gemakkelijk verteerbare hap geserveerd zien, weten hier hun zaak mee te doen. Zolang ze er maar niet te veel van gaan verwachten.