"Fuck off you cunt" stond er tijdens de hoogdagen van The Police op de drumvellen van Stuart Copeland geschreven, het was gericht aan zijn antipool Sting. Wij richten diezelfde boodschap aan het trio, dat maandag een zielloze, onvergeeflijke Pak-de-poenshow opvoerde.
The Police voltrok eind jaren zeventig een huwelijk tussen punk en reggae, en speelde zeven vette jaren lang ten dans op het huwelijksfeest dat bulkte van de uit stevig marmer opgetrokken songs. De groepsleden kwamen er openlijk voor uit dat ze "hits" voor de massa schreven en het trio deed dat goed. Tot er barstjes in hun eigen (verstands)huwelijk kwamen en de boedelscheiding volgde in 1984. Twintig jaar later they "play" together for the kids, die in een zucht negentig euro voor een ticket neertellen.
En zo zit het Sportpaleis vol volk dat (terecht) al lang blij is niet alleen meer te moeten meezingen met pakweg "Message in a Bottle" op een of andere boerenfuif of op tv een zoveelste klootjesvolkicoon "Every Breath You Take" te zien aanheffen. Voor die éne keer twee uur lang die songs tot leven zien komen, gespeeld door de groep in originele bezetting, "meer moet het soms toch niet zijn, zeker?"
Tot na een handvol nummers duidelijk wordt dat er geen band op het podium staat, maar drie solisten. Alleen Copeland lijkt zich oprecht te amuseren en ziet er enorm scherp, gedreven en zelfs dankbaar uit. Als niet alle leven en ziel vakkundig uit zowat alle songs wordt gezogen door Sting en Summers, is dat aan hem te danken. De hele avond lang krijgt hij van Sting geen blik toegeworpen, maar ook Summers en Sting negeren elkaar om ter straalst: ze spelen niet met, maar naast elkaar. En als Sting in de buurt van Summers komt, valt in de blik van de gitarist duidelijk te lezen dat het trio zich met deze tour niet alleen laaft aan de vetpotten van Egypte, maar elke dag ook de zeven plagen van dat land te verduren krijgt.
Songs als "Don’t Stand So Close To Me", "Driven by Tears" en opener "Message In A Bottle" worden niet gespeeld, maar afgehaspeld, waarbij elke neiging tot spontaniteit, chemie en magie vaak ontluisterend de kop wordt ingedrukt. Als het publiek tijdens het oorspronkelijk flauwe, maar nu zowaar degelijke "De do do do" (etc.) het overneemt, wordt het abrupt onderbroken door Sting die zelf zijn zoveelste infantiele spelletje met "zijn" publiek wil/moet opvoeren, zoals het ondertussen tot op de seconde in een vastgeroest scenario staat.
Het zoveelste bewijs hiervoor komt tijdens de bisnummers, wanneer aan het einde van "King of Pain" — dat overigens evenmin de versie krijgt die het verdient — Sting aftelt, de ogen gefixeerd op zijn basgitaar, waarna "So Lonely" door Copeland en Summers mee wordt ingezet. Eerder in de set wordt een flard "Hit the road, Jack" er op een al even kille, ongeïnteresseerde manier tussengegooid, wars van alle spontaniteit. Het zijn acteurs die hun toneelstukje ondertussen al meer dan een keer teveel hebben opgevoerd.
Het hoeft niet te verbazen dat "Wrapped Around Your Finger" wel weet te begeesteren, aangezien Copeland de song ingeleide doet met een fijn staaltje percussie, waarna het nummer onder zijn leiding mooi ontbolstert. Ook "Invisible Sun" en pril in de set "Synchronicity II" krijgen een zekere dynamiek mee die de nummers toch een beetje nieuw leven inblazen. Voorts is het een klinisch, kil en beredeneerd brood en spelen op automatische piloot.
Het publiek laat het zich allemaal welgevallen en wanneer de band zelf met "I Can’t Stand Losing You" en "So Lonely" het dak er niet af krijgt, schuiven enkele duizenden kelen het er maar af in hun plaats. Die tevredenheid ruimt echter al gauw baan wanneer na afloop van het concert blijkt dat opperhit "Roxanne" niet gespeeld wordt. Een drama? Geenszins, en zeker niet in de doffe ellende van vanavond. Stemproblemen van Sting plegen een verlossende euthanasie op het concert.
Maar kom, we hebben toch twee uur lang een fijne jukebox live gehoord, nietwaar? Soms moet het toch niet meer zijn, zeker? Laat dat laatste nu een uitspraak zijn die al te veel grijze middelmaat heeft opgeleverd en al teveel naar de kloten heeft geholpen. Ondergetekende zucht die gedachte dan ook onmiddellijk hoofdschuddend weg, terwijl hij zich omgeven door "Roxanne"-kreetjes van ontgoochelde concertgangers naar de uitgang begeeft.